-
a. het uitoefenen van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Plantenziektenwet;
-
b. mededelingen, aanzegggingen, aanwijzingen, het verlenen van toestemming, het voorschrijven
van voorzieningen, het kenmerken en onder verzegeling brengen en het verlenen van
ontheffingen en vergunningen als bedoeld in het Besluit bestrijding schadelijke organismen;
-
c. het stellen van regels met betrekking tot een bepaald terrein of een ruimte als bedoeld
in artikel 17, eerste lid, van het Besluit bestrijding schadelijke organismen;
-
d. het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Besluit bestrijding bacterievuur 1983;
-
e. aanwijzingen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van het Besluit bestrijding wratziekte 1973;
-
f. het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 8 van het Besluit bestrijding wratziekte 1973;
-
g. het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 7 van het Besluit bestrijding aardappelmoeheid 1991;
-
h. het afgeven van verklaringen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Besluit bestrijding aardappelmoeheid 1991;
-
i. het samenstellen en bekendmaken van de naamlijst AM-resistente aardappelrassen als
bedoeld in artikel 1 van de Regeling aanwijzing gebieden, terreinen en planten aardappelmoeheid;
-
j. het waarmerken van kaarten of lijsten als bedoeld in artikel 3 van de Regeling aanwijzing gebieden, terreinen en planten aardappelmoeheid;
-
k. het verlenen van vergunningen als bedoeld in de artikelen 5, eerste lid en 6, tweede lid, van het Besluit regulering grondontsmettingsmiddelen;
-
l. het verlenen van vergunningen als bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8 van het Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen;
-
m. het verlenen van de erkenning als onderzoeksinstantie als bedoeld in artikel 29 van
de Regeling toelating bestrijdingsmiddelen 1995;
-
n. het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, en artikel
14, tweede lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;
-
o. het afwijken in bijzondere gevallen als bedoeld in artikel 20, derde lid, van de
Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;
-
p. het aanwijzen van de gevallen als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Regeling
tarieven Plantenziektenkundige Dienst 1991, waarin de in dat lid bedoelde contante
betaling kan worden verlangd;
-
q. het geven van aanwijzingen als bedoeld in artikel 8, punt a, onderdeel 2, van de Regeling aanwijzing gebieden, terreinen en
planten aardappelmoeheid;
-
r. het verbieden van teelt of bewaring van voortkwekingsmateriaal als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van het Besluit bestrijding wratziekte 1973;
-
s. de beantwoording van de aan de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gerichte
individuele brieven, het werkterrein van de Plantenziekten-kundige Dienst betreffende,
voorzover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend uitvoeringsbeleid
en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van
de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat beantwoording door de minister persoonlijk
of namens deze door de secretaris-generaal dient te worden ondertekend.