Stb. 2012, 596, datum inwerkingtreding 01-12-2012, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2012.
1 Betrokkene, die aansluitend aan zijn ontslag een passende nieuwe betrekking aanvaardt,
ontvangt op zijn aanvraag een loonaanvulling, indien het dagloon in de nieuwe betrekking
minder bedraagt dan het dagloon dat voor hem zou gelden als hij werkloos zou zijn
geworden.
2 Betrokkene, wiens recht op uitkering geheel of gedeeltelijk wordt beëindigd wegens
het aanvaarden van een passende nieuwe betrekking ontvangt op zijn aanvraag een loonaanvulling,
indien het dagloon in de nieuwe betrekking minder bedraagt dan het voor hem geldende
dagloon.
3 De hoogte van de loonaanvulling is gelijk aan het verschil tussen het dagloon in de
nieuwe betrekking en het voor hem geldende dagloon.
4 De loonaanvulling wordt proportioneel toegekend, indien de omvang van de nieuwe betrekking
minder bedraagt dan de betrekking waaruit de betrokkene is ontslagen. Indien de omvang
van de nieuwe betrekking groter is dan de omvang van de betrekking waaruit de betrokkene
is ontslagen, bedraagt de hoogte van de loonaanvulling het feitelijk verschil in dagloon
tussen het voor hem geldende dagloon en het dagloon uit de nieuwe betrekking.
5
-
a. De duur van de loonaanvulling is gelijk aan de duur waarop recht op een WW, dan wel
aansluitende uitkering bestaat of zou hebben bestaan indien betrokkene werkloos zou
zijn gebleven of zou zijn geworden;
-
b. In afwijking van onderdeel a. duurt de loonaanvulling voor de betrokkene, die onder
toepassing van het Sociaal Beleidskader ontslagen wordt, tot de dag waarop hij de
pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, indien hij direct voorafgaand aan zijn
ontslag een diensttijd heeft van tenminste 10 jaar en de som van diensttijd plus leeftijd
van betrokkene tenminste 65 jaar bedraagt.
6 Indien betrokkene wegens ziekte, zwangerschap of bevalling, of wegens een omstandigheid
die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen, verhinderd is
zijn arbeid te verrichten, of zijn arbeid niet verricht wegens verlof, blijft het
recht op loonaanvulling bestaan voor zolang hij recht heeft op loon, maar ten hoogste
gedurende de periode bedoeld in het vijfde lid.
7 De loonaanvulling eindigt met ingang van de dag, waarop betrokkene opnieuw werkloos
wordt of niet meer voldoet aan de voorwaarde, bedoeld in het eerste dan wel tweede
lid, of de duur van de uitkering is verstreken.
8 Indien betrokkene na beëindiging van de betrekking als bedoeld in het eerste en tweede
lid, een volgende passende betrekking aanvaardt, herleeft het recht op loonaanvulling
voor de resterende duur daarvan.
9 Dit artikel is mede van toepassing op degene aan wie op eigen aanvraag ontslag wordt
verleend op voorwaarde dat hij ten tijde van dat ontslag tot een knelpuntcategorie
behoort of herplaatsingskandidaat is.