Een voor de Wet BZM belastbaar motorrijtuig is een motorrijtuig uitsluitend bestemd
voor goederenvervoer over de weg, waarvan de toegestane maximum massa van het trekkend
motorrijtuig dan wel de combinatie daarvan met een aanhangwagen/oplegger 12.000 kg
of meer bedraagt.
In mijn besluit van 19 augustus 1996, nr. VB95/4190 (Infobulletin 96/686; V-N 1996,
blz. 3486, punt 20), heb ik de wettelijke criteria nader geduid en enkele voorbeelden
gegeven.
Een motorrijtuig is niet ‘uitsluitend’ bestemd voor goederenvervoer, als het goederenvervoer
dat met het betreffende motorrijtuig wordt verricht, feitelijk ondergeschikt is aan
het eigenlijke gebruiksdoel van het motorrijtuig. Het goederenvervoer dient in een
dergelijk geval een andere bestemming dan het enkele transport van goederen. De bouw
en/of inrichting dienstbaar aan het eigenlijke gebruiksdoel, is daarbij niet rechtstreeks
dienstbaar aan het transport. Dergelijke voorzieningen dienen in of op het motorrijtuig
vast te zijn aangebracht, dat wil zeggen dat zij niet naar believen eenvoudig kunnen
worden verwijderd.
Een inrichting of apparatuur voor het laden en/of lossen van goederen die met het
motorrijtuig vervoerd worden, heeft geen zelfstandige functie, maar is dienstbaar
aan dat vervoer.
Voorbeelden
Zoals hiervoor aangegeven, dienen motorrijtuigen die bij de aanleg en het onderhoud
van wegen worden gebruikt, aan het begrip ‘uitsluitend bestemd voor goederenvervoer’
te worden getoetst.
Onbelastbare motorrijtuigen:
-
– de in onderdeel e, van punt 2 van dit besluit genoemde en voor de motorrijtuigenbelasting
vrijgestelde motorrijtuigen;
-
– een rijdend laboratorium voor bodemonderzoek ter voorbereiding van de aanleg en het
onderhoud van wegen;
-
– een rijdend wegbaken / verplaatsbare afzetting.
Belastbare en niet onder de vrijstelling vallende motorrijtuigen:
-
– een motorrijtuig uitsluitend bestemd voor het aan- of afvoeren van materialen voor
de aanleg en het onderhoud van wegen, zoals een asfaltkiepauto;
-
– een vrachtauto ingericht voor het vervoer en verwarmen van sproeiplastic;
-
– een motorrijtuig voorzien van een vaste tank zonder vaste sproei-apparaat.