Regeling toepassing mechanische middelen verpleegden

Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 27-01-2000.
Geldend van 27-01-2000 t/m heden

Regeling toepassing mechanische middelen verpleegden

De Minister van Justitie.

Gelet op artikel 27, vierde lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden;

Gezien het advies van de Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing van 13 mei 1998, nr. 694850/98;

Besluit:

Artikel 2

  • 2 Indien de toestand van de verpleegde dit vereist, kunnen meerdere mechanische middelen tegelijkertijd worden toegepast.

Artikel 3

  • 1 De toepassing van mechanische middelen beperkt de verpleegde niet verder in zijn vrijheid, dan voor de afwending van het van de verpleegde uitgaande ernstig gevaar voor diens gezondheid of veiligheid of die van anderen noodzakelijk is.

  • 2 Bij de keuze voor de toepassing van bepaalde mechanische middelen wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de verpleegde wordt belemmerd in de zelfstandige uitvoering van de lichaamsfuncties eten, drinken, urineren en ontlasten.

Artikel 4

Een mechanisch middel voldoet aan de volgende eisen:

  • a. het middel kan snel en gemakkelijk worden aangebracht;

  • b. het middel heeft geen scherpe, ruwe of puntige onderdelen;

  • c. correcte toepassing van het middel leidt niet tot lichamelijke beschadiging of tot ongemak dat langer duurt dan noodzakelijkerwijs samenhangt met de toepassing van het middel;

  • d. het middel kan eenvoudig gereinigd worden.

Artikel 5

  • 1 Het hoofd van de inrichting stelt voor de toepassing van mechanische middelen een protocol vast.

  • 2 Het protocol omvat in elk geval:

    • a. welke mechanische middelen in de inrichting aanwezig zijn en op welke wijze zij worden toegepast;

    • b. de voorschriften voor de toepassing van de mechanische middelen;

    • c. de aanwijzing van het personeelslid of de medewerkers bedoeld in artikel 6, belast met de verzorging van en het toezicht op de verpleegde ten aanzien van wie een mechanisch middel is toegepast;

    • d. de wijze van verslaglegging inzake de toestand van de verpleegde;

    • e. de wijze waarop de besluitvorming tot stand komt en wordt vastgelegd ten aanzien van de aanvang, de continuering en de beëindiging van de toepassing van de mechanische middelen;

    • f. de wijze waarop de betrokken personeelsleden of medewerkers periodiek worden getraind in de toepassing van mechanische middelen;

    • g. de wijze van bekendmaking van het protocol.

Artikel 6

  • 1 Het daartoe aangewezen personeelslid of de medewerker stelt zich tenminste eenmaal per uur op de hoogte van de toestand van de verpleegde en maakt daarvan verslag op.

  • 2 Minimaal tweemaal per dag stelt de aan de inrichting verbonden arts of diens plaatsvervanger zich op de hoogte van de toestand van de verpleegde.

  • 3 Indien het verslag van het personeelslid of de medewerker, bedoeld in het eerste lid, of de bevindingen van de arts, bedoeld in het tweede lid daartoe aanleiding geven, doch in elk geval tweemaal per dag, overweegt het hoofd van de inrichting, na overleg met de aan de inrichting verbonden arts of diens vervanger, of de toestand van de verpleegde zodanig is gewijzigd dat kan worden volstaan met de toepassing van mechanische middelen die de verpleegde minder vergaand in zijn vrijheid beperken, dan wel de toepassing van mechanische middelen kan worden beëindigd.

Artikel 7

  • 1 De verpleegde ontvangt regelmatig eten en drinken.

  • 2 De verpleegde wordt zo mogelijk in de gelegenheid gesteld zelf eten en drinken tot zich te nemen. Indien hij hiertoe niet in staat moet worden geacht, is het personeelslid of de medewerker die is belast met de verzorging van de verpleegde hem hierbij behulpzaam.

  • 3 Het personeelslid of de medewerker zorgt ervoor dat de verpleegde ten minste een maal per dag, en zoveel vaker als nodig is, zichzelf kan wassen en wordt voorzien van schone kleding.

  • 4 Indien de verpleegde door de toepassing van mechanische middelen niet in staat is om zichzelf te wassen en van schone kleding te voorzien, is het personeelslid of de medewerker die is belast met de verzorging van de verpleegde hem hierbij behulpzaam.

  • 5 Indien de verpleegde door de toepassing van de mechanische middelen niet in staat is om op het toilet te urineren of zich te ontlasten, wordt hij voorzien van een urinaal of ondersteek. Het personeelslid of de medewerker die is belast met de verzorging van de verpleegde is hem zonodig behulpzaam bij het gebruik van de urinaal of ondersteek.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 januari 2000

De

Minister

van Justitie,

A.H. Korthals

.

  • 1. Valhelm of schuimhelm

  • 2. Gecapitonneerde handschoenen

  • 3. Mondafscherming

  • 4. Polsbanden aan riem om middel

  • 5. Dwangjack

  • 6. Enkelbanden met tussenstuk

  • 7. Handboeien van een door de Minister van Justitie goedgekeurd merk en type

  • 8. Veiligheidsbed