Wet van 5 juni 2000 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en van de wet van
19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies
en de Wet individuele huursubsidie in verband met de zogenaamde huursombenadering
(Stb. 323) (wijziging percentages)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut ! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het percentage in artikel 19, eerste lid, onder f, en tweede en derde lid, van de Huurprijzenwet woonruimte en in artikel IV, derde lid, van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet
woonruimte, de Wet op de huurcommissies en de Wet individuele huursubsidie in verband
met de zogenaamde huursombenadering (Stb. 323) te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: