Hoofdstuk 2. Regeling omtrent aanvraag
Gegevens die nodig zijn voor de toekenning van de studiefinanciering, worden door
de studerende, diens partner of diens ouders uitsluitend verstrekt door invulling
en inlevering van daartoe bestemde door de IB-Groep te verstrekken formulieren.
Artikel 2.2. De studentenchipkaart
In afwijking van artikel 2.1 kan een studerende die in het bezit is van een studentenchipkaart gegevens betreffende
de einddatum van zijn aanspraak op studiefinanciering of de wijziging van zijn woonplaats,
aan de IB-Groep doorgeven via de aan hem verstrekte studentenchipkaart.
Artikel 2.3. Aanvraagprocedure
In de aanvraag om toekenning van studiefinanciering worden de basisbeurs, de aanvullende
beurs, de basislening of de aanvullende lening aangevraagd. De aanvrager doet daarbij
opgave van het sociaal-fiscaal nummer waaronder hijzelf is geregistreerd bij de rijksbelastingdienst.
Artikel 2.4. Volledige opleiding buiten Nederland: aanvraag OV-studenten-kaart
De studerende, bedoeld in artikel 3.25 van de wet, die als reisvoorziening een OV-studentenkaart wenst te ontvangen, dient daartoe
een aanvraag in bij de IB-Groep uiterlijk 8 weken voor de datum waarop de kaart moet
ingaan.
Artikel 2.5. Deel opleiding buiten Nederland: aanvraag voorziening in geld
-
1 De studerende, bedoeld in artikel 4.12, die een reisvoorziening in geld wenst te ontvangen, dient daartoe een aanvraag in
bij de IB-Groep.
Hoofdstuk 4. Reisvoorziening
Artikel 4.1. Vorm van de reisvoorziening
De reisvoorziening wordt toegekend in de vorm van een OV-studentenkaart.
Artikel 4.2. Geldigheidsduur van de OV-studentenkaart
De OV-studentenkaart heeft een geldigheidsduur die ten hoogste de periode van 1 januari
tot en met 31 december van een kalenderjaar beslaat.
Artikel 4.3. Geen verlenging geldigheidsduur
De periode waarvoor de OV-studentenkaart geldig is, kan niet worden verlengd. De OV-studentenkaart
wordt jaarlijks per 1 januari vervangen door een nieuwe kaart, tenzij op het moment
van vervanging van de kaart geen recht op de reisvoorziening bestaat.
Artikel 4.4. Wijze van verkrijgen van een nieuwe OV-studentenkaart
De studerende die recht heeft op de OV-studentenkaart, ontvangt van de IB-Groep jaarlijks
tijdig voor 1 januari, of voor de maand waarin recht op de reisvoorziening ontstaat,
bericht over de plaats waar, de periode waarin en de wijze waarop de nieuwe OV-studentenkaart
kan worden afgehaald.
Artikel 4.5. De keuze van de OV-studentenkaart
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2003, 107, datum inwerkingtreding 08-06-2003, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2003.
De keuze van de OV-studentenkaart
1 De OV-studentenkaart kan worden verstrekt naar keuze van de studerende als:
-
a. OVS-weekkaart als bedoeld in artikel 1, derde lid, van de overeenkomst inzake de OV-studentenkaart,
tussen de Staat en de openbaar vervoerbedrijven van 17 juli 2002, of
-
b. OVS-weekendkaart als bedoeld in artikel 1, vierde lid, van de genoemde overeenkomst.
2 De studerende geeft bij het afhalen van de kaart te kennen of hij een OVS-weekkaart
of een OVS-weekendkaart kiest.
Artikel 4.6. Herziening van de keuze van de OV-studentenkaart; beslistermijn
Op de aanvraag om herziening van de keuze, bedoeld in artikel 3.26, tweede lid, van de wet, wordt besloten uiterlijk op de tiende werkdag nadat de aanvraag bij de IB-Groep
is ontvangen. Indien de aanvraag wordt toegekend, kan de kaart vanaf de datum van
het besluit worden afgehaald.
Artikel 4.7. Kosten van het herzien van de keuze van de OV-studentenkaart
Indien een studerende de gemaakte kaartkeuze herziet, is hij daarvoor aan de IB-Groep
€ 13,61 verschuldigd.
Artikel 4.8. OV-studentenkaart is strikt persoonlijk
De studerende die in het bezit is van een kaart als bedoeld in artikel 4.5, eerste lid, heeft uitsluitend voor zichzelf recht op kosteloos openbaar vervoer of korting op
de vervoerprijs.
Artikel 4.9. Eigendom van de OV-studentenkaart
De kaart die aan een studerende is verstrekt, blijft eigendom van de IB-Groep. De
IB-Groep bezit het auteursrecht op de OV-studentenkaart.
Artikel 4.10. Uitzondering op de plicht om de OV-studentenkaart in te leveren
-
1 Indien aan de studerende na verlies of diefstal van de kaart geen duplicaat is verstrekt,
is hij in afwijking van artikel 3.27, eerste lid, van de wet, niet verplicht zijn OV-studentenkaart in te leveren, mits hij van deze diefstal
of dit verlies aangifte doet en dat aan de verstrekker van de kaart meldt met een
door een politiebeambte ingevuld, daartoe bestemd formulier. Deze melding vindt plaats
binnen 5 werkdagen nadat zijn recht op studiefinanciering is geëindigd.
-
2 Het formulier, bedoeld in het eerste lid, is verkrijgbaar bij door de IB-Groep aangewezen
instellingen. De studerende is voor de verwerking van dit formulier een bedrag verschuldigd
van € 18,15 dat aan de verstrekker van het formulier wordt voldaan.
-
3 In geval van examen, herexamen dan wel uitloting van een student, is de studerende
verplicht de OV-studentenkaart in te leveren binnen 5 werkdagen na het bekend worden
van de examen- of herexamenuitslag respectievelijk na het moment dat de uitslag van
de uitloting bekend is geworden.
Artikel 4.11. Wijze waarop en voorwaarden waaronder een duplicaat van de OV-studentenkaart
kan worden verstrekt
-
1 In geval van verlies, diefstal of beschadiging van de OV-studentenkaart heeft de studerende
die recht heeft op de reisvoorziening, recht op verstrekking van een duplicaat van
de kaart uiterlijk op de tiende werkdag na ontvangst van de aanvraag daartoe bij de
verstrekker van de kaart.
-
3 In geval van verlies of diefstal wordt daarvan aangifte gedaan. In geval van beschadiging
wordt de beschadigde kaart met het formulier, bedoeld in het tweede lid, ingeleverd
bij door de IB-Groep aangewezen instellingen, of meegezonden aan de IB-Groep.
Artikel 4.12. Voorziening in geld
-
4 Toekenning van de reisvoorziening in geld vindt plaats per kalendermaand voor de periode
waarin de studerende voor de betreffende opleiding in het buitenland studeert. Na
deze periode wordt dezelfde OV-studentenkaart ter beschikking gesteld zonder dat deze
kaart opnieuw behoeft te worden aangevraagd. Indien de studerende eerder dan aangegeven
terugkeert in Nederland, kan opnieuw een OV-studentenkaart worden aangevraagd met
inachtneming van de aanvraagtermijn van artikel 2.4.