Regeling terugbetaling en ontheffing betalingsverplichting nationale vervoerbewijzen

[Regeling vervallen per 03-11-2011.]
Geraadpleegd op 25-12-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 02-11-2011

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende regels over het recht op terugbetaling of een ontheffing van de verplichting tot betaling van de vervoerprijs van ongebruikte of gedeeltelijk gebruikte vervoerbewijzen (Regeling terugbetaling en ontheffing betalingsverplichting nationale vervoerbewijzen)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 50, vierde lid, van het Besluit personenvervoer 2000;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Nationale vervoerbewijzen als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van het Besluit personenvervoer 2000 zijn vervoerbewijzen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen e, f en g van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer mits deze niet zijn afgegeven aan de reiziger door een instelling of bedrijf op basis van een daartoe door deze met een vervoerder gesloten overeenkomst.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 2 De periode waarover terugbetaling als bedoeld in het tweede lid kan worden verlangd, vangt niet eerder aan dan de eerste dag waarop de wijziging van de dienstregeling is ingegaan.

  • 3 Terugbetaling van een combinatie-abonnement in andere gevallen dan genoemd in het eerste lid kan uitsluitend plaatsvinden volgens de door de vervoerder vastgestelde voorwaarden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Voor een nationaal vervoerbewijs met een geldigheidsduur van een week wordt van de vervoerprijs terugbetaald:

    • a. 100% indien het vervoerbewijs voor de aanvang van de geldigheid of uiterlijk op de eerste dag van de geldigheidsduur is ingeleverd,

    • b. 60% indien het vervoerbewijs op de tweede dag van de geldigheidsduur is ingeleverd, en

    • c. 30% indien het vervoerbewijs op de derde dag van de geldigheidsduur is ingeleverd.

  • 2 Indien drie of meer dagen van de geldigheidsduur zijn verstreken, wordt niet tot terugbetaling overgegaan.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Voor een nationaal vervoerbewijs met een geldigheidsduur van een maand wordt van de vervoerprijs terugbetaald:

    • a. 100% indien het vervoerbewijs voor de aanvang van de geldigheidsduur of uiterlijk op de eerste dag van de geldigheidsduur is ingeleverd,

    • b. 80% indien het vervoerbewijs op de tweede dag van de geldigheidsduur is ingeleverd,

    • c. 60% indien het vervoerbewijs op de vierde dag van de geldigheidsduur is ingeleverd,

    • d. 40% indien het vervoerbewijs op de zesde dag van de geldigheidsduur is ingeleverd,

    • e. 20% indien het vervoerbewijs op de achtste dag van de geldigheidsduur is ingeleverd, en

    • f. 10% indien het vervoerbewijs op de negende dag van de geldigheidsduur is ingeleverd.

  • 2 Indien negen of meer dagen van de geldigheidsduur zijn verstreken wordt, niet tot terugbetaling overgegaan.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Voor een nationaal vervoerbewijs met een geldigheidsduur van een jaar wordt terugbetaald het betaalde bedrag met aftrek van het verbruik van het vervoerbewijs.

  • 2 Het verbruik, bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald door het aantal verstreken volle kalendermaanden te vermenigvuldigen met de prijs van een overeenkomstige maandabonnementskaart tegen het geldende tarief zoals dat gold op de eerste dag van de geldigheidsduur.

  • 3 Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing voor de maand waarin inlevering plaatsvindt.

  • 4 Indien negen maanden en negen of meer dagen van de geldigheidsduur zijn verstreken wordt niet tot terugbetaling overgegaan.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Indien het terug te betalen bedrag, na aftrek van administratiekosten, minder dan € 3 bedraagt, wordt niet tot terugbetaling overgegaan.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Indien tot terugbetaling van de vervoerprijs wordt overgegaan, is de reiziger een bedrag van € 5 aan administratiekosten verschuldigd.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

  • 1 Een verzoek tot gehele of gedeeltelijke terugbetaling van nationale vervoerbewijzen wordt ingediend bij Postkantoren BV, Postbus 30444, 3503 AG te Utrecht.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt een verzoek tot gehele of gedeeltelijke terugbetaling van een nationaal vervoerbewijs met een geldigheidsduur van een jaar ingediend bij het kantoor van aankoop.

  • 3 Bij het verzoek om terugbetaling wordt vermeld de naam, het adres en de woonplaats van de verzoeker alsmede een bank- of postgirorekeningnummer.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

De artikelen 2 tot en met 8 zijn van overeenkomstige toepassing op een ontheffing van de betalingsverplichting.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 03-11-2011]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling terugbetaling en ontheffing betalingsverplichting nationale vervoerbewijzen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos