Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004

Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2014.
Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

b. IOAW:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

c. IOAZ:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

d. Abw:

Algemene bijstandswet;

e. WWB:

Wet werk en bijstand;

f. Bbz 2004:

Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

g. declaratie:

opgave van kosten als bedoeld in artikel 56 van het Bbz 2004;

h. de ten laste van de gemeente gebleven kosten:

de ten laste van de gemeente gebleven kosten, bedoeld in artikel 48, derde en vierde lid, van het Bbz 2004, waaronder begrepen de baten door toepassing van artikel 14a van de Abw;

i. tekortkoming:

het niet hebben voldaan door burgemeester en wethouders aan de bij of krachtens het Bbz 2004 gestelde regels;

j. financieel beslag:

het verschil tussen het bedrag van de ten laste van burgemeester en wethouders gebleven kosten bij een onjuiste wetsuitvoering en dat bij een juiste wetsuitvoering;

k. financiële fouten:

tekortkomingen waarbij met zekerheid kan worden vastgesteld dat de uitkering of bijstand onrechtmatig is verstrekt of is teruggevorderd of verhaald zonder inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen;

l. financiële onzekerheden:

tekortkomingen waarbij niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de uitkering of bijstand rechtmatig is verstrekt;

m. uitkeringskosten:

de kosten van uitkeringen, bedoeld in artikel 48, eerste lid, van het Bbz 2004;

n. uitvoeringskosten:

de uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 56, eerste lid, van het Bbz 2004.

Artikel 1a. Vaststelling norm voor de baten bijstand bedrijfskapitaal

  • 1 De norm voor de baten, bedoeld in artikel 48, vierde lid, van het Bbz 2004 wordt berekend door de in het tweede lid bedoelde macronorm te vermenigvuldigen met de gemiddelde jaarlijkse lasten van de gemeente van algemene bijstand ter voorziening in de behoefte in bedrijfskapitaal over een periode van vijf jaren voorafgaand aan het jaar voor het jaar waarop de vergoeding, bedoeld in artikel 48 van het Bbz 2004, betrekking heeft.

  • 2 De macronorm is vastgesteld aan de hand van de som van de baten in verband met de bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal van alle gemeenten over vijf jaren gedeeld door de som van de lasten in verband met verleende bijstand ter voorziening in de behoefte van bedrijfskapitaal van alle gemeenten en is voor de vaststelling van de ten laste van de gemeente gebleven kosten, bedoeld in artikel 48, vierde lid, van het Bbz 2004, voor de kalenderjaren 2013, 2014 en 2015 bepaald op 54,9%.

Artikel 2. Voorschot Bbz 2004

  • 2 De maandvoorschotten voor een kalenderjaar worden betaald op of omstreeks de vijftiende van de maand waarop zij betrekking hebben, op basis van het over het twee jaar terugliggende kalenderjaar door burgemeester en wethouders gedeclareerde bedrag, waarbij afstemming plaatsvindt op de landelijk verwachte kosten voor het Bbz 2004.

Artikel 3. Opschorting en terugvordering van uitkering en voorschotten

  • 2 Indien het beeld van de uitvoering, bedoeld in artikel 77, tweede lid, van de WWB, niet op de in artikel 4, eerste lid, van de Regeling WWB genoemde datum is ontvangen, schort de minister de betaling van de maandvoorschotten Bbz 2004 voor het lopende vergoedingsjaar op met ingang van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarop de ontvangsttermijn is verlopen, doch niet gedurende de periode waarover door de minister aan het college in geval van overmacht uitstel is verleend.

  • 3 Indien de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, met betrekking tot de uitvoering van het Bbz 2004 niet door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is ontvangen binnen twaalf maanden na het kalenderjaar waarop zij betrekking heeft, worden de maandvoorschotten met betrekking tot het desbetreffende kalenderjaar op nihil vastgesteld en worden de reeds betaalde voorschotten teruggevorderd.

  • 4 De betaling van de uitkeringen en de maandvoorschotten wordt bij de toepassing van het eerste en het tweede lid hervat op de vijftiende van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin het beeld van de uitvoering is ontvangen.

  • 5 Het eerste, tweede en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing, indien het college in gebreke blijft om binnen een door de minister vastgestelde termijn aanvullende informatie te verstrekken die noodzakelijk is voor het financieel beheer van de IOAW, de IOAZ of het Bbz 2004.

Artikel 4. Betaling uitkering Bbz 2004, verhoging en aanvullende uitkering Bbz 2004

  • 1 De uitkering, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van het Bbz 2004, wordt in gelijke maandelijkse delen gedurende het kalenderjaar waarop zij betrekking heeft betaald, telkens op of omstreeks de vijftiende van de maand.

  • 2 Indien de uitkering op grond van artikel 51 van het Bbz 2004 wordt verhoogd in het jaar waarop de uitkering betrekking heeft, wordt het bedrag waarmee de uitkering wordt verhoogd in gelijke maandelijkse delen, met ingang van de maand volgend op de maand waarin het bedrag is vastgesteld, gedurende het restant van het kalenderjaar betaald, telkens op of omstreeks de vijftiende van de maand.

  • 3 Indien de uitkering op grond van artikel 51 van het Bbz 2004 wordt verhoogd in het jaar volgend op het jaar waarop de uitkering betrekking heeft, wordt het bedrag waarmee de uitkering wordt verhoogd betaald op of omstreeks de vijftiende van de maand volgend op de maand waarin het bedrag is vastgesteld.

  • 4 Aan gemeenten die in aanmerking komen voor de aanvullende uitkering, bedoeld in artikel 52 van het Bbz 2004, wordt deze betaald op of omstreeks de vijftiende van de maand volgend op de maand waarin deze is vastgesteld.

Artikel 5. Bedragen vergoeding uitvoeringskosten en kosten van onderzoek Bbz 2004

Artikel 7. Verslag over de uitvoering, accountantsverklaring en oordeel raad

[Vervallen per 01-01-2009]

Artikel 7b. Beeld van de uitvoering

  • 3 Het beeld van de uitvoering wordt ingediend onder gebruikmaking van een formulier dat door de minister elektronisch beschikbaar wordt gesteld.

  • 4 Op basis van het beeld van de uitvoering, bedoeld in het tweede lid, vindt een voorlopige verrekening plaats met de verleende voorschotten, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 9. Berekening financieel beslag van tekortkomingen Bbz 2004

  • 1 Het financieel beslag van tekortkomingen in de uitvoering van het Bbz 2004 wordt bepaald op het totaal van de financiële fouten en financiële onzekerheden met betrekking tot dat besluit.

  • 3 Bij samenloop van tekortkomingen als bedoeld in het tweede lid worden de afzonderlijk berekende financiële uitkomsten bij elkaar opgeteld.

  • 4 Voor de vaststelling van de ten laste van de gemeente gebleven kosten in het kalenderjaar 2009 en daaraan voorafgaande kalenderjaren is artikel 1, onderdeel h, zoals dat luidde op 31 december 2010 van toepassing.

Artikel 10. Overgangsbepaling

Bij de opschorting en terugvordering van voorschotten over het vergoedingsjaar 2009 en eerdere vergoedingsjaren wordt beslist met toepassing van artikel 3, zoals dat luidde op 31 december 2009.

Artikel 11. Wijziging Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Wik

[Red: Wijzigt de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Wik]

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 2 Artikel 11, onderdelen D, E, G, H, I en J, treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2000.

  • 3 Artikel 11, onderdeel F, treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag-tekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2000.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004.

Deze regeling zal met de toelichting, de modellen en de bijlagen, met uitzondering van het model van de verklaring en het controle- en rapportageprotocol, bedoeld in artikel 7, eerste lid, en de bijlagen, bedoeld in artikel 11, onderdelen D, G, H en J, in de Staatscourant worden geplaatst. Het model van de verklaring en het controle- en rapportageprotocol, bedoeld in artikel 7, eerste lid, en de bijlagen, bedoeld in artikel 11, onderdelen D, G, H, en J, liggen met ingang van 1 januari 2001 ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

`s-Gravenhage, 12 december 2000

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W.A. Vermeend

Bijlage Voorlopig verslag over de uitvoering 2006 IOAW/ IOAZ/Bbz 2004

[Vervallen per 01-01-2008]