Regeling Bijzondere Bijstandseenheden

[Regeling vervallen per 17-09-2009.]
Geraadpleegd op 26-11-2024.
Geldend van 31-12-2000 t/m 31-08-2004

Regeling Bijzondere Bijstandseenheden

De Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

gehoord hebbende de BELCOM-BBE en handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie,

Gelet op artikel 59, tweede lid en artikel 60, tweede lid van de Politiewet 1993 en artikel 9 vierde lid en artikel 12 eerste lid van het Besluit beheer regionale politiekorpsen (BBRP),

Besluiten:

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • BBE-politie: de bijzondere bijstandseenheid bedoeld in artikel 9, eerste lid van het Besluit beheer regionale politiekorpsen (BBRP), dan wel een onderdeel daarvan;

  • BBE-defensie: de bijzondere bijstandseenheden van het ministerie van Defensie, bedoeld in de Instellingsregeling bijzondere bijstandseenheden Defensie1, dan wel een onderdeel daarvan;

  • Bijzondere bijstandseenheid: de BBE-politie of de BBE-defensie, danwel een onderdeel daarvan;

  • Belcom-bbe: De ingevolge de instellingsregeling van de Minister van Justitie d.d. 17 januari 2000 kenmerk R 45/99 als zodanig aangewezen Begeleidingscommissie van de Bijzondere Bijstandseenheden.

§ 2. Verzoek om bijstand van de Bijzondere bijstandseenheden

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 Behoeft een regionaal politiekorps bijstand van de BBE-defensie, dan richt de korpsbeheerder op aanvraag van de officier van justitie een verzoek daartoe aan het College van procureurs-generaal.

  • 2 Behoeft het Korps landelijke politiediensten bijstand van de BBE-defensie dan richt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op aanvraag van de officier van justitie een verzoek daartoe aan het College van procureurs-generaal.

  • 3 Behoeft de Koninklijke Marechaussee bij de uitoefening van de politietaak bijstand van de BBE-defensie dan wel van de BBE-politie dan richt de officier van justitie een verzoek daartoe aan het College van procureurs-generaal.

  • 4 Indien het College van procureurs-generaal de inzet van de BBE-defensie dan wel de inzet van de BBE-politie ingevolge het eerste onderscheidenlijk het tweede of derde lid, noodzakelijk acht, dan richt het College, na overleg met de commissaris van de Koningin, een verzoek daartoe tot de Minister van Justitie.

§ 3. Alarmering en inzet van bijzondere bijstandseenheden

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

De Minister van Justitie beslist over een verzoek om bijstand van een bijzondere bijstandseenheid.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 De alarmering van bijzondere bijstandseenheden geschiedt op last van de Minister van Justitie door de Korpschef van het Korps landelijke politiediensten.

  • 2 Van de alarmering van de BBE-defensie wordt de Minister van Defensie zo spoedig mogelijk door de zorg van de Minister van Justitie in kennis gesteld.

    Van de alarmering van de BBE-politie wordt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zo spoedig mogelijk door de zorg van de Minister van Justitie in kennis gesteld.

  • 3 De korpschef van het Korps landelijke politiediensten stelt een door hem aangewezen coördinator danwel coördinatoren BBE ter beschikking van het bevoegd gezag.

  • 4 Bij een alarmering van BBE-defensie danwel bij een behoeftestelling van defensie-expertise of -middelen wordt door de Minister van Defensie desgewenst voorzien in het ter beschikking stellen voor coördinerende doeleinden aan het bevoegde gezag van een door hem als zodanig aangewezen defensie-coördinator.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 De daadwerkelijke inzet van bijzondere bijstandseenheden vindt slechts plaats na goedkeuring van een plan tot inzet van deze eenheid, eenheden of onderdelen daarvan door de Minister van Justitie.

  • 2 Het plan tot inzet van de BBE-defensie, danwel van de BBE-politie als deze als volledige eenheid wordt ingezet, wordt met een advies van de Belcom-bbe ter zake aan de Minister van Justitie voorgelegd.

  • 3 Alvorens het plan van inzet genoemd onder punt 2 van dit artikel goed te keuren, danwel wanneer een eenheid van de BBE volledig wordt ingezet, voert de Minister van Justitie overleg met de Minister-President, de Minister van Algemene Zaken, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Defensie en eventueel met andere betrokken ministers.

§ 4. Bevelvoering bij bijstand

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 Het bevoegd gezag, in de zin zoals is vermeld in hoofdstuk IV van de Politiewet 1993, wijst een algemeen commandant aan, die de algehele leiding heeft over het optreden van de bijzondere bijstandseenheid alsmede de leden hiervan en de daarbij eventueel aan de BBE toegevoegde andere ondersteunende eenheden.

  • 2 De algemeen commandant is belast met de uitvoering van de door of vanwege het bevoegd gezag gegeven aanwijzingen, verzoeken en opdrachten en stelt in overleg met de in artikel 4 lid 3 vermelde coördinator(en) BBE plannen op ter beëindiging van het zeer ernstige misdrijf, waarbij sprake is van direct levensbedreigende omstandigheden.

  • 3 De algemeen commandant draagt zorg voor de chronologische verslaglegging van het feitelijk optreden.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 Het bevoegd gezag kan een operationeel commandant aanwijzen, die onder direct bevel van de algemeen commandant staat. Hij heeft de feitelijke leiding over alle bij de operatie betrokken bijzondere bijstandseenheden.

  • 2 De operationeel commandant draagt zorg voor de verbindingen met de onder hem gestelde commandanten. Hij kan worden belast met verslaglegging van het feitelijk optreden.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 De commandant van de bijzondere bijstandseenheid staat bij de uitvoering van de door het bevoegd gezag geaccordeerde inzetplannen onder direct bevel van de algemeen commandant dan wel van de operationeel commandant. Hij heeft de feitelijke leiding over zijn bijzondere bijstandseenheid alsmede in voorkomend geval over de aan die bijzondere bijstandseenheid toegevoegde personen.

  • 2 De commandant van de bijzondere bijstandseenheid draagt met betrekking tot zijn bijzondere bijstandseenheid zorg voor de ontwikkeling en voorbereiding van plannen ter beëindiging van het zeer ernstige misdrijf, waarbij sprake is van direct levensbedreigende omstandigheden en rapporteert over het optreden van de bijzondere bijstandseenheid, na overleg hierover met de coördinator BBE, aan de boven hem gestelde commandant.

§ 5. Eisen aan personeel van BBE-politie en BBE-krijgsmacht

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 De ambtenaar van politie, die ter beschikking wordt gehouden ten behoeve van de BBE-politie, heeft voldaan aan de eindtermen van de door de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties aan te wijzen vervolgopleiding voor precisieschutter van de bijzondere bijstandseenheid

  • 2 De korpsbeheerder draagt er zorg voor dat de kennis en de vaardigheden van de in het eerste lid genoemde ambtenaar worden onderhouden op minimaal het niveau van de in het eerste lid bedoelde eindtermen.

  • 3 De precisie-schutters, welke zijn ingedeeld bij de BBE-krijgsmacht en ter beschikking worden gehouden voor deze bijzondere bijstandseenheid dienen eveneens voldaan te hebben aan de eindtermen zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

  • 4 De korpsbeheerder van de in lid 3 vermelde precisieschutters draagt er zorg voor dat de kennis en de vaardigheden van de in het derde lid genoemde precisieschutters worden onderhouden op minimaal het niveau van de in het eerste lid bedoelde eindtermen.

§ 6. Vergoeding van de kosten voor bijzondere bijstandseenheden

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 De kosten, die door de korpsbeheerder van een regionaal politiekorps of door ambtenaren van politie, in verband met hun indeling in de BBE-Politie worden gemaakt voor opleiding en bijzondere uitrusting, alsmede de daarmee samenhangende reis- en verblijfkosten komen ten laste van het budget dat hiertoe door het Ministerie van Justitie aan het Korps landelijke politiediensten wordt verstrekt.

  • 2 De overige kosten, die worden gemaakt ten behoeve van ambtenaren van politie die door een regionaal politiekorps beschikbaar worden gesteld voor de BBE-politie, komen ten laste van dat regionale politiekorps.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 De volgende kosten van de BBE-defensie komen ten laste van het budget van het Korps Landelijke Politiediensten:

    • a. de kosten voor opleiding, voor zover die opleiding niet door of vanwege het Ministerie van Defensie worden verzorgd;

    • b. de kosten voor bijzondere uitrusting, materialen, bewapening en munitie voor zover deze uitrusting, materialen, bewapening en munitie niet door of vanwege het Ministerie van Defensie worden gevoerd;

    • c. de reis- en verblijfkosten.

  • 2 De overige kosten, die worden gemaakt ten behoeve van militairen, die door de Minister van Defensie beschikbaar worden gesteld voor de BBE-defensie, komen ten laste van het ministerie van Defensie.

§ 7. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Met het in werking treden van deze regeling komt de regeling van 29 maart 1994 kenmerken 430240/594/GBJ en EA94/U 892 te vervallen.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Bijzondere Bijstandseenheden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en daarvan zal mededeling worden gedaan in het Algemeen Politieblad.

Den Haag, 13 december 2000

De Minister van Justitie,

A.H. Korthals

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.G. de Vries