Uitvoeringsbesluit pluimveerechten Meststoffenwet

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 08-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-12-2001.
Geldend van 01-12-2001 t/m 30-09-2002

Besluit van 18 december 2000 houdende regels ter uitvoering van het stelsel van pluimveerechten (Uitvoeringsbesluit pluimveerechten Meststoffenwet)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 5 oktober 2000, no. TRCJZ/2000/12288, Directie Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op de artikelen 58k en 58t van de Meststoffenwet, artikel 61 van de Meststoffenwet voorzover het betreft hoofdstuk 2, paragraaf 5, van dit besluit, en artikel 21, eerste en tweede lid, van de Wet herstructurering varkenshouderij, voorzover het betreft artikel 18 van dit besluit;

De Raad van State gehoord (advies van 14 december 2000, no. W11.00.0473/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 14 december 2000, no. TRCJZ/2000/15068, Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De in 1998 op het bedrijf geproduceerde hoeveelheid dierlijke meststoffen afkomstig van kippen en kalkoenen, bedoeld in artikel 58k, eerste lid, onderdelen c en d, en tweede lid, onderdeel c, van de wet, en in de artikelen 11, tweede lid, en 12, tweede lid, wordt bepaald door het gemiddeld aantal in 1998 gehouden, uitgeschaarde of tijdelijk elders ter weiding ondergebrachte dieren, van de binnen deze diersoorten onderscheiden diercategorieën, opgenomen in bijlage A bij de wet, zoals dit aantal met betrekking tot 1998 en het desbetreffende bedrijf is opgegeven in de aangifte van de heffingen, bedoeld in de artikelen 14 en 22 van de wet dan wel, bij gebreke daarvan, zoals dit aantal is vermeld op de opgave, bedoeld in artikel 11 van de Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet, te vermenigvuldigen met de forfaitaire productienormen voor de onderscheiden diercategorieën, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat per dier per jaar, opgenomen in bijlage A bij de wet.

  • 2 De gegevens van de aangifte en de correcties daarop, en van de opgave, worden slechts in aanmerking genomen voorzover deze door het Bureau Heffingen zijn ontvangen vóór 1 januari 2001.

  • 3 Indien in 1998 overdracht van het bedrijf heeft plaatsgevonden, wordt voor de toepassing van het eerste lid in aanmerking genomen de som van de door de vervreemder en door de verwerver van het bedrijf voor dat jaar ten aanzien van het bedrijf opgegeven aantallen kippen en kalkoenen, zoals deze aantallen over het gehele jaar zijn gemiddeld.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Een belanghebbende kan de melding slechts doen ten aanzien van één van de onderdelen van artikel 58k, eerste lid, van de wet.

Hoofdstuk 2. Nadere regels over een afwijkende bepaling van de omvang van het pluimveerecht

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

§ 1. Toepassing van artikel 58k, eerste lid, onderdeel a, van de wet

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De omvang van het pluimveerecht van een bedrijf ten aanzien waarvan voldaan is aan de voorwaarden, gesteld in artikel 58k, eerste lid, onderdeel a, van de wet en gesteld in deze paragraaf, komt overeen met de overeenkomstig hoofdstuk V, titel 2, paragraaf 3, met uitzondering van de artikelen 58k en 58m, van de wet bepaalde hoeveelheid, vermeerderd met de door de belanghebbende bij de melding aangegeven hoeveelheid fosfaat.

  • 2 De door de belanghebbende aangegeven hoeveelheid fosfaat komt ten hoogste overeen met:

    • a. het op 5 november 1998 voor het bedrijf geldende mestproductierecht, verminderd met de overeenkomstig hoofdstuk V, titel 2, paragraaf 3, met uitzondering van de artikelen 58k en 58m, van de wet bepaalde hoeveelheid fosfaat, of, indien de aldus bepaalde hoeveelheid minder is,

    • b. de hoeveelheid meststoffen afkomstig van het aantal kippen en kalkoenen waarmee het aantal op het bedrijf te houden kippen of kalkoenen kan worden vergroot ingevolge:

  • 3 De hoeveelheid meststoffen afkomstig van kippen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, wordt slechts in aanmerking genomen voorzover de som van deze hoeveelheid fosfaat en de in het referentiejaar geproduceerde hoeveelheid dierlijke meststoffen afkomstig van kippen niet groter is dan de som van het op 5 november 1998 voor het bedrijf geldende niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen en het grondgebonden mestproductierecht.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Bij de melding wordt een afschrift van de milieuvergunning, onderscheidenlijk van de aanvraag van de milieuvergunning en van de aanvraag van de bouwvergunning, onderscheidenlijk van de melding en van de aanvraag van de bouwvergunning, bedoeld in artikel 58k, eerste lid, onderdeel a, eerste, onderscheidenlijk tweede, onderscheidenlijk derde gedachtestreepje, van de wet, waarop door het bevoegd gezag de datum van ontvangst is aangetekend, overgelegd. Bij gebreke van een dergelijke aantekening wordt tevens een door het bevoegd gezag afgegeven bewijs van ontvangst, waarin die datum is vermeld, overgelegd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 2 De belanghebbende geeft binnen zes weken na de verlening van de milieuvergunning hiervan kennis aan het Bureau Heffingen onder overlegging van een afschrift van de milieuvergunning.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Binnen zes weken nadat de extra huisvesting, bedoeld in artikel 58k, eerste lid, onderdeel a, van de wet is gebouwd, geeft de belanghebbende hiervan kennis aan het Bureau Heffingen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De kennisgeving, bedoeld in de artikelen 6, tweede lid, en 7, tweede lid, wordt gedaan met gebruikmaking van een daartoe bestemd, door het Bureau Heffingen op verzoek van de belanghebbende ter beschikking gesteld formulier, dat overeenkomstig de op het formulier aangegeven wijze volledig en naar waarheid is ingevuld en door de belanghebbende is ondertekend.

§ 2. Toepassing van artikel 58k, eerste lid, onderdeel b, van de wet

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De omvang van het pluimveerecht van een bedrijf ten aanzien waarvan voldaan is aan de voorwaarden, gesteld in artikel 58k, eerste lid, onderdeel b, van de wet en gesteld in deze paragraaf, komt overeen met de overeenkomstig hoofdstuk V, titel 2, paragraaf 3, met uitzondering van de artikelen 58k en 58m, van de wet bepaalde hoeveelheid, vermeerderd met de door de belanghebbende bij de melding aangegeven hoeveelheid fosfaat.

  • 2 Ingeval de belanghebbende ingevolge artikel 58k, eerste lid, onderdeel b, van de wet een verzoek om doorhaling doet, en het voor het bedrijf geldende niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen ten gevolge van de registratie van een of meer na 11 april 1999 gedane kennisgevingen van verplaatsing per saldo is verkleind, dan komt de door de belanghebbende aangegeven hoeveelheid fosfaat ten hoogste overeen met:

    • het varkensrecht waarop de belanghebbende op grond van hoofdstuk II en artikel 24 van de Wet herstructurering varkenshouderij ten hoogste aanspraak kon maken, welk deel wordt uitgedrukt in kilogrammen fosfaat door vermenigvuldiging van het aantal varkenseenheden met 7,4 kilogram fosfaat, verminderd met

    • de hoeveelheid fosfaat waarmee de latente ruimte, bedoeld in artikel 58k, eerste lid, onderdeel b, van de wet de hoeveelheid fosfaat overstijgt die wordt bepaald door het op 31 december 2000 voor het bedrijf geldende niet-gebonden mestproductierecht te verminderen met de overeenkomstig hoofdstuk V, titel 2, paragraaf 3, met uitzondering van de artikelen 58k en 58m, van de wet bepaalde hoeveelheid fosfaat, althans voor zover deze laatstbedoelde hoeveelheid niet groter is dan het op 31 december 2000 geldende niet-gebonden mestproductierecht.

  • 3 De vermindering, bedoeld in het tweede lid, eerste gedachtestreepje, geschiedt ten hoogste voor een hoeveelheid fosfaat die overeenkomt met de hoeveelheid waarmee het niet-gebonden mestproductierecht geldend tot 1 januari 2001 per saldo is verminderd ten gevolge van de registratie van kennisgevingen van verplaatsing die zijn gedaan na 11 april 1999.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De belanghebbende doet het verzoek om doorhaling, bedoeld in artikel 58k, eerste lid, onderdeel b, van de wet bij de melding.

§ 3. Toepassing van artikel 58k, eerste lid, onderdeel c, van de wet

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De omvang van het pluimveerecht van een bedrijf ten aanzien waarvan voldaan is aan de voorwaarden, gesteld in artikel 58k, eerste lid, onderdeel c, van de wet komt overeen met de overeenkomstig hoofdstuk V, titel 2, paragraaf 3, met uitzondering van de artikelen 58k en 58m, van de wet bepaalde hoeveelheid, vermeerderd met de door de belanghebbende bij de melding aangegeven hoeveelheid fosfaat.

  • 2 De door de belanghebbende aangegeven hoeveelheid fosfaat komt ten hoogste overeen met de in 1998 geproduceerde hoeveelheid meststoffen afkomstig van kippen en kalkoenen, verminderd met de in het referentiejaar door deze diersoorten geproduceerde hoeveelheid meststoffen.

  • 3 Artikel 58h, tweede en derde lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing op het tweede lid, met dien verstande dat in plaats van «het referentiejaar» wordt gelezen «1998», en dat van de op het bedrijf plaatsgevonden productie van dierlijke meststoffen afkomstig van varkens alleen de productie in de periode van 1 januari tot 1 september 1998 in aanmerking wordt genomen.

  • 4 Voor de toepassing van het tweede lid wordt de in 1998 geproduceerde hoeveelheid dierlijke meststoffen afkomstig van kippen enkalkoenen slechts in aanmerking genomen voorzover deze hoeveelheid kleiner is dan de voor elk van de jaren 1995, 1996 en 1997 berekende hoeveelheid fosfaat die wordt bepaald door de som van het grondgebonden mestproductierecht en 83% van het niet-gebonden mestproductierecht, geldend voor het desbetreffende jaar, te verminderen met de in het desbetreffende jaar geproduceerde hoeveelheid dierlijke meststoffen afkomstig van andere in bijlage A bij de wet genoemde diersoorten dan kippen en kalkoenen.

§ 4. Toepassing van artikel 58k, eerste lid, onderdeel d, van de wet

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De omvang van het pluimveerecht van een bedrijf ten aanzien waarvan voldaan is aan de voorwaarden, gesteld in artikel 58k, eerste lid, onderdeel d, van de wet en gesteld in deze paragraaf komt overeen met de overeenkomstig hoofdstuk V, titel 2, paragraaf 3, met uitzondering van de artikelen 58k en 58m, van de wet bepaalde hoeveelheid, vermeerderd met de door de belanghebbende bij de melding aangegeven hoeveelheid fosfaat.

  • 2 De door de belanghebbende aangegeven hoeveelheid fosfaat komt ten hoogste overeen met de in 1998 geproduceerde hoeveelheid meststoffen afkomstig van kippen en kalkoenen, verminderd met de in het referentiejaar door deze diersoorten geproduceerde hoeveelheid meststoffen.

  • 3 Artikel 58h, tweede en derde lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing op het tweede lid, met dien verstande dat in plaats van «het referentiejaar» wordt gelezen «1998», en dat van de op het bedrijf plaatsgevonden productie van dierlijke meststoffen afkomstig van varkens alleen de productie in de periode van 1 januari tot 1 september 1998 in aanmerking wordt genomen.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 2 De grond waarmee de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond is uitgebreid was al vóór 6 november 1998 daadwerkelijk in het kader van een normale bedrijfsvoering bij het bedrijf, bedoeld in artikel 12 in gebruik.

§ 5. Afwijkende regels over de bepaling van de omvang van het pluimveerecht in het belang van een goede uitvoering van de wet

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 2 Het pluimveerecht komt overeen met de overeenkomstig hoofdstuk V, titel 2, paragraaf 3, met uitzondering van artikel 58k, van de wet bepaalde hoeveelheid, dan wel met de overeenkomstig de paragrafen 1, 2, 3 of 4 van dit hoofdstuk bepaalde hoeveelheid, vermeerderd met de door de belanghebbende bij de melding, bedoeld in het eerste lid aangegeven hoeveelheid fosfaat.

  • 5 Het pluimveerecht is niet hoger dan het op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 58c van de wet voor het bedrijf geldende mestproductierecht.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 2 Het pluimveerecht komt overeen met het pluimveerecht zoals dat voor het oorspronkelijke bedrijf ingevolge hoofdstuk V, titel 2, paragraaf 3, met uitzondering van artikel 58k, van de wet dan wel ingevolge hoofdstuk 2, paragrafen 1 tot en met 4, of artikel 15 zou hebben gegolden indien de splitsing niet had plaatsgevonden. Het pluimveerecht is niet hoger dan het op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 58c van de wet voor het bedrijf geldende mestproductierecht.

  • 3 De belanghebbende doet bij de melding, bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van het pluimveerecht van het bedrijf dat voor de splitsing, bedoeld in het eerste lid, tezamen met het overeenkomstig het eerste lid aangemelde bedrijf één bedrijf was, een kennisgeving van het vervallen van het pluimveerecht zoals dat onmiddellijk op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 58c van de wet gold.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De melding, bedoeld in de artikelen 14, eerste lid, en 15, eerste lid, wordt binnen zes weken na de inwerkingtreding van artikel 58c van de wet gedaan door de belanghebbende met gebruikmaking van een daartoe bestemd, door het Bureau Heffingen op verzoek van de belanghebbende ter beschikking gesteld formulier, dat overeenkomstig de op het formulier aangegeven wijze volledig en naar waarheid is ingevuld en door de belanghebbende is ondertekend.

Hoofdstuk 3. Uitzonderingen op korting bij overgang pluimveerecht

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 In afwijking van artikel 58q, derde lid, van de wet vindt geen vermindering van het pluimveerecht plaats bij een samenvoeging van bedrijven indien voldaan is aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a. de afstand tussen de stallen van de bedrijven die worden samengevoegd is niet groter dan 10 kilometer;

    • b. op het moment waarop de kennisgeving, bedoeld in artikel 58q, eerste lid, van de wet wordt gedaan is ten minste één en dezelfde persoon of rechtspersoon, of zijn verschillende personen waartussen bloed- of aanverwantschap in de eerste graad bestaat, gerechtigd tot de samen te voegen bedrijven ingevolge eigendom, een zakelijk gebruiksrecht of een door de grondkamer goedgekeurde pachtovereenkomst;

    • c. met betrekking tot het voor de bij de samenvoeging betrokken bedrijven geldende mestproductierecht en varkensrecht wordt tegelijk met de kennisgeving, bedoeld in artikel 58q, eerste lid, van de wet een kennisgeving van verplaatsing, onderscheidenlijk een kennisgeving van overgang als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Wet herstructurering varkenshouderij met betrekking tot de samenvoeging gedaan.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt verstaan onder stal: stal waarin een aantal kippen of kalkoenen, onderscheidenlijk andere dieren wordt gehuisvest dat in een kalenderjaar een hoeveelheid dierlijke meststoffen produceert van ten minste 35% van het pluimveerecht, onderscheidenlijk het mestproductierecht, zoals dat voor het desbetreffende bedrijf gold op de dag vóór de samenvoeging, dan wel waarin een aantal varkens wordt gehuisvest dat overeenkomt met ten minste 35% van het voor het desbetreffende bedrijf geldende varkensrecht zoals dat gold op de dag vóór de samenvoeging.

Artikel 17a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 In afwijking van artikel 58q, derde lid, van de wet vindt geen vermindering van het pluimveerecht plaats indien is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a. ten minste één en dezelfde persoon of rechtspersoon is ingevolge eigendom, een zakelijk gebruiksrecht of een door de grondkamer goedgekeurde pachtovereenkomst:

      • tot en met het tijdstip van de registratie van de kennisgeving, bedoeld in artikel 58q, tweede lid, van de wet gedurende ten minste twee jaar onafgebroken gerechtigd geweest tot het bedrijf waarvan het pluimveerecht afkomstig is, en

      • op het tijdstip van registratie van de kennisgeving, bedoeld in artikel 58q, tweede lid, van de wet gerechtigd tot het bedrijf waarnaar het pluimveerecht overgaat en blijft dat daarna ten minste twee jaar onafgebroken;

    • b. het bedrijf waarnaar het pluimveerecht overgaat en het bedrijf waarvan het pluimveerecht afkomstig is zijn beide geheel gelegen in hetzelfde concentratiegebied, of zijn beide geheel gelegen buiten de concentratiegebieden;

    • c. op het tijdstip van de registratie van de kennisgeving, bedoeld in artikel 58q, tweede lid, van de wet is de productie van dierlijke meststoffen afkomstig van kippen en kalkoenen beëindigd op het bedrijf waarvan het pluimveerecht afkomstig is;

    • d. met betrekking tot het bedrijf waarvan het pluimveerecht afkomstig is:

      • is de milieuvergunning gewijzigd overeenkomstig artikel 8.4 van de Wet milieubeheer, zodanig dat het houden van kippen en kalkoenen niet meer mogelijk is, of is de milieuvergunning, voorzover deze betrekkingheeft op het houden van kippen en kalkoenen, ingetrokken overeenkomstig artikel 8.26 van de Wet milieubeheer, of

      • is bij het bevoegd gezag een aanvraag voor de in het eerste gedachtestreepje bedoelde wijziging, onderscheidenlijk intrekking, van de milieuvergunning ingediend, naar aanleiding waarvan het bevoegd gezag binnen 1 jaar na het tijdstip van de registratie van de kennisgeving een beschikking tot wijziging, onderscheidenlijk beschikking tot intrekking, geeft. Binnen twee weken nadat deze beschikking is gegeven wordt hiervan aan het Bureau Heffingen kennis gegeven onder overlegging van een afschrift van deze beschikking.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt met de daar bedoelde persoon gelijk gesteld een bloed- of aanverwant van deze persoon in de eerste graad.

Artikel 17b

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 In afwijking van artikel 58s, vierde lid, van de wet vindt geen vermindering van het pluimveerecht plaats indien op het tijdstip van registratie van de kennisgeving, bedoeld in artikel 58s, tweede lid, van de wet, is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a. de productie van dierlijke meststoffen afkomstig van kippen en kalkoenen wordt niet verplaatst van een locatie gelegen in een concentratiegebied naar een locatie gelegen buiten de concentratiegebieden;

    • b. op de locatie waarvandaan de productie van dierlijke mest, afkomstig van kippen en kalkoenen wordt verplaatst, is deze productie beëindigd;

    • c. met betrekking tot de locatie waarvandaan de productie van dierlijke meststoffen afkomstig van kippen en kalkoenen wordt verplaatst:

      • is de milieuvergunning gewijzigd overeenkomstig artikel 8.4 van de Wet milieubeheer, zodanig dat het houden van kippen en kalkoenen niet meer mogelijk is, of is de milieuvergunning, voorzover deze betrekking heeft op het houden van kippen en kalkoenen, ingetrokken overeenkomstig artikel 8.26 van de Wet milieubeheer, of

      • is bij het bevoegd gezag een aanvraag voor de in het eerste gedachtestreepje bedoelde wijziging, onderscheidenlijk intrekking, van de milieuvergunning ingediend, naar aanleiding waarvan het bevoegd gezag binnen 1 jaar na het tijdstip van de registratie van de kennisgeving een beschikking tot wijziging, onderscheidenlijk beschikking tot intrekking, geeft. Binnen twee weken nadat deze beschikking is gegeven wordt hiervan aan het Bureau Heffingen kennis gegeven onder overlegging van een afschrift van deze beschikking.

Hoofdstuk 4. Wijzigingen in andere regelgeving en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

[Red: Wijzigt het Uitvoeringsbesluit Wet herstructurering varkenshouderij.]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 58c van de wet in werking treedt.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit pluimveerechten Meststoffenwet.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 december 2000

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst

Uitgegeven zevenentwintigste december 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals