Gegevens met betrekking tot de arbeidstijd
(kolom 1) Datum:
Hier wordt de datum ingevuld (1, 2, 3, enz.).
(kolom 2) Dag van de week:
Hier wordt de dag ingevuld (ma. di. wo. enz).
(kolom 3) Locatie/Installatie/Andere arbeidsplaatsen:
Hier wordt ingevuld de naam van de locatie c.q. installatie of andere arbeidsplaats
waar de arbeid is verricht.
Indien het arbeidstijdpatroon (niet -regelmatig en -bestendig) inhoudt dat zowel onshore
als offshore wordt gewerkt, dan wordt hier aangegeven op welke installaties, locaties
of andere arbeidsplaatsen (bv. shop) wordt gewerkt.
(kolom 4) Consignatiedienst ja/nee:
Hier wordt aangegeven of de werknemer geconsigneerd is geweest.
Indien de werknemer geconsigneerd is geweest geeft u in kolom 8 de gewerkte uren aan
en in kolom 16 een duidelijke argumentatie hiervoor.
Consignatie is de tijd tussen twee opeenvolgende diensten of tijdens een pauze waarin
de werknemer uitsluitend verplicht is bereikbaar te zijn om in geval van onvoorziene
omstandigheden zo snel mogelijk de nodige werkzaamheden te verrichten.
Voorbeeld: op mijnbouwinstallaties kunnen specialisten in verband met onvoorziene
omstandigheden hun dagelijkse rust onderbreken om werkzaamheden te verrichten, bijvoorbeeld
`de medic'.
(kolom 5) Aanvang werktijd:
Hier wordt het tijdstip aangegeven waarop de werknemer begint te werken.
Woon-werkverkeer wordt niet als arbeidstijd gezien, helikoptervluchten van de wal
naar het platform vallen onder woon-werkverkeer. De arbeidstijd begint bij de aanvang
van de eerste dienst.
Werk-werkverkeer is wel werktijd (belangrijk voor werknemers die op één dag op meerdere
installaties/locaties werken).
(kolom 6) Einde werktijd:
Hier wordt het einde van de arbeidstijd ingevuld.
Aanvang en einde werktijden worden aangegeven volgens het systeem van 24 uur (bijvoorbeeld
06.00 of 18.00 uur). Het registreren van aanvang- en eindtijden zijn voor onshore
ook van belang om te bepalen of iemand in een nachtdienst heeft gewerkt. Voor de nachtdienst
gelden afwijkende bepalingen (art. 5:8 Atw).
(kolom 7) Uren voor trainingen aan wal:
Hier worden de uren ingevuld die besteed worden door offshore/onshore- werknemers
werkzaam in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon (ATB) aan verplichte veiligheidstrainingen
op de wal bij trainingsinstituten.
Het gaat hier alleen om herhalingstrainingen zoals deze nu in het Nogepa trainingshandboek
zijn vermeld. Basis-trainingen moeten zijn gevolgd vóór de aanvang van de werkzaamheden.
Voor werknemers werkzaam in een niet bestendig en -regelmatig arbeidstijdpatroon ATB
geldt dat deze trainingen tijdens de normale arbeidstijd moeten worden gevolgd. Offshore/onshore
werknemers werkzaam in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon (ATB) mogen
deze trainingen bijwonen in de dagen dat men rust heeft,, tot een maximum van 3 dagen
per kwartaal. De werkgever compenseert deze dagen c.q. uren binnen 52 weken. (Deze
uren hoeven niet meegerekend te worden in kolom 14, totaal gewerkte uren, maar u moet
wel in de gaten houden dat op jaarbasis de trainingsdagen c.q. uren gecompenseerd
worden.)
(kolom 8) Gewerkte uren bij consignatie:
Hier worden de uren ingevuld per oproep. De arbeidstijd vangt aan op het moment van
oproep en bedraagt minimaal een 1/2 uur. Indien binnen een 1/2 uur na beëindiging
van de arbeidstijd die voortvloeit uit een oproep, opnieuw een oproep wordt gedaan
is de tussenliggende tijd arbeidstijd.
Bij consignatie is het mogelijk om de maximale arbeidstijd van 11 uur te verlengen
tot 13 uur per dag, waarbij het totaal aantal uren arbeid per week niet meer mag bedragen
dan 85 uur. Dit betekent dat, indien er een 12-uur- dienstrooster is, waarvan er 11
uur werkelijk gewerkt wordt, er nog 2 uur per dag met een maximum van 85 uur per week,
besteed kan worden aan consignatie.
(kolom 9) Inkorten rusttijd:
Indien er gebruik wordt gemaakt van inkorten rusttijd moet er hier door middel van
een X of de J van ja worden ingevuld. Bij de kolom opmerkingen (kolom 16) wordt de
aanvangstijd en eindtijd ingevuld, zodat zichtbaar is of men 8 uur aangesloten rust
heeft genoten.
De aaneengesloten rusttijd mag i.p.v. 12 uur naar 8 uur worden ingekort. Dit houdt
niet in dat men 16 uur arbeid mag verrichten. In die diensttijd mag men 11 uur arbeid
verrichten en moet men ten minste 5 uur pauze genieten. Met andere woorden `de te
werken uren (11 uur) kunnen worden verspreid over een diensttijd van 16 uur.
(kolom 10) Overwerk:
Hier wordt ingevuld hoeveel uren is overgewerkt.
Indien men werkzaam is in een arbeidstijdpatroon zoals bepaald in het Arbeidstijdenbesluit
kan niet worden overgewerkt. Bij werkzaamheden verricht volgens een arbeidstijdpatroon
zoals bepaald in de Arbeidstijdenwet kan wel worden overgewerkt (Art. 5:9 ATW). Overwerk
is een afwijking van de normale arbeidstijd zoals die op basis van wettelijke normen,
hetzij in de standaardregeling hetzij een overlegregeling is vastgelegd. Het kan daarbij
alleen gaan om afwijkingen die zich incidenteel en dus niet structureel voordoen.
Het aantal uren per week mag niet hoger zijn dan 60 uur en in een periode van 13 weken
mag het weekgemiddelde niet hoger zijn dan 48 uur.
(kolom 11) Uren voor oefeningen
(geldt alleen voor werkzaamheden verricht volgens de arbeidstijdpatronen van het Arbeidstijdenbesluit):
Hier worden de uren ingevuld die aan oefeningen zijn besteed buiten de normale dienst.
Offshore alsmede onshore wordt eenmaal in de twee weken ten behoeve van de voorbereiding
op noodsituaties een uur besteed aan oefeningen, waarvoor de arbeidstijd met 1 uur
mag worden verlengd c.q. de rusttijd met 1 uur worden ingekort. Voor sommige werknemers,
namelijk degene die op dat moment hun dienst nog niet hadden beëindigd, vallen deze
oefeningen dus in de normale dienst en worden hier niet opgenomen.
(kolom 12) Gewerkte uren in het buitenland:
Hier worden de uren ingevuld tijdens welke de werknemer gedurende het tijdvak waarop
dit formulier betrekking heeft in het buitenland werkzaamheden heeft verricht, omdat
deze uren ook meetellen voor de vaststelling van de werkelijk gewerkte uren volgens
de ATW/ATB.
De werknemer verstrekt aan de in Nederland gevestigde werkgever uit eigen beweging
tijdig de voor de naleving van de arbeidstijden nodige inlichtingen.
(kolom 13) Overigen:
Uren die tellen als arbeidstijd zoals: ondernemingsraadwerk, ziekte, vakantie, verlof
uren of vervulling van een door de wet of overheid opgelegde verplichting die de werknemer
heeft genoten of heeft verricht worden hier ingevuld. In kolom 16 wordt aangegeven
waarvoor men deze uren heeft gebruikt.
Indien een werknemer, bijvoorbeeld: werkzaam in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon,
ziek wordt tijdens zijn 14 dagen offshore, tellen de uren die hij gewerkt zou hebben
als hij niet ziek geworden was toch als arbeidstijd. Als de werknemer beter wordt,
mag hij niet tijdens zijn eigenlijke rustperiode weer aan het werk gaan. De roosterverandering
zou niet alleen zijn regelmatig arbeidspatroon verstoren, maar bovendien de arbeidstijd
boven de toegestane 520 uur per periode van 13 weken brengen Omdat het bovenstaande
problemen opriep, is dit voorgelegd bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hierop is
het volgende geantwoord:
- Indien een werknemer werkzaam in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon
op vakantie of ziek is tijdens zijn (geplande) offshore periode dan is het toegestaan
dat hij tijdens zijn eigenlijke (geplande rusttijd (14 dagen) weer aan het werk mag.
De uren dat hij op vakantie of ziek is geweest moeten wel geregistreerd worden (max.
11 uur per dag). Indien van bovenstaande gebruik wordt gemaakt zal blijken dat men
boven de 520 uur per kwartaal uitkomt. In dergelijke gevallen zal SODM niet handhavend
optreden wanneer op jaarbasis het gemiddelde van 40 uur arbeid (vakantie en ziekte
uren meegerekend) niet wordt overschreden.
Voor een werknemer in een regelmatig en bestendig arbeidstijdpatroon is duidelijk
te bepalen hoeveel uren hij gewerkt zou hebben als hij niet ziek zou zijn geworden
of niet met vakantie zou zijn gegaan. Bij werknemers in een niet-bestendig en -regelmatig
arbeidstijdpatroon kunnen zich situaties voordoen, waarin vooraf niet duidelijk is
hoeveel uur arbeid een werknemer zou hebben verricht. Voor dergelijke situaties kan
gerekend worden met een arbeidstijd per dag van 8 uur.
Tot slot nog een opmerking over OR-werk dat verricht wordt door een werknemer buiten
zijn reguliere diensttijd. Hoewel tijd besteed aan ondernemingsraadwerk telt als arbeidstijd,
telt OR-werk niet als arbeid. Zo mag bijvoorbeeld een werknemer die lid is van een
ondernemingsraad, zijn OR-werk doen bovenop zijn twaalfuursdienst, zolang de gemiddelde
40-urige werkweek, berekend over een periode van 13 weken, niet wordt overschreden.
Evenzo mogen OR-werkzaamheden ook zonder uitdrukkelijke wettelijke goedkeuring uitgevoerd
worden in de `week af', met inachtneming van de 40-urige werkweek.
(kolom 14) Totaal gewerkte uren:
Hier worden het totaal aantal uren opgegeven waarin arbeid is verricht. Dus het totaal
van de kolommen 8, 9, 10, 11, 12 en 13.
(kolom 15) Onafgebroken rusttijd:
Hier wordt het aantal uren ingevuld tussen twee opeenvolgende diensten.
(kolom 16) Opmerkingen:
Hier worden eventuele opmerkingen ingevuld, zoals bijv. reden consignatie, welke veiligheidstraining
is gevolgd (kolom 7), compensatie, vakantie, ziekte, aard van de overmacht, enz.