4. Verplicht ondernemingsvermogen
[Regeling vervallen per 10-04-2009 met terugwerkende kracht tot en met 24-03-2009]
Ten slotte merk ik nog op dat de Agaathlening dient ter financiering van bestanddelen
die behoren tot het verplichte ondernemingsvermogen van de beginnende ondernemer.
Een in zijn geheel met een Agaathlening gefinancierd vermogensbestanddeel dat deel
uitmaakt van de maatschapsbalans kan niet in zijn geheel worden toegeschreven aan
de beginnende maat en voldoet dus niet aan de Agaathvereisten.
In het geval een vermogensbestanddeel dat deel uitmaakt van de maatschapsbalans voor
een deel wordt gefinancierd met een Agaathlening, moet het daarmee overeenkomende
deel volledig aan de beginnende ondernemer zijn toe te rekenen. Deze toerekening moet
zonder enige onduidelijkheid uit de persoonlijke jaarrekening van de beginnende ondernemer
zijn af te lezen. Het uitsluitend vermelden van ‘aandeel in maatschapsvermogen’ in
de persoonlijke balans is niet voldoende, omdat in dat geval niet blijkt op welke
investering de Agaathlening betrekking heeft en evenmin het aandeel van de beginnende
ondernemer in de desbetreffende maatschapsinvestering.
De met de Agaathvereisten samenhangende manier om duidelijk te maken welke investering
is gefinancierd met een Agaathlening, is om in de persoonlijke balans van de beginnende
ondernemer alle aan hem toe te schrijven activa en passiva uit het maatschapsvermogen
als zodanig in de persoonlijke balans op te nemen. In de praktijk wordt – wegens daarmee
samenhangende administratieve lasten – een dergelijke uitwerking veelal niet geprefereerd.
Om die reden ontmoet het bij mij geen bezwaar aan de actiefzijde van de persoonlijke
balans te volstaan met het vermelden van de Agaathinvestering en het overige maatschapsaandeel
in één bedrag samen te voegen. Uit een dergelijke balans valt de directe samenhang
tussen de Agaathlening en de Agaathinvestering af te lezen en ook voor welk bedrag
voor rekening van de beginnende onderneming is geïnvesteerd. Zie ter toelichting het
onderstaande voorbeeld.
Voorbeeld persoonlijke balans van een beginnende ondernemer
Helft bedrijfspand
|
200.000
|
|
Ondernemingsvermogen
|
40.000
|
|
|
|
|
|
Overig aandeel in maatschapsvermogen
|
40.000
|
|
Agaathlening
|
200.000
|
|
240.000
|
|
|
240.000
|
Dit voorbeeld is goed toepasbaar bij het gezamenlijk kopen van een nieuw bedrijfsmiddel.
In het geval echter een beginnende ondernemer bijvoorbeeld de helft van alle activa
en passiva overneemt, zal een opsomming in de persoonlijke balans al snel een (zeer)
grote administratieve last oproepen. Om die reden keur ik goed dat onder de hierna
vermelde voorwaarden geacht wordt te zijn voldaan aan de Agaathvereisten indien de
investeringen van de beginnende ondernemer die zijn gefinancierd met een Agaathlening
niet als zodanig worden opgenomen in zijn persoonlijke balans, maar in de toelichting
daarop. Zie voor de tekst van deze toelichting het volgende voorbeeld.
Agaathlening
In het aandeel van de maatschap is een bedrag van E ........ begrepen, dat is gefinancierd
met een tot het buitenmaatschappelijke ondernemingsvermogen behorende Agaathlening
ter grootte van E ........ Dit aandeel, gebaseerd op de (stakingswinst)verdeling van
(als voorbeeld) 50/50, bestaat uit de volgende vermogensbestanddelen. Alle vermelde
vermogensbestanddelen behoren tot het verplichte ondernemingsvermogen.
Vermogensbestanddeel
|
Totale boekwaarde
|
Aandeel beginnende maat
|
1. Bedrijfspand
|
400.000
|
200.000
|
2. .....................
|
.............
|
.............
|
3. .....................
|
.............
|
.............
|
etc.
|
|
|
Deze toelichting op de persoonlijke balans dient een eigen hoofdstuk met nummer te
hebben, die in de inhoudsopgave wordt opgenomen. De lijst met vermogensbestanddelen
bevat uitsluitend Agaathinvesteringen van de beginnende ondernemer. Om te kunnen beoordelen
of sprake is van verplicht ondernemingsvermogen kan niet worden volstaan met hoofdlijnen.
Dit besluit treedt in werking met ingang van belastingjaar 2001