Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Voor subsidieverlening op grond van de artikelen 2.6.10 en 2.6.11 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken ten behoeve van de inzet van assistent-deskundigen in het kader van het Assistent-Deskundigen
programma zoals geformuleerd in het beleidskader van het Assistent-Deskundigenprogramma,
geldt voor de periode 10 januari 2001 tot en met 31 december 2001 de volgende beleidsregels:
a. Doelstelling
De doelstelling van de voor subsidie in aanmerking komende activiteiten zijn:
1) Vergroting van het draagvlak voor internationale samenwerking binnen Nederland
door jonge afgestudeerden met beperkte werkervaring door middel van een gestructureerde
leerervaring de mogelijkheid te bieden om als assistent-deskundige ervaring op te
doen op het vlak van internationale samenwerking.
2) Versterking van de institutionele capaciteit van de ontvangende organisatie ter
ondersteuning van deze organisatie bij het werken aan capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden.
b. Subsidieaanvragers
Voor subsidiëring op grond van het programma komen in aanmerking Nederlandse maatschappelijke
organisaties die activiteiten ontplooien op het gebied van capaciteitsopbouw in landen
vermeld in de eerste drie kolommen van de lijst welke is op gesteld door de `Development
Assistance Committee' (DAC).
c. Activiteiten
Voor subsidie komen in aanmerking activiteiten die voldoen aan de volgende eisen:
- -
De activiteit waarin de assistent-deskundige ingezet wordt, draagt aantoonbaar bij
aan capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden die voorkomen in de eerste drie kolommen
van de DAC lijst.
- -
In de functie van de assistent-deskundige speelt de ontwikkeling van competenties
in het kader van human resource development een centrale rol.
- -
De aard van de activiteit biedt de assistent-deskundige de mogelijkheid om een eigen,
specifieke additionele bijdrage aan de uitvoering van de opdracht te leveren en om
vaktechnische en ontwikkelingstechnische ervaring op te doen.
d. Subsidieplafond en omvang van de subsidie
Het subsidieplafond is NLG 10.000.000,- (Euro 4.537.802). De behandeling van aanvragen
geschiedt op basis van de volgorde van binnenkomst.
Het aantal assistent-deskundigen per subsidieontvanger bedraagt ten minste 5. Per
subsidieontvanger bedraagt het aantal assistent-deskundigen ten hoogste 20% van het
totaal van de gerekruteerde staf van de subsidieontvanger. Indien subsidieontvanger
een overkoepelende organisatie is, dan geldt dat maximaal 5 assistent-deskundigen
per aangesloten lid gesubsidieerd wordt.
Per assistent-deskundige bedraagt de subsidie ten hoogste NLG 175.000,- (Euro 79.545)
per jaar met een maximum van 3 jaar.
e. Subsidiabele kosten:
-
- 1. Subsidie kan uitsluitend worden verleend voor de volgende kosten:
-
a) Personele kosten en toeslagen:
- -
basis salaris
- -
verblijfskosten (te specificeren)
- -
eventuele schoolkosten (te specificeren)
- -
sociale verzekeringen (te specificeren)
-
b) Reiskosten en bijbehorende kosten:
- -
heen of terugreis (te specificeren)
- -
verblijfskosten (te specificeren)
- -
verlofreis (te specificeren)
-
c) Uitrustingskosten (te specificeren)
- -
kosten van huishuur (te specificeren)
- -
verhuiskosten (te specificeren)
- -
overige uitrustingskosten (te specificeren)
-
d) d) Overige kosten:
-
e) e) Administratieve kosten ten hoogste 13% over der rubrieken a t/m c
-
- 2. De functiebeschrijving voor de assistent-deskundige is gespecificeerd ten aanzien
van taken en kwalificaties van de assistent-deskundige alsmede informatie met betrekking
tot de methodiek van supervisie. De functiebeschrijving omvat voorts gedetailleerde
gegevens omtrent de leer- en trainingselementen. De assistent-deskundige is op de
dag van sollicitatie niet ouder dan 32 jaar. Indien relevant, stemmen de autoriteiten
van het land waar de assistent-deskundige werkzaam zal zijn in met de inzet van de
assistent deskundige.
f. Aanvraag
In aanvulling op het bepaalde in de Subsidieregeling Buitenlandse Zaken, omvat de
subsidieaanvraag een beleidsdocument ter beoordeling, waaruit blijkt hoe bij betreffende
organisatie de werving en selectie van kandidaten geschiedt en op welke wijze de inzet
van assistent-deskundigen is ingebed in een gestructureerd trainingsprogramma. Het
trainingsprogramma omvat in elk geval bepalingen over de verhouding tussen werken
en leren, van supervisie en over de wijze waarop de subsidieontvanger de resultaten
van het trainingsprogramma meet en in meetbare grootheden.