Warenwetbesluit Kruidenpreparaten

Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2002.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2002

Besluit van 19 januari 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 augustus 2000, kenmerk GZB/VVB 2099119, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 8, onder c, 9 onder a, 12 en 14 van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 19 oktober 2000, no. W13.00.0392/III)

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 januari 2001, GZB/VVB 2144381, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. kruidensubstantie: substantie bestaande uit plantenmateriaal;

    • b. kruidenpreparaat: een kruidensubstantie, al dan niet bewerkt, die bestemd is te worden gebruikt door de mens, daaronder begrepen kruidenextracten;

    • c. toxische pyrrolizidine-alkaloïden: esteralkaloïden die zijn afgeleid van necinediol (7-hydroxy-1-hydroxy-methylpyrrolizidine) met een 1,2-onverzadigde binding, inclusief de onderscheiden N-oxides.

Artikel 2

Het is verboden kruidenpreparaten of waren die kruidenpreparaten bevatten, te bereiden, te vervaardigen of te verhandelen, indien deze niet voldoen aan de bij of krachtens dit besluit gestelde eisen.

Artikel 3

Kruidenpreparaten bevatten slechts kruidensubstanties in hoeveelheden die niet schadelijk zijn voor de volksgezondheid.

Artikel 4

  • 1 De hoeveelheid toxische pyrrolizidine-alkaloïden van kruidenpreparaten die bestaan uit materiaal dat geheel of ten dele afkomstig is van planten, bedoeld in onderdeel I van de bijlage, of van andere planten waarvan wordt aangenomen dat ze toxische pyrrolizidine-alkaloïden bevatten, bedraagt niet meer dan 1 µg per kg, onderscheidenlijk per liter.

  • 2 Kruidenpreparaten die bestaan uit materiaal dat geheel of ten dele afkomstig is van planten, bedoeld in onderdeel II van de bijlage, bevatten geen aristolochiazuren of derivaten hiervan.

  • 3 Kruidenpreparaten bevatten geen materiaal dat geheel of ten dele afkomstig is van planten bedoeld in onderdeel III van de bijlage.

Artikel 5

  • 1 De verhandelaar die een kruidenpreparaat met een bewering over de werking of eigenschappen daarvan voor de eerste keer in de handel brengt, beschikt over objectieve gegevens waaruit die werking of eigenschappen blijken.

  • 2 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • 3 De in het eerste en tweede lid bedoelde gegevens worden desgevraagd door de daar bedoelde verhandelaar ter beschikking gesteld van de ambtenaar die belast is met het toezicht op de naleving van dit besluit.

Artikel 6

  • 2 Bij kruidenpreparaten, niet zijnde eet- of drinkwaren, wordt een vermelding gebezigd inzake een lijst van ingrediënten, een gebruiks- en doseringsadvies en een vermelding van de naam of de handelsnaam en het adres of de vestigingsplaats van de fabrikant of persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van de waar.

Artikel 7

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 februari 2001, met dien verstande dat artikel 4, eerste en derde lid, in werking treedt op 1 augustus 2001 voor die kruidenpreparaten, niet zijnde eet- of drinkwaren, die uitsluitend bestemd zijn om in aanraking te worden gebracht met de verschillende delen van het menselijk lichaamsoppervlak, en waarin geen andere planten aanwezig zijn dan die welke met cijfer 1 in de laatste kolom van de bijlage zijn aangegeven.

  • 2 In afwijking van het eerste lid treedt:

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 19 januari 2001

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de eenendertigste januari 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Bijlage

Deze bijlage behoort bij artikel 4.

I. Ten minste de volgende plantensoorten worden geacht toxische pyrrolizidine-alkaloïden te bevatten.

Familie:

Geslacht:

Soort:

Bijzonderheden:

Asteraceae

Brachyglottis

Brachyglottis repens

 
 

Cineraria

Cineraria maritima

 
 

Erechtites

Erechtites hieracifolia

 
 

Eupatorium

Alle soorten, waaron-

1

 

(Leverkruid)

der: Eupatorium aromaticum Eupatorium cannabinum

 
   

Eupatorium purpu-

1

   

reumechter met uitzondering van Eupatorium perfoliatum

 
       
       
 

Petasites (Groot hoefblad)

Petasites hybridus Petasites officinalis

 
       
 

Senecio (Kruiskruid)

Alle soorten, waaronder: Senecio adonidifolius Senecio aureus Senecio bicolor Senecio cineraria Senecio doronicum Senecio incanus Senecio jacobaea Senecio nemorensis Senecio vulgaris

 
 

Tussilago (Klein hoefblad)

Tussilago farfara

1

   

Tussilago petasites

 
       

Boraginaceae

Alkanna

Alkanna tinctoria

1

       
 

Anchusa (Ossetong)

Anchusa arvensis Anchusa italica Anchusa officinalis

1

   

Anchusa tinctoria

 
       
 

Borago (Bernagie)

Borago officinalis

1

       
 

Cynoglossum (Hondstong)

Cynoglossum officinale

 
       
 

Heliotropium (Heliotroop)

Alle soorten, waaronder: Heliotropium arborescens Heloptropium peruvianum Heliotropium europaeum Heliotropium indicum

 
       
 

Lithospermum (Parelzaad)

Lithospermum officinale

1

   

(Glad Parelkruid)

 
       
 

Symphytum (Smeerwortel)

Alle soorten, waaronder: Symphytum officinale

1

II. Planten uit het geslacht Aristolochia (Aristolochiaceae)

III. De volgende planten en schimmels:

Aconitum napellus (Monnikskap of Duivelskruid)

 

Adonis vernalis (Voorjaarsadonis of Duivelsoog)

 

Artemisia cina (Echt wormkruid)

 

Artemisia maritima Zeealsem)

 

Atropa belladonna (Wolfskers)

 

Brassica nigra (Zwarte mosterd),

1

behoudens de toepassing in levensmiddelen van het zaad Bryonia alba (Heggerank)

 

Cephaelis acuminata of Uragoga granatensis (waaronder Ipecacuanhae radix)

 

Chenopodium ambrosioides (var. anthelminthicum) (Welriekende ganzevoet)

 

Chrysanthemum vulgare of Tanacetum vulgare (Boerenwormkruid of Reinvaren)

1

Citrullus colocynthidis (Kolokwint of Kwintappel)

1

Claviceps purpurea (Moederkoorn)

 

Colchicum autumnale (Herfsttijloos)

 

Convallaria majalis (Lelietje-van-dalen)

 

Convolvulus scammonia

 

Croton tiglium

 

Datura stramonium (Doornappel)

 

Digitalis lanata (Wollig vingerhoedskruid)

 

Digitalis purpurea (Vingerhoedskruid)

 

Dryopteris filix-mas (Mannetjesvaren)

1

Exogonium purga of Ipomoea purga (Jalappe)

1

Genista tinctoria (Verfbrem)

 

Hyoscyamus niger (Bilzekruid)

 

Juglans regia (Walnotenboom of Okkernotenboom), behalve de noten

1

Juniperus sabina (Zevenboom)

 

Ledum palustre (Moerasrozemarijn)

1

Lobelia inflata (Lobeliakruid)

 

Lycium barbarum (boksdoorn)

 

Lycopus europaeus (Wolfspoot)

 

Magnolia officinalis (Magnolia)

 

Mallotus philipinensis of Rottlera tinctoria (Kamala)

 

Mandragora officinalis (alruin)

 

Nerium oleander (Oleander)

1

Podophyllum peltatum (Voetblad, Meiappel of Eendvoet), met uitzondering van de vruchten

1

Pulsatilla vulgaris of Anemona pulsatilla (Wildemanskruid of Paarse anemoon)

 

Rauwolfia serpentina (Rauwolfia)

 

Ricinus communis (Kruisboom of Wonderboom)

1

Rubia tinctorum (Meekrap)

1

Sarothamnus scoparius of Cystisus scoparius (Bremkruid)

1

Scopolia carniolica (Klokbilzenkruid)

 

Solanum dulcamara (Bitterzoet)

 

Stephania tetranda

 

Strophantus kombé (Strofantus)

 

Strychnos nux-vomica (Braaknootboom)

 

Teucrium chamaedrys (Gamander of Wilde salie)

 

Urginea maritima of Scilla maritima (Zeeajuin)

 

Vinca minor (Kleine maagdepalm)

1