Stb. 2005, 210, datum inwerkingtreding 29-04-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2004.
Aanvullende bepalingen loonsuppletie OALT-leraren
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
1 Op de betrokkene die als gevolg van de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs
in allochtone levende talen per 1 augustus 2004, dan wel op de betrokkene is aangesteld
of benoemd voor het verzorgen van onderwijs in allochtone levende talen en die als
gevolg van de aanpassing per 1 augustus 2002 van de eisen die gesteld worden aan leraren
die taalondersteuning geven, werkloos dreigt te worden en die, om te voorkomen dat
hij werkloos wordt, een betrekking aanvaardt met een lager maximum salaris dan waarop
hij in zijn oude dienstbetrekking recht had, zijn de bepalingen in artikel 15 van
overeenkomstige toepassing, tenzij in dit artikel anders is bepaald.
2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de betrokkene, die als gevolg
van ofwel de aanpassing per 1 augustus 2002 van de eisen die gesteld worden aan leraren
die taalondersteuning geven, dan wel de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs
in allochtone levende talen per 1 augustus 2004, werkloos is geworden.
3 Indien aan de nieuwe dienstbetrekking geen maximum salaris is verbonden, wordt voor
de toepassing van het eerste en tweede lid uitgegaan van het onverminderde loon in
de nieuwe dienstbetrekking.
4 In afwijking van het zevende en negende lid van artikel 15, is de loonsuppletie voor
de betrokkene bedoeld in het eerste en het tweede lid, voor zover het betreft de betrokkene
die als gevolg van de aanpassing per 1 augustus 2002 van de eisen die gesteld worden
aan leraren die taalondersteuning geven werkloos dreigt te worden dan wel werkloos
is geworden, gelijk aan het verschil tussen enerzijds het onverminderde loon in de
nieuwe dienstbetrekking en anderzijds:
-
a. in de eerste vijf jaar na het aanvaarden van een nieuwe dienstbetrekking: de ongemaximeerde
berekeningsgrondslag;
-
b. na die eerste vijf jaar en doorlopend tot de eerste dag van de maand waarin de betrokkene
65 jaar wordt: 90% van de ongemaximeerde berekeningsgrondslag, herleid tot het bedrag
dat geldt over de berekeningsperiode.
5 Het vierde lid vindt geen toepassing indien het negende lid van artikel 15 tot een
voor de betrokkene gunstiger uitkomst leidt.
6 Op de betrokkene, bedoeld in het eerste en tweede lid, voor zover het betreft de betrokkene
die als gevolg van de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone
levende talen per 1 augustus 2004 werkloos dreigt te worden dan wel werkloos is geworden,
is het negende lid van artikel 15 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande
dat in onderdeel b van dat artikellid voor «90%» wordt gelezen: 95%.
7 In afwijking van het bepaalde in het veertiende lid onder b van artikel 15 wordt er
van uitgegaan dat het loon voor de betrokkene bedoeld in het eerste en het tweede
lid in een nieuwe dienstbetrekking niet lager is dan het maximum van schaal 4 van
het Rechtspositiebesluit WPO/WEC.
8 In afwijking van het zesde lid wordt indien sprake is van passende arbeid op grond
van de WW uitgegaan van het loon in de nieuwe dienstbetrekking.