Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet
educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering
van de verplichting voor het bevoegd gezag tot het melden van voortijdige schoolverlaters
die niet meer leerplichtig zijn, alsmede van de verantwoordelijkheid van de gemeente
voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten (regels inzake regionale meld- en
coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, in verband met de afloop van de werkingsduur
van het Tijdelijk besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten,
wenselijk is de verantwoordelijkheid van gemeenten voor een integrale aanpak van de
problematiek van het voortijdig schoolverlaten wettelijk te regelen;
dat het in verband daarmee noodzakelijk is die verantwoordelijkheid neer te leggen
in de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet
op de expertisecentra, alsmede om in dat kader te regelen dat het bevoegd gezag van
de school of instelling behalve leerplichtige ook niet-leerplichtige voortijdige schoolverlaters
meldt aan de gemeente;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: