Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

[Regeling treedt (deels) in werking per 18-10-2002 met terugwerkende kracht tot en met 01-09-2002.]
Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2002.
Geldend van 01-09-2002 t/m 17-10-2002

Wet van 20 juni 2002, houdende regels inzake de bevordering van integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur met betrekking tot beschikkingen of overheidsopdrachten (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat bestuursorganen over de mogelijkheid beschikken om bepaalde subsidies of vergunningen te weigeren of in te trekken indien er sprake is van gevaar dat strafbare feiten zullen worden gepleegd of van het vermoeden dat strafbare feiten zijn gepleegd, alsook om bepaalde overheidsopdrachten niet te gunnen of een overeenkomst terzake te ontbinden indien door bedrijven niet of niet meer wordt voldaan aan de vereisten inzake betrouwbaarheid, en dat bestuursorganen zich bij het nemen van die beslissingen daaromtrent kunnen laten adviseren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Hoofdstuk 1. Algemeen

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Paragraaf 1.1. Begripsbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 1

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • 2 Op voordracht van Onze Ministers kunnen bij algemene maatregel van bestuur zelfstandige bestuursorganen worden aangewezen als aanbestedende dienst.

  • 3 De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 2

[Treedt in werking op 01-06-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 1.2. Weigerings- en intrekkingsgrond inzake beschikkingen

[Treedt in werking op 01-06-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk 2. Aanbestedingen, subsidies en vergunningen

[Treedt in werking op 01-06-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk 3. Het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Paragraaf 3.1. Instelling en taak van het Bureau

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 8

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Er is een Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 9

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Bureau heeft tot taak aan bestuursorganen, voorzover deze bij of krachtens de wet de bevoegdheid hebben gekregen het Bureau daartoe te verzoeken, desgevraagd advies uit te brengen over de mate van gevaar, bedoeld in artikel 3, eerste lid, of over de ernst van de feiten en omstandigheden, bedoeld in artikel 3, zesde lid.

  • 2 Voorzover het gaat om een overheidsopdracht binnen een sector die is aangewezen ingevolge artikel 5, tweede lid, heeft het Bureau voorts tot taak aanbestedende diensten desgevraagd advies uit te brengen over:

    • a. feiten en omstandigheden die grond kunnen opleveren voor de toepassing ten aanzien van een gegadigde of, voorzover het gaat om diens acceptatie als bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel c, een onderaannemer van:

      • 1°. artikel 29 van de richtlijn nr. 92/50/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 juni 1992, betreffende de coördinatie voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening (Pb EG L 209/1),

      • 2°. artikel 20 van de richtlijn nr. 93/36/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1993, betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen (Pb EG L 199/1), of

      • 3°. artikel 24 van de richtlijn nr. 93/37/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1993, betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken (Pb EG L 199/54);

    • b. feiten en omstandigheden die grond kunnen opleveren voor de overeenkomstige toepassing ten aanzien van een gegadigde of, voorzover het gaat om diens acceptatie als bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel c, een onderaannemer van de in onderdeel a genoemde bepalingen, indien de richtlijn nr. 93/38/EEG van de Raad van Europese Gemeenschappen van 14 juni 1993, betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (Pb. EG L 199/84) op de aanbesteding van toepassing is;

    • c. de mogelijkheid dat een gegadigde of onderaannemer wordt gefinancierd met uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen;

    • d. de mate van gevaar dat een gegadigde, indien de overheidsopdracht aan hem zou worden gegund, of de onderaannemer bij de uitvoering van die opdracht strafbare feiten zal plegen.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 10

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Bureau heeft voorts tot taak bestuursorganen desgevraagd te informeren omtrent de in deze wet en in andere algemeen verbindende voorschriften neergelegde weigerings- en intrekkingsgronden inzake subsidies en vergunningen.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 11

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Bureau kan indien daartoe aanleiding bestaat de officier van justitie, met het oog op diens bevoegdheid ingevolge artikel 26, berichten over het advies, indien daarin wordt aangegeven dat er sprake is van ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid, of feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3, zesde lid, onderscheidenlijk dat er reden is tot toepassing of overeenkomstige toepassing van een bepaling als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onderdeel a.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Paragraaf 3.2. Werkwijze van het Bureau

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 12

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Bureau verzamelt en analyseert persoonsgegevens uitsluitend ten behoeve van het advies.

  • 3 In afwijking van het tweede lid kan het Bureau in het geval dat het door de betrokkene ingevulde formulier, bedoeld in artikel 30, onvoldoende informatie verschaft voor het onderzoek ten behoeve van het advies, dan wel de gegevens die door middel van dat formulier en uit de verschillende bestanden of registraties zijn verkregen niet gelijkluidend zijn, de betrokkene verzoeken om nadere gegevens over:

    • a. de vertegenwoordigingsbevoegdheid van degene die het formulier heeft ingevuld;

    • b. de identiteit en vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen die direct of indirect leiding geven;

    • c. de identiteit van personen die direct of indirect zeggenschap uitoefenen;

    • d. de identiteit van personen die direct of indirect vermogen verschaffen;

    • e. de wijze van financiering.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 13

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Bureau kan ten behoeve van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 9, de terzake bevoegde autoriteiten in het buitenland verzoeken na te gaan of aldaar strafrechtelijke gegevens bekend zijn van personen tot wie het onderzoek naar feiten en omstandigheden als bedoeld in de artikelen 3, tweede, derde en zesde lid, en 9, tweede lid, zich uitstrekt.

  • 2 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt uitsluitend door tussenkomst van de officier van justitie tot de bevoegde autoriteit gericht.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 14

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Bureau neemt in het advies geen gegevens op waarvan:

    • a. de verstrekker heeft aangegeven dat deze, gelet op het karakter van die gegevens, niet aan de desbetreffende persoon ter kennis mogen worden gebracht, of

    • b. de officier van justitie, bedoeld in het tweede lid, heeft aangegeven dat deze niet mogen worden gebruikt in verband met een zwaarwegend strafvorderlijk belang.

  • 2 Onze Minister van Justitie wijst de officier van justitie aan, aan wie het advies, voordat dit wordt toegezonden aan het bestuursorgaan dat of de aanbestedende dienst die om advies hebben gevraagd, wordt voorgelegd met het oog op de beoordeling of daarin gegevens zijn opgenomen waarvan het gebruik een zwaarwegend strafvorderlijk belang schaadt.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 15

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het advies wordt zo spoedig mogelijk gegeven, maar in ieder geval binnen een termijn van vier weken nadat het bestuursorgaan of de aanbestedende dienst een advies heeft aangevraagd.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde termijn wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het bestuursorgaan of de aanbestedende dienst is verzocht om gegevens die bij de aanvraag ontbreken of om aanvullende gegevens die noodzakelijk zijn voor het advies, tot de dag waarop die gegevens zijn ontvangen.

  • 3 Indien het advies niet binnen vier weken kan worden gegeven, stelt het Bureau het bestuursorgaan of de aanbestedende dienst daarvan in kennis en noemt hij daarbij een termijn waarbinnen het advies wel tegemoet kan worden gezien. Deze termijn bedraagt niet meer dan vier weken.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 16

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Bureau brengt een bijdrage in de kosten van het advies in rekening bij het bestuursorgaan dat of de aanbestedende dienst die het advies heeft gevraagd.

  • 2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, gegeven op voordracht van Onze Ministers, worden regels gegeven over de wijze waarop de in het eerste lid bedoelde bijdrage wordt vastgesteld.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 17

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Bij regeling van Onze Ministers kunnen nadere regels worden gegeven over de werkwijze van het Bureau, alsmede over de totstandkoming en inrichting van het advies.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Paragraaf 3.3. De verwerking van gegevens door het Bureau

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 18

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Bureau registreert geen persoonsgegevens waarvan de verstrekker heeft aangegeven dat deze, gelet op het karakter van die gegevens, niet aan de desbetreffende persoon ter kennis mogen worden gebracht.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 19

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Bureau kan persoonsgegevens die zijn verzameld of verkregen met het oog op de behandeling van een verzoek om advies, gedurende twee jaren verwerken in verband met een ander verzoek.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 20

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Voor zoveel nodig in afwijking van hetgeen in de Wet openbaarheid van bestuur en andere wetten is bepaald ten aanzien van verstrekking van gegevens, verstrekt het Bureau aan derden geen persoonsgegevens die het heeft verkregen in het kader van zijn taak, bedoeld in artikel 9.

  • 2 Onder derden als bedoeld in het eerste lid worden mede begrepen andere dienstonderdelen van het Ministerie van Justitie en andere overheidsdiensten en -instellingen.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kunnen in de volgende gevallen persoonsgegevens worden verstrekt:

    • a. voorzover persoonsgegevens in het advies dienen te worden opgenomen in verband met de noodzakelijke motivering daarvan;

    • b. in de berichtgeving, bedoeld in artikel 11;

    • c. ten behoeve van de uitoefening van de controlerende of toezichthoudende bevoegdheid van:

      • 1°. de Algemene Rekenkamer;

      • 2°. de Nationale ombudsman;

      • 3°. de Registratiekamer;

    • d. indien toepassing wordt gegeven aan:

    • e. desgevraagd, ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek en statistiek, met dien verstande dat de resultaten daarvan geen persoonsgegevens mogen bevatten en voorzover de persoonlijke levenssfeer van de geregistreerde daardoor niet onevenredig wordt geschaad.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Paragraaf 3.4. Beheer van het Bureau

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 21

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De algemene leiding, de organisatie en het beheer van het Bureau berusten bij Onze Minister van Justitie.

  • 2 De dagelijkse leiding berust bij de directeur van het Bureau.

  • 3 De directeur van het Bureau rapporteert, gevraagd en ongevraagd, rechtstreeks aan Onze Minister van Justitie al hetgeen van belang kan zijn.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 22

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Benoeming, schorsing en ontslag van de directeur van het Bureau geschiedt bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Ministers.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 23

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Onze Minister van Justitie bepaalt in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het budget en de formatie van het Bureau.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 24

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Onze Ministers brengen jaarlijks voor 1 mei aan beide kamers der Staten-Generaal een openbaar verslag uit van de wijze waarop het Bureau zijn taken in het afgelopen kalenderjaar heeft verricht.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Paragraaf 3.5. Begeleidingscommissie

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 25

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Er is een begeleidingscommissie, die geregeld overleg voert met de directeur van het Bureau over de wijze waarop het Bureau zijn taak vervult.

  • 2 De leden van de begeleidingscommissie worden door Onze Ministers benoemd op zodanige wijze dat de in artikel 27, eerste lid, genoemde overheidsdiensten en -instellingen, alsmede de bestuursorganen en aanbestedende diensten zich in de commissie vertegenwoordigd kunnen weten.

  • 3 Bij regeling van Onze Ministers worden regels gegeven over de wijze waarop en de frequentie waarmee de directeur overleg voert met de begeleidingscommissie.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Hoofdstuk 4. Bevoegdheden, verplichtingen en procedurele bepalingen

Paragraaf 4.1. Bevoegdheid officier van justitie

[Treedt in werking op 01-06-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 4.2. Verplichting tot medewerking

Artikel 27

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De volgende bestuursorganen verstrekken, voorzover het persoonsgegevens betreft voor de verwerking waarvan zij de verantwoordelijke zijn in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens dan wel de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag of de Wet politieregisters, het Bureau desgevraagd alle persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 9:

    • a. Onze Minister van Financiën, voorzover het bestanden betreft waarvan de gegevens worden verwerkt door:

      • 1°. de Belastingdienst FIOD-ECD;

      • 2°. de rijksbelastingdienst;

    • b. Onze Minister van Justitie, voorzover het bestanden betreft waarvan de gegevens worden verwerkt door:

    • c. Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, voorzover het bestanden betreft die worden bewerkt door de Algemene Inspectiedienst;

    • d. Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voorzover het bestanden betreft waarvan de gegevens worden verwerkt door de Inspectiedienst SZW;

    • e. Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, voorzover het bestanden betreft waarvan de gegevens worden verwerkt door de Dienst Recherchezaken;

    • f. de in artikel 1, onderdeel f, van de Wet politieregisters bedoelde bestuursorganen, voorzover het een politieregister betreft;

    • g. het college van burgemeester en wethouders van een gemeente, voorzover het bestanden betreft waarvan de gegevens worden verwerkt door de gemeentelijke dienst die is belast met de uitvoering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • h. het Landelijk instituut sociale verzekeringen, voorzover het bestanden betreft waarvan de gegevens worden verwerkt door de uitvoeringsinstellingen sociale verzekeringen;

    • i. op voordracht van Onze Ministers, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers wie het mede aangaat, bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorganen. De voordracht voor een krachtens dit lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

  • 2 De persoonsgegevens, bedoeld in het eerste lid, worden niet verstrekt indien:

    • a. zij zijn opgenomen in een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bestand,

    • b. een zwaarwegend belang van de verstrekkende dienst of instelling aan de verstrekking in de weg staat, of

    • c. bij opsporingsgegevens naar het oordeel van de officier van justitie, in overleg met een daartoe door het College van Procureurs-Generaal aangewezen officier van justitie, een zwaarwegend strafvorderlijk belang aan de verstrekking in de weg staat.

  • 3 Indien persoonsgegevens niet worden verstrekt op grond van het tweede lid, onderdeel b of c, wordt de weigering die gegevens te verstrekken nader gemotiveerd door de verantwoordelijke, bedoeld in het eerste lid, onderscheidenlijk de officier van justitie.

  • 4 De gegevensverstrekking ingevolge het eerste lid geschiedt kosteloos, voorzover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald.

  • 5 Op voordracht van Onze Ministers worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gegeven over de termijn waarbinnen de verstrekking van gegevens dient plaats te vinden en kunnen regels worden gegeven over de wijze van verstrekken van gegevens door de bestuursorganen, bedoeld in het eerste lid.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Paragraaf 4.3. Geheimhoudingsplicht

[Treedt in werking op 01-06-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 4.4. Overige bepalingen

[Treedt in werking op 01-06-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk 5. Wijziging van andere wetten

[Treedt in werking op 01-06-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk 6. Overgangs- en slotbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 502, datum inwerkingtreding 18-10-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2002.

Artikel 43

[Treedt in werking op 01-06-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 44

[Treedt in werking op 01-06-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 45

[Treedt in werking op 01-06-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 46

[Treedt in werking op 01-06-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 47

[Treedt in werking op 01-06-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 20 juni 2002

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de vierde juli 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals