U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 08-08-2012 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2012.]Geraadpleegd op 20-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-09-2006. Geldend van 06-09-2006 t/m 18-01-2007
Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing
De ledenvergadering van de NOvAA,
Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten;
Overwegende dat het in het belang van een goede beroepsuitoefening door Accountants-Administratieconsulenten wenselijk is te voorzien in een stelsel dat gericht is op beheersing van de kwaliteit van de beroepsuitoefening door Accountants-Administratieconsulenten die optreden als accountant in de zin van artikel 2, tweede lid, Gedrags- en Beroepsregels voor Accountants-Administratieconsulenten;
Stelt de volgende verordening vast:
[Regeling vervallen per 08-08-2012 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2012]
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
– NOvAA: de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten;
– Raad: de Raad van Toezicht;
– Accountant: de Accountant-Administratieconsulent die optreedt als accountant in de zin van artikel 2, tweede lid, Gedrags- en Beroepsregels voor Accountants-Administratieconsulenten;
– Accountantskantoor: het organisatorisch verband waarin een accountant optreedt, ongeacht de rechtsvorm daarvan en ongeacht of daarin alleen wordt opgetreden dan wel onder gemeenschappelijke naam wordt samengewerkt met andere accountants en/of andere vrij beroepsbeoefenaren;
– Toetsing: de beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant die optreedt in een accountantskantoor, door niet aan dat accountantskantoor gelieerde Accountants-Administratieconsulenten;
– Toetsingsteam: het team dat door de Raad van Toezicht voor een toetsing wordt samengesteld en belast is met de uitvoering van de toetsing van een accountantskantoor;
– Koepelorganisatie: een organisatie waarvan een accountantskantoor onderdeel uitmaakt of waarbij het accountantskantoor is aangesloten en die bevoegd is aan het accountantskantoor bindende regels voor de kwaliteitsbeheersing op te leggen, te toetsen en de naleving daarvan af te dwingen, alsmede een beroepsorganisatie die aan zijn leden een dwingend stelsel van kwaliteitsbeheersing heeft opgelegd, deze toetst en de naleving daarvan kan afdwingen.
– wettelijke controle: de controlewerkzaamheden die worden verricht door een accountant met betrekking tot het controleren van de (geconsolideerde) jaarrekening van lichamen die vallen onder artikel 2:360 BW, voorzover een dergelijke controle verplicht is op grond van artikel 2:393 BW;
– organisatie van openbaar belang:
– alle beursgenoteerde ondernemingen en instellingen (conform de definitie van artikel 2:360 BW) waar een wettelijke controle moet worden toegepast;
– alle beursgenoteerde ondernemingen en instellingen (conform de definitie van artikel 2:360 BW) waar een wettelijke controle moet worden toegepast en waarvan schuldpapier is genoteerd aan een beursinstelling;
– alle overige ondernemingen en instellingen (conform de definitie van artikel 2:360 BW) waar een wettelijke controle moet worden toegepast, indien zij voldoen aan twee van de volgende drie criteria:
– geconsolideerde omzet van meer dan € 1,4 miljard;
– geconsolideerd balanstotaal meer dan € 700 miljoen;
– meer dan 12.500 werknemers (geconsolideerd).
1 Een accountantskantoor dat een wettelijke controle verricht bij een organisatie van openbaar belang wordt, om de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant te kunnen beoordelen, in beginsel éénmaal in de twee jaar aan toetsing onderworpen.
3 Een accountantskantoor dat een wettelijke controle verricht bij een organisatie niet zijnde een organisatie van openbaar belang wordt, om de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant te kunnen beoordelen, in beginsel éénmaal in de vier jaar aan toetsing onderworpen.
3 Een accountantskantoor dat geen wettelijke controle verricht wordt, om de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant te kunnen beoordelen, in beginsel éénmaal in de zes jaar aan toetsing onderworpen.
1 De accountant draagt er zorg voor dat het accountantskantoor waarin hij optreedt, beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing waarmee wordt voldaan aan algemeen aanvaarde normen voor de beroepsuitoefening.
2 De accountant verleent medewerking aan de toetsing van het stelsel van kwaliteitsbeheersing van het accountantskantoor waarin hij optreedt.
3 De Raad legt, indien hij van oordeel is dat uit het handelen of nalaten van de accountant kan worden afgeleid dat deze niet aan zijn in het tweede lid vermelde verplichting voldoet, dit handelen of nalaten voor aan de Raad van Tucht voor registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten.
1 De toetsing houdt een onderzoek in waarbij wordt nagegaan of het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing in opzet en werking voldoet aan de in artikel 3 bedoelde normen.
2 De toetsing omvat alle vormen van dienstverlening binnen de accountantspraktijk van het accountantskantoor waarin de accountant optreedt.
1 De toetsing wordt uitgevoerd aan de hand van door de Raad vastgestelde toetsingsprogramma’s.
2 De Raad maakt de in het eerste lid van dit artikel bedoelde toetsingsprogramma’s bekend aan de leden van de NOvAA.
1 De Raad is belast met de selectie en opleiding van de toetsers.
2 De toetsers zijn Accountants-Administratieconsulenten die werkzaam zijn in het openbaar beroep of maximaal drie jaar geleden werkzaam zijn geweest in het openbaar beroep.
1 Accountantskantoren dienen de hen jaarlijks door de Raad toegezonden vragenlijst binnen uiterlijk vier weken ingevuld te retourneren.
2 De Raad stelt vast welke accountantskantoren in een bepaald jaar in aanmerking komen voor een toetsing.
3 De Raad stelt ten behoeve van elke toetsing een toetsingsteam samen.
4 Het toetsingsteam is belast met de uitvoering van de toetsing van het accountantskantoor.
5 Bij het samenstellen van het toetsingsteam wordt rekening gehouden met de aard en de omvang van het te toetsen accountantskantoor en met mogelijke feiten en omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van de toetsers zou kunnen worden aangetast.
1 De Raad geeft aan een accountantskantoor minimaal zes weken van tevoren te kennen dat bij het kantoor een toetsing zal plaatsvinden.
2 De Raad doet mededeling van de samenstelling van het toetsingsteam, alsmede van de termijn waarbinnen een verzoek als bedoeld in het derde lid van dit artikel kan worden ingediend.
3 Het accountantskantoor kan binnen een door de Raad te stellen termijn aan de Raad verzoeken elk van de toetsers die de toetsing uitvoert te wraken op grond van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van de toetser zou kunnen worden aangetast.
4 Indien de Raad van oordeel is dat er sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van de toetser aangetast zou kunnen worden, wijzigt hij de samenstelling van het toetsingsteam.
Indien zich over de wijze van uitvoering van de toetsing een meningsverschil voordoet tussen het aan toetsing onderworpen accountantskantoor en het toetsingsteam, doet de Raad op verzoek van het accountantskantoor of het toetsingsteam een bindende uitspraak.
1 Het toetsingsteam bespreekt na de toetsing met het accountantskantoor hetgeen is waargenomen tijdens de toetsing.
2 Het toetsingsteam stelt binnen een door de Raad te stellen termijn na de eindbespreking een toetsingsverslag samen.
3 Het toetsingsverslag als bedoeld in het tweede lid omvat naast de waarnemingen van het toetsingsteam tevens een gemotiveerd voorstel voor een oordeel als bedoeld in artikel 11, vierde lid.
4 Het toetsingsteam kan bij het voorstel voor een oordeel zoals bedoeld in artikel 11, vierde lid sub a aanbevelingen doen voor het treffen van maatregelen ter verbetering. Bij het voorstel voor een oordeel zoals omschreven in artikel 11, vierde lid sub b, kan het toetsingsteam naast het doen van aanbevelingen voor het treffen van maatregelen ter verbetering, tevens een voorstel doen voor aanwijzingen voor het treffen van maatregelen ter verbetering.
5
Het toetsingsteam stuurt het toetsingsverslag binnen een door de Raad te stellen termijn aan de Raad en het accountantskantoor.
1 Het accountantskantoor kan binnen een door de Raad te stellen termijn schriftelijk commentaar op het toetsingsverslag als bedoeld in artikel 10, tweede lid, aan de Raad zenden.
2 De Raad beperkt zich tot een marginale toetsing van het toetsingsverslag en stelt naar aanleiding hiervan en het eventuele commentaar als bedoeld in het vorige lid een eindoordeel vast, al dan niet voorzien van aanbevelingen en/of aanwijzingen voor het treffen van maatregelen ter correctie van geconstateerde tekortkomingen, dat hij binnen zes weken na afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn ter kennis brengt van het accountantskantoor. De Raad kan gemotiveerd afwijken van het voorstel van het toetsingsteam.
3 De Raad kan de in het tweede lid genoemde termijn van zes weken verlengen.
4 Het eindoordeel kan als volgt luiden:
a. het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet aan de daaraan te stellen eisen;
b. het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen.
5 In het geval dat het eindoordeel luidt als omschreven in het vierde lid, onder b van dit artikel:
– dient het accountantskantoor binnen een door de Raad te stellen termijn een door de Raad goed te keuren verbeterplan in, dat gebaseerd is op de bij het eindoordeel gegeven aanwijzingen en
– stelt de Raad een termijn waarbinnen het stelsel van kwaliteitsbeheersing dient te worden aangepast aan de normen als bedoeld in artikel 3.
6 Voor het beoordelen en goedkeuren van het in lid 5 van dit artikel bedoelde verbeterplan wordt aan het accountantskantoor een tarief in rekening gebracht waarvan de hoogte in de Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing is vastgesteld.
Na afloop van de in artikel 11, vijfde lid, bedoelde termijn waarbinnen het stelsel van kwaliteitsbeheersing dient te worden aanpast zal een hertoetsing plaatsvinden.
Het getoetste accountantskantoor alsmede de individuele accountant zijn niet gerechtigd de inhoud van het toetsingsverslag of het eindoordeel van de Raad op enigerlei wijze openbaar te maken.
1 De Raad kan naar aanleiding van een daartoe door een accountantskantoor schriftelijk ingediend verzoek besluiten vrijstelling van de toetsing te verlenen.
2 Een verzoek tot vrijstelling van de toetsing of de verlenging daarvan wordt eerst in behandeling genomen nadat het tarief hiervoor, waarvan de hoogte in de Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing is vastgesteld, door het desbetreffende accountantskantoor is voldaan.
3 Vrijstelling kan slechts worden verleend op grond van bijzondere omstandigheden welke door de Raad in richtlijnen nader worden vastgelegd.
4 Vrijstelling kan slechts worden verleend voor de duur van maximaal één jaar met de mogelijkheid tot verlenging.
5 De Raad neemt een beslissing binnen acht weken na ontvangst van het verzoek tot vrijstelling.
6 De Raad kan de in het vijfde lid genoemde termijn verlengen met maximaal zes weken.
7 Accountantskantoren die zijn onderworpen aan een geaccrediteerd stelsel van kwaliteitsbeheersing zijn voor de duur van deze accreditatie vrijgesteld van toetsing door de Raad.
8 Accountantskantoren die zijn onderworpen aan een stelsel van kwaliteitsbeheersing waarvoor een verzoek als bedoeld in artikel 15, eerste lid, is ingediend, zijn gedurende de periode waarin de Raad op het verzoek nog geen beslissing heeft genomen, vrijgesteld van toetsing door de Raad.
9 Accountantskantoren die een aanvraag hebben ingediend voor toetreding tot een geaccrediteerde koepelorganisatie zijn, gedurende de periode waarin de koepelorganisatie op verzoek nog geen beslissing heeft genomen, vrijgesteld van toetsing door de Raad.
1 Koepelorganisaties kunnen de Raad verzoeken hun stelsel van kwaliteitsbeheersing te accrediteren.
2 Ten behoeve van deze accreditatie toetst de Raad de opzet en werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing.
3 Voor de behandeling van een verzoek tot accreditatie, waaronder mede wordt begrepen de toetsing van de opzet en werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing, wordt aan de desbetreffende koepelorganisatie een tarief in rekening gebracht waarvan de hoogte in de Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing is vastgesteld.
4 De accreditatie wordt verleend voor de duur van drie jaar of zoveel korter als de Raad beslist.
5 De Raad neemt een besluit binnen zestien weken na ontvangst van het verzoek als bedoeld in het eerste lid.
6 De Raad kan aan de accreditatie voorwaarden verbinden.
7 De koepelorganisatie doet onverwijld mededeling aan de Raad van wijzigingen in het geaccrediteerde stelsel van kwaliteitsbeheersing.
8 De Raad bericht de koepelorganisatie binnen een door de Raad te stellen termijn welke gevolgen de wijzigingen hebben voor de accreditatie.
1 Koepelorganisaties met een geaccrediteerd stelsel van kwaliteitsbeheersing zijn gehouden binnen een door de Raad te stellen termijn het toetsingsverslag, opgesteld naar aanleiding van een toetsing, aan de Raad te zenden.
2 De Raad voert een marginale toetsing uit op het van de koepelorganisatie ontvangen toetsingsverslag.
Van vertrouwelijke gegevens in het kader van de toetsing verkregen, kan geen verder en ander gebruik worden gemaakt dan krachtens deze verordening is bepaald.
1 Het tarief voor de toetsing, waarvan de hoogte is vastgesteld in de Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing, komt voor rekening van het getoetste accountantskantoor.
2 De Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing wordt, op voorstel van het Bestuur van de NOvAA, jaarlijks door de ledenvergadering vastgesteld.
3 Het verschuldigde tarief dient op een door de Raad vast te stellen wijze te worden voldaan aan de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening Accountants-Administratieconsulenten te ’s-Gravenhage binnen 30 dagen na de factuurdatum.
4 De Raad kan op basis van een schriftelijk gemotiveerd verzoek een betalingsregeling toestaan.
5 Bij nalatigheid van betaling na verloop van de in het derde lid gestelde termijn, of na verloop van een termijn van een betalingsregeling als bedoeld in het vierde lid, komen de kosten van aanmaning en andere gemaakte kosten ter inning van het tarief, inbegrepen de kosten van juridische bijstand, voor rekening van het getoetste accountantskantoor.
In situaties die procedureel van aard zijn en waarin deze verordening niet voorziet, beslist de Raad.
1 Deze verordening treedt in werking de tweede dag na publicatie in de Staatscourant.
2 Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.