Aanwijzingsbesluit instellingen en diensten Wet identificatie bij dienstverlening en Wet melding ongebruikelijke transacties

[Regeling vervallen per 01-08-2008.]
Geraadpleegd op 25-11-2024.
Geldend van 01-06-2003 t/m 27-04-2006

Besluit van 24 februari 2003 tot aanwijzing van instellingen en diensten in het kader van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 10 juli 2002, FM 2002-914M, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie;

Gelet op artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 7°, en onderdeel b, onder 9°, en artikel 6, onderdeel d, onder 9°, van de Wet identificatie bij dienstverlening en op artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 10°, en artikel 9, tweede lid, onderdeel g, van de Wet melding ongebruikelijke transacties;

De Raad van State gehoord (advies van 25 oktober 2002, no. W06.02.0317/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 18 februari 2003, no. FM 2003-085M, uitgebracht mede namens Onze Minister van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Als instelling in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 7°, van de Wet identificatie bij dienstverlening wordt aangewezen:

  • a de onderneming of instelling die creditcards uitgeeft, tenzij de door haar uitgegeven creditcards alleen gebruikt kunnen worden bij haarzelf of bij een onderneming of instelling die behoort tot dezelfde groep in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • b de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die beroeps- of bedrijfsmatig ten behoeve van of op verzoek van een ander munten of bankbiljetten wisselt, munten of bankbiljetten uitbetaalt tegen inlevering van een of meer cheques of munten of bankbiljetten uitbetaalt op vertoon van een creditcard;

  • c de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die beroeps- of bedrijfsmatig een speelcasino in de zin van artikel 27g, tweede lid, van de Wet op de kansspelen organiseert;

  • d de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die als advocaat, notaris of kandidaat-notaris dan wel in de uitoefening van een gelijksoortig juridisch beroep of bedrijf zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig werkzaamheden verricht als omschreven in artikel 2, eerste lid, onderdeel c of d;

  • e de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die als openbare registeraccountant, openbare accountant-administratieconsulent, belastingadviseur dan wel anderszins zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig bedrijfseconomische of fiscale werkzaamheden verricht als omschreven in artikel 2, eerste lid, onderdeel e;

  • f de tussenpersoon, bedoeld in artikel 62 van het Wetboek van Koophandel, voor zover deze bemiddelt bij het totstandbrengen en het sluiten van overeenkomsten inzake onroerende zaken en rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen;

  • g de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die beroeps- of bedrijfsmatig ten behoeve van of op verzoek van een derde in het kader van een geldelijke overmaking gelden of geldswaarden in ontvangst neemt, teneinde deze gelden of geldswaarden al dan niet in dezelfde vorm aan een derde elders betaalbaar te stellen of te doen stellen, dan wel gelden of geldswaarden betaalt of betaalbaar stelt nadat deze gelden of geldswaarden elders al dan niet in dezelfde vorm ter beschikking zijn gesteld, waarbij deze geldelijke overmaking een op zichzelf staande dienst is;

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 Als dienst in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 9°, van de Wet identificatie bij dienstverlening wordt aangewezen:

    • a het uitgeven van creditcards, met uitzondering van het uitgeven van creditcards die alleen gebruikt kunnen worden bij de onderneming of instelling die deze creditcards uitgeeft of bij een onderneming of instelling die behoort tot dezelfde groep in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

    • b het gelegenheid bieden, door middel van een speelcasino in de zin van artikel 27g, tweede lid, van de Wet op de kansspelen mee te dingen naar prijzen en premies;

    • c het geven van advies dan wel het verlenen van bijstand door de personen of instellingen bedoeld in artikel 1, onderdeel d, bij:

      • 1°. het aan- of verkopen van onroerende zaken;

      • 2°. het beheren van geld, effecten, munten, muntbiljetten, edele metalen, edelstenen of andere waarden;

      • 3°. het oprichten of beheren van vennootschappen, rechtspersonen of soortgelijke lichamen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

      • 4°. het aan- of verkopen dan wel overnemen van ondernemingen;

      • 5°. werkzaamheden op fiscaal gebied als omschreven in onderdeel e, sub 1;

    • d het optreden door de personen of instellingen, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, in naam en voor rekening van een cliënt bij enigerlei financiële of onroerende zaaktransactie;

    • e het door personen en instellingen, bedoeld in artikel 1, onderdeel e:

      • 1°. verstrekken van belastingadvies, alsmede verzorgen van belastingaangiften en daarmee verband houdende werkzaamheden dan wel;

      • 2°. verrichten van werkzaamheden in verband met het samenstellen, beoordelen of controleren van de jaarrekening of het voeren van administraties;

    • f het als tussenpersoon als bedoeld in artikel 62 van het Wetboek van Koophandel optreden ter zake van het aan- of verkopen van onroerende zaken en rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen;

    • g het in het kader van een geldelijke overmaking in ontvangst nemen van gelden of geldswaarden, teneinde deze gelden of geldswaarden al dan niet in dezelfde vorm aan een derde elders betaalbaar te stellen of te doen stellen, dan wel het betalen of betaalbaar stellen van gelden of geldswaarden nadat deze gelden of geldswaarden elders al dan niet in dezelfde vorm ter beschikking zijn gesteld, waarbij deze geldelijke overmaking een op zichzelf staande dienst is;

    • h het aangaan van een verplichting tot het uitgeven van elektronisch geld als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Wet toezicht kredietwezen 1992, waarmee betalingen kunnen worden verricht ook aan anderen dan de onderneming of instelling die het elektronisch geld uitgeeft, alsmede het omwisselen, op verzoek van een houder van elektronisch geld, van elektronisch geld door terugbetaling in munten of bankbiljetten of door storting op een rekening.

  • 2 Als dienst worden niet aangemerkt werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, sub 1° tot en met 5°, die verband houden met de bepaling van de rechtspositie van een cliënt, diens vertegenwoordiging in rechte, het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding of het geven van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding, voor zover deze werkzaamheden worden verricht door een advocaat, notaris of kandidaat-notaris.

  • 3 Als dienst worden niet aangemerkt werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, sub 1°, die verband houden met de bepaling van de rechtspositie van een cliënt, diens vertegenwoordiging in rechte, het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding of het geven van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 2 Als dienst worden niet aangemerkt werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, onderdeel 1° tot en met 5°, die verband houden met de bepaling van de rechtspositie van een cliënt, diens vertegenwoordiging in rechte, het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding of het geven van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding, voor zover deze werkzaamheden worden verricht door een advocaat, notaris of kandidaat-notaris.

  • 3 Als dienst worden niet aangemerkt werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, sub 1°, die verband houden met de bepaling van de rechtspositie van een cliënt, diens vertegenwoordiging in rechte, het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding of het geven van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Als op de dienst betrekking hebbende gegevens als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onderdeel g, van de Wet melding ongebruikelijke transacties worden aangewezen:

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Dit besluit treedt in werking met ingang 1 juni 2003, met uitzondering van artikel 1, aanhef en onderdeel g, en artikel 2, aanhef en onderdeel g, die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 24 februari 2003

Beatrix

De Minister van Financiën,

J. F. Hoogervorst

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de elfde maart 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner