Beleidsregels inkoopvergoeding apotheekhoudenden

Geraadpleegd op 12-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 12-03-2003.
Geldend van 12-03-2003 t/m heden

Beleidsregels inkoopvergoeding apotheekhoudenden

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 13 van de Wet tarieven gezondheidszorg;

Gegeven de financiële taakstellingen zoals weergegeven in de Zorgnota 2003;

Gehoord het College tarieven gezondheidszorg (brief van 20 februari 2003, kenmerk PS/es/V/03, vastgesteld in de vergadering van 17 februari 2003);

Na schriftelijke mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (brief van 21 februari 2003, kenmerk GMT/G 2359231);

Besluit:

Artikel 1

Het College tarieven gezondheidszorg stelt voor prestaties van personen en instellingen die in artikel 2aanhef en onder a, van het besluit werkingssfeer WTG 1992 als orgaan voor gezondheidszorg zijn aangewezen, beleidsregels vast die voldoen aan de volgende uitgangspunten:

  • a. Ten aanzien van de inkoopvergoeding die de apotheekhoudende ten hoogste in rekening mag brengen wordt onderscheid gemaakt tussen multi-source en single-source geneesmiddelen.

  • b. Een geneesmiddel wordt als multi-source geneesmiddel aangemerkt als het is opgenomen op bijlage 1 a van de Regeling farmaceutische hulp 1996 en er per werkzame stof van de in het desbetreffende cluster opgenomen onderling vervangbare geneesmiddelen meer dan één geneesmiddel van een verschillende aanbieder is opgenomen.

  • c. Geneesmiddelen die niet aan de onder b. opgenomen omschrijving voldoen worden aangemerkt als single-source geneesmiddelen.

    Geneesmiddelen die zijn geregistreerd op grond van artikel 10, 1, a, onder i van Richtlijn 2001/83/EG, het betreffende eerst geregistreerde geneesmiddel en parallel gedistribueerde of geregistreerde geneesmiddelen worden eveneens aangemerkt als single source geneesmiddelen, behoudens voor zover generieke versies van die geneesmiddelen worden aangeboden.

  • d. De apotheekhoudende mag voor single-source geneesmiddelen ten hoogste 92% van de lijstprijs in rekening brengen dan wel de lijstprijs minus € 9,- voor zover dit laatste bedrag hoger is dan 92% van de lijstprijs.

  • e. De apotheekhoudende mag voor multi-source geneesmiddelen ten hoogste 60% in rekening brengen van de referentieprijs op de peildatum dan wel de referentieprijs minus € 40,- voor zover dit laatste bedrag hoger is dan 60% van de referentieprijs.

  • f. Als referentieprijs geldt de lijstprijs van het duurste geneesmiddel met dezelfde werkzame stof en dezelfde farmaceutische vorm en sterkte op 1-02-2003.

    Bij het ontbreken van een referentieprijs op deze peildatum, geldt als referentieprijs de lijstprijs van het desbetreffende product op de peildatum dan wel bij het ontbreken daarvan de lijstprijs van dat product onmiddellijk voorafgaand aan de peildatum.

    Voorzover het desbetreffende product na de peildatum op de markt is gekomen geldt als referentieprijs de lijstprijs van dat desbetreffende product onmiddellijk volgend op de peildatum.

  • g. De beleidsregels bevatten geen regeling inzake de stimulering van goedkopere substitutie van geneesmiddelen voor apothekers en apotheekhoudende huisartsen.

  • h. Overeenkomstig de huidige beleidsregels bevatten de beleidsregels laagste prijsregels.

Artikel 2

In bedoelde beleidsregels ter uitvoering van deze aanwijzing wordt bepaald dat het College tarieven gezondheidszorg bij het ontbreken van een verzoek tot goedkeuring of vaststelling van tarieven op grond van artikel 12 WTG per 1 mei 2003 ambtshalve gewijzigde maximumtarieven vaststelt.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De beleidsregel zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A.J. de Geus