Regeling eenmalige uitkering baggerwerkzaamheden bebouwd gebied

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-10-2004.
Geldend van 10-10-2004 t/m 20-07-2005

Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, nr. HDJZ/ABR/2003-310 houdende regels met betrekking tot de toekenning van een eenmalige specifieke uitkering voor de uitvoering van baggerwerkzaamheden in bebouwd gebied (Regeling eenmalige uitkering baggerwerkzaamheden bebouwd gebied)

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • b. waterschap: het waterschap dat voor het boven het plangebied dan wel boven een gedeelte daarvan gelegen oppervlaktewater belast is met het waterkwaliteitsbeheer, waterkwantiteitsbeheer of het vaarwegbeheer;

  • c. gemeente: de gemeente binnen wiens grondgebied het plangebied is gelegen;

  • d. plangebied: de bodems, binnen het grondgebied van een gemeente, van de binnen de bebouwde kom gelegen oppervlaktewateren of van oppervlaktewateren waarvoor die gemeente is belast met het vaarwegbeheer;

  • e. baggerplan: een plan voor het gehele plangebied dan wel voor het gedeelte daarvan dat binnen het gebied van het waterschap is gelegen, dat ziet op het uitbaggeren van tot het plangebied behorende bodems voor het onderhoud van de waterhuishoudings- en vaarwegfunctie en dat is opgesteld in overeenstemming met de Tijdelijke regeling eenmalige subsidies baggerplannen bebouwd gebied, zoals dat gold onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling;

  • f. uitvoeringsplan: een plan ter uitvoering van één of meerdere baggerplannen;

  • g. baggerwerkzaamheden: het uitbaggeren van de waterbodem;

  • h. baggerproject: project zijnde een onderdeel van een uitvoeringsplan om baggerwerkzaamheden uit te voeren en de hieruit ontstane baggerspecie te transporteren en te bestemmen;

  • i. plangebonden depot: depot dat wordt benut in het kader van het uitvoeringsplan;

  • j. uitvoeringsorganisatie: door de minister aan te wijzen organisatie belast met de uitvoering van deze regeling.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De minister kan ter stimulering van de uitvoering van baggerwerkzaamheden in het plangebied aan een gemeente dan wel een waterschap een eenmalige specifieke uitkering toekennen als tegemoetkoming in de kosten van een uitvoeringsplan.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het totale bedrag van de op grond van deze regeling te verlenen uitkeringen bedraagt ten hoogste 100 miljoen euro, waarvan ten hoogste:

    • a. 25 miljoen euro voor uitvoeringsplannen op grond waarvan minder dan 100.000 m³ waterbodem in situ wordt uitgebaggerd; en

    • b. 75 miljoen euro voor uitvoeringsplannen op grond waarvan 100.000 m³ of meer waterbodem in situ wordt uitgebaggerd.

  • 2 Met ingang van 1 juli 2005 zullen uit de nog voor uitkering beschikbare bedragen uitkeringen worden verleend zonder toepassing van het in het eerste lid onder a en b bepaalde.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De uitkering bedraagt 33% van de kosten die rechtstreeks aan het uitvoeringsplan met een looptijd van maximaal 4 jaar zijn toe te rekenen, doch niet meer dan 10 miljoen euro per aanvrager.

  • 2 Tot de kosten, bedoeld in het eerste lid, behoren de kosten van:

    • a. de baggerwerkzaamheden;

    • b. het vervoeren van de baggerspecie en het andere tezamen met baggerspecie uitgebaggerde materiaal;

    • c. het bestemmen van de baggerspecie en het andere tezamen met baggerspecie uitgebaggerde materiaal;

    • d. de kosten van de aanleg, het beheer en de ontmanteling van een plangebonden depot.

  • 3 Tot de kosten, bedoeld in het eerste lid, behoren niet:

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De aanvraag voor een uitkering wordt door een gemeente of een waterschap ingediend bij de uitvoeringsorganisatie met behulp van het door de minister vastgestelde aanvraagformulier. Het aanvraagformulier is ondertekend door het bestuur van de gemeente of het waterschap.

  • 2 De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a. het baggerplan of de baggerplannen waarvan het uitvoeringsplan de uitwerking is;

    • b. het uitvoeringsplan.

  • 3 Een aanvraag kan door een gemeente of waterschap mede namens een andere gemeente of een waterschap worden ingediend. In dat geval gaat de aanvraag tevens vergezeld van een verklaring waaruit blijkt dat de aanvrager de aanvraag mede namens de andere gemeente of het andere waterschap indient en treedt de aanvrager mede namens de andere gemeente of het andere waterschap op bij de verdere uitvoering van deze regeling.

  • 5 Per baggerproject uit het uitvoeringsplan wordt aangegeven:

    • a. de projectnaam en de projectlocatie;

    • b. de beoogde start- en einddatum;

    • c. het beoogde aantal m3 waterbodem in situ dat wordt gebaggerd;

    • d. de beoogde bestemming van de baggerspecie;

    • e. een specificatie van de begrote kosten; en

    • f. de financiële bijdragen voor het project die op grond van een andere regeling zijn aangevraagd of toegekend.

  • 6 Het uitvoeringsplan bevat één of meer kaarten met een schaal van 1:10.000, waarop zijn aangeven:

    • a. de geplande baggerprojecten;

    • b. de grens van de bebouwde kom;

    • c. de functie van de wateren waar volgens de planning wordt gebaggerd;

    • d. de beheerders van de vaarwegen waar wordt gebaggerd.

  • 7 Aanvragen kunnen worden ingediend tot uiterlijk 1 september 2006.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De uitkering wordt niet verleend indien:

    • a. uit het uitvoeringsplan niet blijkt dat de uitvoering van het plan zal worden gestart binnen één jaar na de datum van de aanvraag;

    • b. uit de specificatie van de begrote kosten, bedoeld in artikel 5, vijfde lid, onderdeel e, blijkt dat de aanleg, het beheer en de ontmanteling van een plangebonden depot in het totaal van de begrote kosten een aandeel heeft van meer dan 50%; en

    • c. gegronde vrees bestaat dat betrokkenen het uitvoeringsplan niet kunnen financieren.

  • 2 Indien voor het uitvoeringsplan door het Rijk uit anderen hoofde of door de Europese Unie financiële bijdragen worden verleend, wordt de uitkering op grond van deze regeling zodanig verlaagd dat de uitkering niet meer bedraagt dan het ingevolge artikel 4, eerste lid, bedoelde bedrag.

  • 3 Voor zover het uitvoeringsplan baggerwerkzaamheden bevat waarvan de uitvoering reeds in het jaar 2002 is gestart, wordt de uitkering bovendien slechts verleend, indien:

    • a. de aanvraag uiterlijk 1 juli 2003 door de uitvoeringsorganisatie is ontvangen;

    • b. de betrokken baggerwerkzaamheden op of na 1 oktober 2002 zijn opgedragen;

    • c. de aanvrager kan aantonen dat in de begroting van de gemeente of het waterschap na 12 april 2002 extra gelden voor baggerwerkzaamheden zijn vrijgemaakt.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Door de minister wordt op de aanvragen in volgorde van ontvangst beslist, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de datum waarop de aanvraag is aangevuld geldt als datum van ontvangst.

  • 2 De minister beslist binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 4 Verlening van de uitkering geschiedt onder het voorbehoud van goedkeuring door de Staten-Generaal van de in de begroting van het Infrastructuurfonds opgenomen bedragen voor de uitkering voor het desbetreffende jaar.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Een wijziging van het uitvoeringsplan wordt bij de eerstvolgende voortgangsrapportage gemeld. Bij deze melding wordt aangegeven de aard van de wijziging, de reden van de wijziging en de gevolgen voor het uitvoeringsplan, inclusief het aantal te baggeren m

  • 2 De ontvanger van een uitkering handelt in overeenstemming met het uitvoeringsplan of het gemelde gewijzigde uitvoeringsplan.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Bij de verlening wordt het bedrag aangegeven dat per kalenderjaar ten hoogste aan voorschotten kan worden verleend.

  • 2 De voorschotten worden halfjaarlijks verleend op basis van in te dienen declaraties, die zijn afgestemd op de gerealiseerde voortgang van het werk en die zijn onderbouwd met een voortgangsrapportage.

  • 3 De declaraties met de voortgangsrapportage worden na de toekenning van de aanvraag steeds voor 1 mei en voor 1 november van enig jaar ingediend. Zes maanden na de looptijd van het uitvoeringsplan kunnen geen declaraties meer worden ingediend.

  • 4 De voorschotten worden betaald binnen acht weken na ontvangst van de declaratie.

  • 5 De voortgangsrapportage bevat in ieder geval:

    • a. een overzicht van de over het afgelopen half jaar gerealiseerde werkzaamheden, in het bijzonder het aantal m3gebaggerde specie, de kwaliteitsklasse van deze specie en de bestemming ervan;

    • b. een overzicht van alle voor het uitvoeringsplan gemaakte kosten, met een verbijzondering van de over het afgelopen half jaar gemaakte kosten;

    • c. een geactualiseerde planning van de in het kader van het uitvoeringsplan nog te verrichten werkzaamheden, in het bijzonder in het eerstvolgende half jaar;

    • d. een raming van alle voor het uitvoeringsplan nog te maken kosten, met een verbijzondering van de kosten voor het eerstvolgende half jaar; en

    • e. een overzicht van de wijzigingen ten opzichte van het uitvoeringsplan.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De ontvanger van een uitkering dient binnen zes maanden na de looptijd van het uitvoeringsplan bij de minister een aanvraag in tot vaststelling van de uitkering.

  • 2 De aanvraag tot vaststelling van de uitkering gaat vergezeld van:

    • a. een inhoudelijk verslag over de tijdens de looptijd van het uitvoeringsplan uitgevoerde werkzaamheden;

    • b. een financieel eindverslag over de tijdens de looptijd van het uitvoeringsplan gemaakte kosten verbonden aan de werkzaamheden.

  • 3 Het financieel eindverslag, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, is voorzien van een accountantsverklaring, die is opgesteld overeenkomstig het in de bijlage bij deze regeling opgenomen controleprotocol.

  • 4 Indien de verleende uitkering minder bedraagt dan 100.000 euro, kan in afwijking van het derde lid worden volstaan met een financieel eindverslag.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het uitkeringsbedrag wordt overeenkomstig de vaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

  • 2 Het uitkeringsbedrag wordt binnen 4 weken na de vaststelling betaald.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De minister kan onverschuldigd betaalde uitkeringsbedragen en voorschotten terugvorderen voor zover na de betaling van de uitkering nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De ontvanger van een uitkering verleent op verzoek van de minister alle medewerking aan een door de minister ingesteld evaluatieonderzoek, bedoeld om te beoordelen in welke mate deze uitkering een toegevoegde waarde heeft geleverd aan de door de minister geformuleerde beleidsdoelstellingen.

  • 2 De opgedane kennis en ervaring met betrekking tot de uitvoering van het uitvoeringsplan, stelt de gemeente dan wel het waterschap om niet ter beschikking aan de minister voor gebruik ten algemenen nutte.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2007, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op uitkeringen die voor die datum zijn verleend.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling eenmalige uitkering baggerwerkzaamheden bebouwd gebied.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Verkeer en Waterstaat

M.H. Schultz van Haegen