U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2015.]Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2003. Geldend van 01-07-2003 t/m 31-12-2014
Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw van 20 maart 2003 houdende regels ter zake van tuchtrechtspraak (verordening HPA tuchtrechtspraak 2003)
Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw;
Gelet op artikel 104 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, artikel 8, eerste lid van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie en artikel 25 Instellingsverordening akkerbouwproductschappen 1997;
Gehoord de Commissie Teeltaangelegenheden en de Commissie Aardappelen;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.
hoofd productschap
:
Hoofd productschap Akkerbouw;
b.
wet
Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie.
Het hoofdproductschap heeft een tuchtgerecht.
1 Het tuchtgerecht oordeelt over feiten waarop een tuchtrechtelijke maatregel is gesteld:
a. bij verordening van het hoofdproductschap;
b. bij verordening van een ander bedrijfslichaam, voor zover bij die verordening het tuchtgerecht daartoe is aangewezen;
c. bij of krachtens de wet.
2 De aanwijzing van het tuchtgerecht bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, behoeft de instemming van het hoofdproductschap.
Het tuchtgerecht is gevestigd bij de Stichting Instituut voor Agrarisch Recht te Wageningen.
Het kan ook elders zitting houden.
1 Het tuchtgerecht heeft een voorzitter, leden en een secretaris.
2 De in het eerste lid bedoelde personen zijn geen lid van het bestuur of van één van de commissies van of werknemer bij het hoofdproductschap of een lichaam als bedoeld in artikel 110 van de Wet op de bedrijfsorganisatie.
3 Tussen de voorzitter, de leden en de secretaris mag niet bestaan een duurzaam samenwerkingsverband terzake van ondernemingen die onder het hoofdproductschap ressorteren of een verhouding van werkgever tot werknemer.
4 De voorzitter en de secretaris voldoen aan de vereisten voor benoeming zoals vermeld in artikel 1d van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.
1 Het bestuur van het hoofdproductschap benoemt de voorzitter, de leden en de secretaris voor de tijd van vier jaren.
2 De voorzitter, de secretaris en de leden zijn voor hun werkzaamheden voor het tuchtgerecht uitsluitend verantwoording schuldig aan het tuchtgerecht.
De voorzitter, de leden en de secretaris zijn verplicht tot geheimhouding van de gegevens waarover zij bij de uitoefening van hun taak de beschikking krijgen en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
1 De voorzitter, de leden en de secretaris van het tuchtgerecht kunnen op eigen verzoek tussentijds worden ontslagen.
2 De voorzitter, de leden en de secretaris kunnen worden ontslagen op de gronden aangegeven in de artikelen 46c, tweede lid, 46d, tweede lid, 46l, eerste en derde lid en 46m van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en indien zij wegens ziekte ongeschikt zijn voor hun taak, mits de ongeschiktheid twee jaar onafgebroken heeft geduurd en herstel binnen zes maanden na de termijn van twee jaar redelijkerwijs niet is te verwachten.
3 De voorzitter, de leden en de secretaris wordt in ieder geval ontslag verleend met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin zij de leeftijd van zeventig jaren hebben bereikt.
1 De kosten van het tuchtgerecht komen ten laste van het hoofdproductschap.
2 Het bestuur regelt bij verordening de vergoedingen van de voorzitter, de leden en van de secretaris van het tuchtgerecht.
1 De voorzitter bepaalt de samenstelling waarin het tuchtgerecht zitting houdt.
2 De voorzitter regelt de orde van de werkzaamheden van het tuchtgerecht.
1 De artikelen 5 tot en met 9 zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangers van de voorzitter en van de secretaris;
2 De artikelen 10 en 18 zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangers van de voorzitter.
1 De voorzitter van het hoofdproductschap maakt de zaak binnen een redelijke termijn na de constatering van de overtreding bij het tuchtgerecht aanhangig door middel van een schriftelijke verklaring.
2 De verklaring vermeldt de feiten waarvoor een tuchtrechtelijke maatregel wordt gevraagd. Bij de verklaring worden alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan het tuchtgerecht overgelegd.
1 De betrokkene wordt binnen een termijn van ten hoogste acht weken nadat de zaak bij het tuchtgerecht aanhangig is gemaakt, opgeroepen om op een door de voorzitter te bepalen dag en uur ter zitting te verschijnen.
2 De oproeping wordt ten minste twee weken voor de dag van de zitting aan de betrokkene gezonden en vermeldt de plaats van de zitting.
3 De oproeping gaat vergezeld van een afschrift van de in artikel 12 bedoelde verklaring en van alle op de zaak betrekking hebbende stukken.
4 De oproeping houdt in:
a. de namen, het beroep en de woonplaats van de ter zitting opgeroepen getuigen en deskundigen;
b. de mededeling dat de betrokkene bevoegd is getuigen en deskundigen ter zitting mede te brengen.
1 De zitting is openbaar.
2 Het tuchtgerecht oordeelt, tenzij anders is bepaald, met drie of vijf leden, onder wie de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter.
3 Het tuchtgerecht kan bepalen dat de behandeling van de zaak geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvindt indien een openbare behandeling een goede rechtspleging of de belangen van de betrokkene ernstig zouden schaden.
1 De voorzitter heeft de leiding van de zitting;
2 De secretaris houdt aantekening van het verhandelde ter zitting;
3 De secretaris maakt een proces-verbaal op van de zitting, indien het tuchtgerecht dit ambtshalve dan wel op verzoek van de betrokkene of de voorzitter van het betrokken bedrijfslichaam bepaalt en indien hoger beroep wordt ingesteld;
4 Het proces-verbaal bevat de namen van de voorzitter en de leden die de zaak behandelen, die van partijen en van hun vertegenwoordigers of gemachtigden die op de zitting zijn verschenen en van degenen die hen hebben bijgestaan, en die van de getuigen, deskundigen en tolken die op de zitting zijn verschenen;
5 Het proces-verbaal houdt een vermelding in van hetgeen op de zitting met betrekking tot de zaak is voorgevallen;
6 Het proces-verbaal wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend;
7 Aan het proces-verbaal kunnen overgelegde pleitnotities worden gehecht;
8 Het tuchtgerecht kan bepalen dat de verklaring van een partij, getuige of deskundige geheel in het proces-verbaal zal worden opgenomen. In dat geval wordt de verklaring onverwijld op schrift gesteld en aan de partij, getuige of deskundige voorgelezen. Deze mag daarin wijzigingen aanbrengen, die op schrift worden gesteld en aan de partij, getuige of deskundige worden voorgelezen. De verklaring wordt door de partij, getuige of deskundige ondertekend. Heeft ondertekening niet plaats, dan wordt de reden daarvan in het proces-verbaal vermeld.
Het tuchtgerecht kan aan de betrokkene wiens persoonlijke verschijning is bevolen als bedoeld in artikel 9, eerste lid van de wet, dan wel aan de bestuurder, wiens persoonlijke verschijning is bevolen in het geval als bedoeld in artikel 7, derde lid van de wet, en die zonder geldige redenen niet op de oproeping verschijnt, tuchtrechtelijke maatregelen opleggen.
1 Het tuchtgerecht kan de behandeling ter zitting schorsen.
2 In dat geval bepaalt het tuchtgerecht zo spoedig mogelijk het tijdstip waarop de behandeling wordt hervat en stelt de secretaris de betrokkene en de voorzitter van het hoofdproductschap hiervan op de hoogte.
1 Op verzoek van de betrokkene kan de voorzitter die een zaak behandelt, voor de aanvang van de behandeling ter zitting van het tuchtgerecht, worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van het tuchtgerecht schade zou kunnen lijden. De artikelen 513 tot en met 515 van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing.
2 Op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in het eerste lid kan de voorzitter die een zaak behandelt, verzoeken zich ie mogen verschonen. De artikelen 517, tweede en derde lid, tot en met 518 van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing.
1 Het tuchtgerecht sluit het onderzoek ter zitting, wanneer het van oordeel is dat het is voltooid;
2 Voordat het onderzoek ter zitting wordt gesloten, hebben de betrokkene en de voorzitter van het hoofdproductschap het recht voor het laatst het woord te voeren;
3 Zodra het onderzoek ter zitting is gesloten, deelt de voorzitter mee wanneer uitspraak zal worden gedaan.
1 Het tuchtgerecht doet schriftelijk uitspraak.
2 De uitspraak houdt in de beslissing omtrent het opleggen van de tuchtrechtelijke maatregel, de gronden en de voorschriften waarop zij berust.
3 Het tuchtgerecht spreekt de beslissing, bedoeld in het tweede lid, in het openbaar uit.
4 In afwijking van het eerste lid kan het tuchtgerecht na sluiting van het onderzoek ter zitting onmiddellijk mondeling uitspraak doen.
5 Van de mondelinge uitspraak wordt door de secretaris een proces-verbaal opgemaakt.
6 De uitspraak wordt onverwijld aan de betrokkene en de voorzitter van het hoofd productschap verzonden.
1 Indien naar het oordeel van de voorzitter van het tuchtgerecht geen tuchtmaatregel of geen andere tuchtmaatregel dan een berisping of een geldboete van ten hoogste € 225,- dient te worden opgelegd, kan de voorzitter de zaak zonder zitting afdoen.
2 Tegen de uitspraak, bedoeld in het eerste lid, kan de betrokkene of de voorzitter van het hoofdproductschap binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet doen. In dat geval vervalt de uitspraak en wordt de zaak overeenkomstig de artikelen 13 tot en met 20 behandeld.
1 Tegen de betrokkene die ter zitting niet is verschenen of, ingeval zijn persoonlijke verschijning niet is bevolen, zich niet heeft laten vertegenwoordigen, wordt verstek verleend.
2 Tegen de bij verstek gegeven uitspraak kan de betrokkene binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet doen. In dat geval wordt de zaak overeenkomstig de artikelen 13 tot en met 20 behandeld. Indien de betrokkene opnieuw niet ter zitting verschijnt, wordt in afwijking van het eerste lid niet opnieuw verstek verleend.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2003.
Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2003, treedt zij in werking de tweede dag na publicatie en werkt zij terug tot en met 1 juli 2003.
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening HPA tuchtrechtspraak 2003.
Den Haag, 20 maart 2003
J.H.M. Kienhuis
voorzitter
R.J.M. ten Berge
secretaris
Goedgekeurd door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 20 mei 2003, nr. TRCJZ/2003/3043 en door de Minister van Justitie bij beschikking van 15 april 2003 nr. 5221553/03/6.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Verordening HPA tuchtrechtspraak 2003", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.