Legkippenbesluit 2003

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014.]
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2012.
Geldend van 01-01-2012 t/m 30-06-2014

Besluit van 27 mei 2003, houdende regels voor de huisvesting en verzorging van legkippen (Legkippenbesluit 2003)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 26 maart 2003, nr. TRCJZ/2003/2049, Directie Juridische Zaken;

Gelet op richtlijn 1999/74/EG van de Raad van de Europese Unie van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen (PbEG L 203) alsmede op de artikelen 35, 38, 40, tweede lid, onderdeel c, 45, 108 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

De Raad van State gehoord (advies van 9 mei 2003; nr. W11.03.0114/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 26 mei 2003, nr. TRCJZ/2003/4668, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • b. legkip: legrijpe kip van de soort Gallus gallus die wordt gehouden voor de productie van andere eieren dan broedeieren;

  • c. huisvestingssysteem: voorziening waarin legkippen op dezelfde wijze worden gehouden;

  • d. kooi: afgesloten ruimte bestemd voor het houden van één of meer legkippen waarin de legkippen zich niet vrijelijk over de vloer van de stal of op en naar verschillende niveaus binnen de stal kunnen bewegen;

  • e. bruikbare oppervlakte: een ten minste 30 cm breed oppervlak met een helling van ten hoogste 8 graden met boven het gehele oppervlak een vrije ruimte van ten minste 45 cm hoogte. De oppervlakte van het nest wordt niet tot de bruikbare oppervlakte gerekend;

  • f. nest: afgescheiden ruimte voor een individuele legkip of een groep legkippen die geschikt is voor het leggen van eieren en waarin een legkip niet in contact kan komen met bodembestanddelen die bestaan uit draadgaas;

  • g. strooisel: houtkrullen, stro, gehakseld stro, turf, zand of ander materiaal met een losse structuur dat legkippen in staat stelt aan hun ethologische behoeften te voldoen;

  • h. zitstok: horizontaal aangebrachte stok of lat van hout, metaal of kunststof zonder scherpe randen waar de legkip op kan zitten of rusten, in ieder geval niet bestaande uit draadgaas.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 Dit besluit is niet van toepassing op houders van legkippen die minder dan 350 legkippen houden.

  • 3 In afwijking van het tweede lid is het toegestaan legkippen in een kooi als bedoeld in artikel 4a te houden indien de legkippen ten minste worden gehuisvest en verzorgd overeenkomstig de artikelen 4a en 7 tot en met 10.

  • 4 In afwijking van het tweede lid is het tot en met 31 december 2020 toegestaan legkippen in een kooi als bedoeld in artikel 5 te houden indien de legkippen ten minste worden gehuisvest en verzorgd overeenkomstig de artikelen 5 en 7 tot en met 10, voor zover het een huisvestingssysteem betreft waarvan de gebruiker kan aantonen dat:

  • 5 In afwijking van het tweede lid is het tot en met 31 december 2011 toegestaan legkippen te houden in een kooi als bedoeld in artikel 6 indien de legkippen ten minste worden gehuisvest en verzorgd overeenkomstig de artikelen 6, 7, 8, eerste, tweede en vijfde lid, 9 en 10, voor zover het een huisvestingssysteem betreft waarvan de gebruiker kan aantonen dat het voor 1 januari 2003 is gebouwd en in gebruik is genomen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 Onze Minister registreert houders van legkippen. Hij verstrekt daartoe aan houders van legkippen een nummer dat geschikt is om de voor de menselijke consumptie in de handel gebrachte eieren te kunnen traceren.

  • 2 Onze Minister kan nadere regels stellen ter uitvoering van het eerste lid.

  • 3 Het is verboden legkippen te houden zonder te beschikken over een nummer als bedoeld in het eerste lid.

  • 4 In de nadere regels, bedoeld in het tweede lid kan Onze Minister de medewerking vorderen van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren voor het stellen van regelen omtrent het aanvragen en verstrekken van de in het eerste lid bedoelde afzonderlijke nummers. In de nadere regels, bedoeld in het tweede lid kan Onze Minister tevens de medewerking vorderen van bedoeld bestuur ter zake van het bijhouden van het register en het verstrekken van de nummers.

§ 2. Houden en huisvesten van legkippen in alternatieve huisvestingssystemen

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 Legkippen beschikken ten minste over:

    • a. 1111 cm2 bruikbare oppervlakte per legkip;

    • b. één nest per 7 legkippen dan wel een gemeenschappelijk nest van 1 m2 per 120 legkippen;

    • c. een met strooisel bedekte oppervlakte van 250 cm2 per legkip waarbij in ieder geval een derde deel van het grondoppervlak met strooisel is bedekt;

    • d. een zitstok met een lengte van 15 cm per legkip die niet is aangebracht boven het strooisel. De horizontale afstand tussen de zitstokken bedraagt ten minste 30 cm en tussen de zitstokken en de wand ten minste 20 cm;

    • e. een passende voorziening die het doorgroeien van nagels tegengaat;

    • f. een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt of, indien het een ronde voerbak betreft, ten minste 4 cm per legkip, en

    • g. een bereikbare watervoorziening bestaande uit:

      • 1º. een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 2,5 cm per legkip bedraagt;

      • 2º. een ronde drinkbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 1 cm per legkip bedraagt, of

      • 3º. één drinknippel of één waterbakje per 10 legkippen. Bij watervoorziening via nippels of drinkwaterbakjes zijn per legkip ten minste twee nippels of drinkwaterbakjes bereikbaar.

  • 2 In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen de verschillende niveaus kunnen verplaatsen:

    • a. is het aantal niveaus op enig punt boven de vloer beperkt tot vier;

    • b. bedraagt de vrije hoogte tussen de niveaus ten minste 45 cm;

    • c. zijn de voeder- en watervoorzieningen zo over de ruimte verdeeld dat alle legkippen er gelijke toegang toe hebben, en

    • d. komen de uitwerpselen van de legkippen die zich op de hogere niveaus bevinden niet op de voor de legkippen toegankelijke lagere niveaus terecht.

  • 3 In een huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot een ruimte buiten:

    • a. geven over de hele lengte van het gebouw verdeelde uitgangen rechtstreeks toegang tot de ruimte buiten;

    • b. zijn de uitgangen ten minste 35 cm hoog en 40 cm breed;

    • c. hebben de beschikbare uitgangen een gezamenlijke breedte van ten minste 2 m per 1000 legkippen;

    • d. heeft de ruimte buiten om verontreiniging te voorkomen een grondoppervlakte die is afgestemd op de bezettingsgraad en het bodemtype, en

    • e. is de ruimte buiten voorzien van beschutting tegen slecht weer en roofdieren, en indien nodig van passende drinkvoorzieningen.

  • 4 Een overdekte ruimte mag tot de in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde oppervlakte worden gerekend indien de ruimte in ieder geval vanaf 6 uur na het begin van de lichtperiode in de stal onbeperkt toegankelijk is voor de legkippen, gedurende ten minste 10 uren, en de toegangen tot de ruimte ten minste 35 cm hoog en 40 cm breed zijn en een gezamenlijke breedte hebben van ten minste 2 m per 1000 legkippen;

  • 5 De oppervlakken die tot de bruikbare oppervlakte wordt gerekend bieden steun aan alle naar voren gerichte tenen van beide poten van de legkip.

§ 3. Houden en huisvesten van legkippen in kooihuisvestingssystemen

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

§ 3.1. Houden en huisvesten van legkippen in aangepaste kooien

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 4a

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 Een kooi als bedoeld in artikel 2, derde lid, heeft:

    • a. een hoogte van ten minste 60 cm aan de zijde van de kooi waar de voerbak zich bevindt;

    • b. een hoogte van ten minste 50 cm boven de bruikbare oppervlakte;

    • c. een oppervlakte van ten minste 25.000 cm2, en

    • d. ten minste twee zitstokken.

  • 2 Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2, derde lid, hebben ten minste de beschikking over:

    • a. 800 cm2 bruikbare oppervlakte per legkip met een gewicht van ten hoogste twee kilogram en 900 cm2 bruikbare oppervlakte per legkip met een gewicht van meer dan twee kilogram;

    • b. een nest;

    • c. een met strooisel bedekte ruimte waar de legkippen kunnen scharrelen en bodempikken;

    • d. een zitstok met een lengte van ten minste 15 cm per legkip en een vrije ruimte boven de zitstok van ten minste 20 cm;

    • e. een voerbak met een lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant van ten minste 12 cm per legkip met een gewicht van ten hoogste twee kilogram en van ten minste 14.5 cm per legkip met een gewicht van meer dan twee kilogram;

    • f. een passende voorziening die het doorgroeien van nagels tegengaat, en

    • g. een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt dan wel drink-nippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee voor een legkip bereikbaar zijn.

  • 3 De zitstokken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden op verschillende hoogtes in de kooi geplaatst.

  • 4 Het nest, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, is minder verlicht dan andere gedeelten van de kooi en heeft een oppervlak van ten minste:

    • a. 2700 cm2, wanneer in de kooi 30 of minder legkippen worden gehouden, of

    • b. 90 cm2 per legkip, wanneer in de kooi meer dan 30 legkippen worden gehouden.

  • 5 De met strooisel bedekte ruimte, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, heeft een oppervlak van ten minste:

    • a. 2700 cm2, wanneer in de kooi 30 of minder legkippen worden gehouden, of

    • b. 90 cm2 per legkip, wanneer in de kooi meer dan 30 legkippen worden gehouden.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2, vierde lid hebben ten minste de beschikking over:

    • a. 750 cm2 oppervlakte waarvan 600 cm2 bruikbare oppervlakte per legkip, met dien verstande dat de kooi boven andere plaatsen dan de bruikbare oppervlakte op elk punt ten minste 20 cm hoog moet zijn en dat de totale oppervlakte van een kooi niet kleiner mag zijn dan 2000 cm2;

    • b. een nest;

    • c. een met strooisel bedekte ruimte die ten minste 20 cm hoog is, waar de legkippen kunnen scharrelen en bodempikken;

    • d. een zitstok met een lengte van 15 cm per legkip en een vrije ruimte boven de zitstok van 20 cm;

    • e. een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 12 cm per legkip bedraagt;

    • f. een passende voorziening die het doorgroeien van nagels tegengaat, en

    • g. een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt dan wel drinknippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee voor een legkip bereikbaar zijn.

  • 2 De bodem van de kooi biedt steun aan alle naar voren gerichte tenen van beide poten van de legkip.

§ 3.2. Houden en huisvesten van legkippen in niet-aangepaste kooien

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, hebben ten minste de beschikking over:

    • a. een grondoppervlakte van 550 cm2, horizontaal gemeten, die vrij beschikbaar is en waarvan de helling niet meer bedraagt dan 8 graden, met een vrije ruimte van 40 cm boven 65% van de grondoppervlakte en een vrije ruimte van 35 cm boven de overige grondoppervlakte. De ruimte onder de morsranden die de beschikbare grondoppervlakte kunnen beperken, wordt niet tot de grondoppervlakte gerekend;

    • b. een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt;

    • c. een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt dan wel drinknippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee voor een legkip bereikbaar zijn, en

    • d. een passende voorziening die het doorgroeien van nagels tegengaat.

  • 2 De bodem van de kooi biedt steun aan alle naar voren gerichte tenen van beide poten van de legkip.

§ 4. Algemene eisen aan het huisvesten en verzorgen

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 Het geluidsniveau wordt zo laag mogelijk gehouden. Aanhoudend of plotseling lawaai wordt vermeden. Constructie, opstelling, onderhoud en werking van ventilatietoestellen, voedermachines of andere apparaten veroorzaken zo weinig mogelijk lawaai.

  • 2 Het huisvestingssysteem is zodanig opgezet dat een legkip niet kan ontsnappen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 De legkippen worden ten minste eenmaal per dag door de houder geïnspecteerd.

  • 2 De inrichting van het huisvestingssysteem is zodanig dat alle lagen en kooien rechtstreeks en moeiteloos kunnen worden geïnspecteerd en de legkippen gemakkelijk kunnen worden verwijderd.

  • 3 Rijen kooien zijn van elkaar gescheiden door gangen van ten minste 90 cm breed.

  • 4 De bodem van de onderste kooi is ten minste 35 cm boven de vloer van het gebouw geplaatst.

  • 5 De vorm en de grootte van de kooiopening zijn zodanig dat een volwassen legkip uit de kooi kan worden gehaald zonder dat dit lijden of verwondingen veroorzaakt.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 Er is voldoende goed werkende verlichtingsapparatuur aanwezig voor een grondige inspectie van iedere legkip op elk willekeurig tijdstip.

  • 2 Een stal waarin legkippen zijn ondergebracht is gedurende de lichtperiode zodanig verlicht dat de legkippen elkaar duidelijk kunnen zien, dat zij hun omgeving visueel kunnen verkennen en dat zij hun gebruikelijke activiteiten kunnen ontplooien. In geval van verlichting met daglicht zijn de lichtopeningen zodanig gepositioneerd dat het licht gelijkmatig over de stal en de kooien wordt verdeeld.

  • 3 Per 24 uur is er een ononderbroken duisternisperiode van 8 uur waarin de legkippen kunnen rusten. Bij de vermindering van kunstlicht wordt een periode van halfduister in acht genomen om de legkippen de gelegenheid te geven zonder verwondingen op stok te gaan.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 De uitwerpselen van legkippen worden regelmatig verwijderd. Dode legkippen worden dagelijks verwijderd.

  • 2 Lokalen, uitrusting en gereedschappen waarmee de legkippen in aanraking komen, worden regelmatig grondig gereinigd en ontsmet, in elk geval telkens wanneer de kooien om sanitaire redenen worden leeggemaakt, en ook voordat een nieuwe partij legkippen wordt binnengebracht. Zolang de stal of de kooien bezet zijn, worden alle oppervlakken en alle installaties goed schoon gehouden.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

[Red: Wijzigt het Besluit welzijn productiedieren.]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

[Red: Wijzigt het Ingrepenbesluit.]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 Het Besluit legbatterijen wordt ingetrokken.

  • 2 Het Besluit huisvesting legkippen wordt ingetrokken.

  • 3 Het Legkippenbesluit wordt ingetrokken.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 4 is tot en met 1 januari 2007 niet van toepassing op een huisvestingssysteem als bedoeld in dat artikel indien de houder kan aantonen dat het huisvestingssysteem voor 1 januari 2002 is gebouwd en in gebruik genomen en sedertdien niet is ver- of herbouwd.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Laatstbedoeld besluit wordt niet genomen voordat 30 dagen zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal, en evenmin indien binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijke aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat de inwerkingtreding van dit besluit bij wet wordt geregeld.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 18-12-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Dit besluit wordt aangehaald als: Legkippenbesluit 2003.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 27 mei 2003

Beatrix

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij ,

B. J. Odink

Uitgegeven de tiende februari 2004

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner