Bij vraag 2a van het formulier dient aangegeven te worden welke schoolsoort de leerling
volgt.
Indien het (speciaal) basisonderwijs betreft volstaat het invullen van de groep. Indien
het voortgezet onderwijs betreft dient, naast het leerjaar, ook de schoolsoort aangekruist
te worden. Er kan slechts één van de genoemde mogelijkheden aangekruist worden.
Indien van toepassing dient u bij vraag 2b ingevolge artikel 70a, lid 2 WPO een korte beschrijving te geven van de reden waarom de betreffende leerling ingeschreven
is bij een speciale school voor basisonderwijs.
Bij vraag 3 dient aangegeven te worden of er al aanvullende formatie voor deze leerling
ontvangen wordt. Hiermee wordt bedoeld aanvullende formatie dan wel aanvullende bekostiging
in verband met de handicap van de leerling die is aangevraagd in het kader van artikel 20 (WPO) of artikel 85a (WVO).
Bij vraag 4 dient aangegeven te worden onder welk nummer en datum de indicatiestelling
geregistreerd is. Het CvI nummer is het nummer waaronder de indicatie is vastgelegd.
Dit unieke nummer wordt bepaald door de Commissie van Indicatiestelling (CvI) en is
als volgt opgebouwd:
-
1e positie:
Cluster, zie ook vraag 5
-
2e en 3e positie:
Regio van de Commissie van indicatiestelling
-
4e tot en met 7e positie:
Jaar van afgifte (jjjj)
-
8e tot en met 11e positie:
Volgnummer
Datum indicatiestelling is de datum waarop de indicatiestelling geregistreerd is bij
de CvI.
Zowel het CvI nummer als de datum indicatiestelling is vermeld op de door de CvI afgegeven
indicatie.
Bij vraag 5 dient aangegeven te worden of er sprake is van herindicatie. Indien dit
het geval is, dient hier het CvI nummer van de vorige indicatiestelling ingevuld te
worden. Dit gegeven is vermeld op de vorige indicatiestelling van betreffende leerling.
Gegevens over de vorige indicatie zijn op te vragen bij de ouders of bij de CvI waar
deze indicatie heeft plaatsgevonden.
Een indicatiestelling heeft een geldigheidsduur van 2 jaar (of 4 jaar voor dove of
mg leerlingen). Dit betekent in de praktijk dat geïndiceerde leerlingen bij afloop
van 2 of 4 volledige schooljaren volgend op de datum indicatiestellingopnieuw geïndiceerd
zullen moeten zijn. Aangezien de eerste indicaties in het schooljaar 2003/2004 worden
afgegeven zal herindicatie voor het merendeel van de geïndiceerde leerlingen op zijn
vroegst in het schooljaar 2005/2006 plaatsvinden. De herindicatie wordt uitgevoerd
door de CvI.
Bij vraag 6 dient aangegeven te worden tot welke groep kinderen de leerling behoort
volgens de Commissie van Indicatiestelling (CvI). Dit gegeven is vermeld op de door
de CvI afgegeven indicatiestelling. Er kan slechts één van de tien mogelijkheden aangekruist
worden. De keuze ’kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden’ kan alleen aangekruist
worden indien bij vraag 2a is aangegeven dat de leerling (speciaal) basisonderwijs
volgt.
Bij vraag 7 dient aangegeven te worden door welke (V)SO school deze leerling ambulant
begeleid wordt. Hiermee wordt bedoeld ambulante begeleiding volgens artikel 77a lid 4 WVO(Stb. 2002 nr.631). Van betreffende school dient alleen het BRIN nummer, naam en woonplaats
ingevuld te worden. De gegevens kunnen via Brinweb op www.cfi.nl geverifieerd worden.
Bij vraag 8 dient aangegeven te worden of de leerling afkomstig is van een andere
Nederlandse school voor (speciaal) basisonderwijs of voortgezet onderwijs. Indien
dit het geval is, dienen hier de gegevens van de vorige school ingevuld te worden.
Van betreffende school dient alleen het BRIN nummer, naam en woonplaats ingevuld te
worden. De gegevens kunnen via Brinweb op www.cfi.nl geverifieerd worden. In alle
andere gevallen dient deze vraag met NEE beantwoord te worden.
Het meldingsformulier kan op elk moment worden ingediend. Het recht op bekostiging
vindt plaats vanaf de 1e van de maand volgend op de melding van binnenkomst van het
formulier. Voor een uitgebreide toelichting op de te volgen procedure bij de melding,
kunt u hoofdstuk 3 van deze publicatie raadplegen.