Regeling aanvraagprocedure bij verlening op volgorde van binnenkomst

Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2013.
Geldend van 01-04-2013 t/m heden

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 15 oktober 2003, nr. EZT/5003904.JZ, houdende regels omtrent de aanvraag van een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte en de toelatingscriteria voor het verlenen van een vergunning (Regeling aanvraag en toelating vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 11, 12 en 14 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: de Minister van Economische Zaken;

  • b. Agentschap Telecom: het Agentschap Telecom van het Ministerie van Economische Zaken.

Hoofdstuk 2. De aanvraag van een vergunning

Artikel 2

Deze regeling is alleen van toepassing op aanvragen tot verlening van een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte door middel van de procedure als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, onder a, van de wet.

Artikel 3

  • 1 Een aanvraag tot verlening van een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte geschiedt door middel van een daartoe strekkend formulier.

  • 2 De aanvraag tot verlening van een vergunning voor frequentieruimte alsmede de aanvraag tot wijziging of intrekking van een vergunning wordt ingediend bij het Agentschap Telecom.

  • 3 Een aanvraag voor de verlening van een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten dienste van singlepoint-singlepoint-straalverbindingen, alsmede een aanvraag voor de verlening, wijziging of intrekking van een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten dienste van de maritieme radiocommunicatie of voor het gebruik van frequentieruimte ten dienste van het doen van onderzoekingen kan bij het Agentschap Telecom worden ingediend langs elektronische weg met gebruikmaking van een daartoe strekkend elektronisch aanvraagformulier.

  • 4 De aanvrager die voor de eerste maal een aanvraag langs elektronische weg als bedoeld in het derde lid indient, geeft daarbij een persoonlijke code op en verzendt binnen drie dagen na de datum van elektronische verzending van het elektronisch aanvraagformulier aan het Agentschap Telecom per gewone post een door hem ondertekende schriftelijke verklaring dat hij een aanvraag langs elektronische weg heeft ingediend.

  • 5 Bij het indienen van een volgende aanvraag langs elektronische weg verstrekt de aanvrager naast de op het elektronische aanvraagformulier gevraagde gegevens de persoonlijke code, bedoeld in het vierde lid.

  • 6 Voor de verklaring, bedoeld in het vierde lid, gebruikt de aanvrager de door het Agentschap Telecom opgestelde modelverklaring.

  • 7 Indien de aanvraag tot verlening van een vergunning betrekking heeft op frequentieruimte die is bestemd voor openbare elektronische communicatienetwerken of openbare elektronische communicatiediensten, kan de minister, naast de gegevens die worden gevraagd in het formulier, nadere gegevens vragen aan de aanvrager ter beoordeling van het bepaalde in artikel 4, eerste lid, onder b.

Hoofdstuk 3. Toelatingscriteria

§ 1. Openbare telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatiediensten

Artikel 4

  • 1 Een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte die bestemd is voor het aanbieden van openbare elektronische communicatienetwerken of openbare elektronische communicatiediensten dan wel bestemd is voor commerciële omroep wordt slechts verleend aan de aanvrager die:

    • a. voldoet aan de navolgende voorwaarden met betrekking tot zijn financiële positie:

      • 1°. de aanvrager verkeert niet in staat van faillissement, noch is een verzoek tot faillietverklaring van de aanvrager ingediend;

      • 2°. de aanvrager is geen surséance van betaling verleend, noch is ten aanzien van de aanvrager surséance van betaling aangevraagd;

      • 3°. op de aanvrager niet de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is;

      • 4°. er is geen beslag gelegd op een of meer bedrijfsmiddelen van de aanvrager;

    • b. op grond van de in de aanvraag vermelde gegevens naar het oordeel van de minister naar verwachting kan voldoen aan het met betrekking tot de vergunning bepaalde.

  • 2 Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend als de aanvrager aantoont een redelijk belang te hebben bij de gevraagde vergunning.

§ 2. Maritieme radiocommunicatie

Artikel 5

  • 2 Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend als de aanvrager aantoont een redelijk belang te hebben bij de gevraagde vergunning.

§ 4. Overig gebruik

Artikel 7

Een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte voor ander gebruik dan bedoeld in de artikelen 4 en 5 wordt slechts verleend indien de aanvrager aantoont een redelijk belang te hebben bij de gevraagde vergunning.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 oktober 2003

De

Minister

van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Bijlage bij artikel 6 van de Regeling aanvraag en toelating vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte

[Vervallen per 03-03-2008]