Stcrt. 2010, 16235, datum inwerkingtreding 20-10-2010, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2009.
Meerjarige aanvullende uitkering
1 Een verzoek tot een meerjarige aanvullende uitkering wordt door de toetsingscommissie
ontvangen in de periode van 1 januari tot en met 31 maart van het eerste kalenderjaar
waarop het verzoek betrekking heeft.
2 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van gegevens op grond waarvan
de toetsingscommissie kan beoordelen of voldaan is aan de vereisten, genoemd in artikel
10a, eerste lid, van het Besluit WWB 2007.
3 Een verzoek dat door de toetsingscommissie wordt ontvangen na 31 maart wordt niet
behandeld.
4 De minister:
-
a. beslist uiterlijk 31 december van het kalenderjaar waarin het verzoek als bedoeld
in het eerste lid is ingediend of dat verzoek wordt gehonoreerd en of de eigen bijdrage
2,5%, 5% of 7,5% bedraagt;
-
b. stelt, na toewijzing van het verzoek, de hoogte van elk van de delen vast binnen zes
weken na 15 juli van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop het desbetreffende
deel betrekking heeft of, indien een gemeente haar verantwoording over de uitvoering
van de wet op de wijze als bedoeld in artikel 17a van de Financiële verhoudingswet
niet uiterlijk 15 juli bij Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
heeft ingediend, binnen zes weken na indiening van de verantwoordingsinformatie.
5 Het percentage, bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit WWB
2007, bedraagt 4,3% voor het kalenderjaar 2009 en 4,2% voor het kalenderjaar 2010.