Wet van 17 december 2003 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet
op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet medezeggenschap
onderwijs 1992 in verband met een verruiming van de bestedingsvrijheid voor scholen
in het primair en voortgezet onderwijs
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, met het oog op deregulering en vereenvoudiging
van regelgeving, wenselijk is in het primair onderwijs een aantal specifieke budgetten
samen te voegen tot een schoolbudget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid en mogelijk
te maken dat schoolbesturen op beperkte schaal praktijkervaring op doen met vrijere
bestedingsmogelijkheden, en dat het voorts wenselijk is in het voortgezet onderwijs
de oormerking van de bekostiging voor nascholing van het personeel te schrappen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: