Vaststellingsbesluit subsidieplafond en beleidsvoornemen subsidiëring Matra Opleidingen Programma

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 31-12-2003.
Geldend van 31-12-2003 t/m 31-12-2005

Besluit van de Staatssecretaris voor Europese Zaken van 18 december 2003, DZO-UM/6189/2003, tot vaststelling van een subsidieplafond en een beleidsvoornemen voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het Matra Opleidingen Programma

De Staatssecretaris voor Europese Zaken,

Gelet op de artikelen 1.1.6, 1.1.7, 1.1.10, 2.1.3 en 2.1.4 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Voor subsidieverlening op grond van de artikelen 2.1.3 en 2.1.4, onder f, van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken geldt voor de periode 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004 voor het Matra Opleidingen Programma het volgende subsidieplafond: € 3.000.000,–Dit plafond betreft het maximum van de aan te gane verplichtingen..

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Voor subsidieverlening op grond van de artikelen 2.1.3 en 2.1.4, onder f, van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken geldt voor de periode 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004 voor het Matra Opleidingen Programma het volgende beleidsvoornemen:

  • a. Het Matra Opleidingen Programma is onderdeel van het Matra Programma. Het Matra Programma richt zich op de ondersteuning van de overgang naar een pluriforme, democratische rechtsstaat in landen in Midden- en Oost-Europa. Het Matra Opleidingen Programma ondersteunt opleidingen in Nederland ten behoeve van deelnemers uit Midden- en Oost-Europa ten einde hen in staat te stellen een effectievere bijdrage te leveren aan het proces van verandering van de staat, zijn instituties, organisaties van burgers en hun onderlinge verbanden.

  • b. Voor subsidieverlening onder het Matra Opleidingen Programma komen uitsluitend activiteiten in aanmerking die betrekking hebben op de deelnemers uit volgende landen: Hongarije, Polen, Slowakije, Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Kroatië, Servië en Montenegro, Slovenië, Bulgarije, Roemenië, Belarus, Oekraïne, de Russische Federatie en Turkije.

  • c. Voor subsidieverlening komen in aanmerking activiteiten die zich richten op de volgende thema's: wetgeving en recht, openbaar bestuur en politie, natuur en milieu, versterking milieuoverheden, volkshuisvesting, onderwijs, voorlichting en media, cultuur, welzijn, gezondheidszorg, arbeid en sociaal beleid of mensenrechten en minderheden.

  • d. Bij de verlening van de subsidies wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling over de verschillende thema's en landen.

  • e. Voor subsidieverlening in het kader van het Matra Opleidingen Programma komen uitsluitend in aanmerking activiteiten die betrekking hebben op de verzorging van post-academische opleidingen in Nederland die voldoen aan het bepaalde onder b en c.

  • f. Subsidies kunnen uitsluitend worden verleend voor voor groepsopleidingen, specifiek gericht op deelnemers uit bovengenoemde landen.

  • g. De duur van de activiteiten bedraagt ten hoogste 3 jaren.

  • h. De subsidie per aanvraag bedraagt ten hoogste € 500.000,–. In het geval van cofinanciering uit andere bron dan het Matra-programma kan van deze bepaling worden afgeweken.

  • i. De subsidie wordt slechts verleend aan onderwijsinstellingen die een ruime ervaring hebben met het aanbieden van post-academische opleidingen ten behoeve van de bovengenoemde landen op het door hen bestreken terrein.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

voor Europese Zaken
namens deze:
de

Directeur-Generaal Regiobeleid en Consulaire Zaken

,

P.P. van Wulfften Palthe