Stcrt. 2006, 113, datum inwerkingtreding 16-06-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.
1 Als maatstaf voor het in rekening te brengen bedrag, bedoeld in artikel 11, eerste
lid, geldt, voor zover het de uitoefening van taken en bevoegdheden door de Autoriteit
Financiële Markten betreft, onderscheiden naar categorie of subcategorie, voor:
-
a. beheerders als bedoeld in artikel 13, onderdeel a, onderdelen 1° en 2°: het gezamenlijke
balanstotaal van de beleggingsinstellingen waarover beheer wordt gevoerd;
-
b. effecteninstellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel b, onder 1°: het aantal
in Nederland werkzame personen dat door die instellingen belast is met het verrichten
van transacties in effecten;
-
c. effecteninstellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel b, onder 2° en 5°: het aantal
effectenrekeningen bij of in beheer bij die instellingen;
-
d. houders van effectenbeurzen als bedoeld in artikel 13, onderdeel c, onder 1°: het
aantal effectentransacties totstandgekomen op de effectenbeurs;
-
e. schadeverzekeraars, levensverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars: het bruto premie-inkomen
in Nederland;
-
f. pensioenfondsen: het beheerd vermogen;
-
g. instellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel d, onder 3°: de gemiddelde marktkapitalisatie
van de instelling over de eerste drie maanden van het lopende kalenderjaar.
2 De minister stelt jaarlijks voor 15 juli, op voorstel van de Autoriteit Financiële
Markten, per categorie of subcategorie een verdeelsleutel vast op basis van de maatstaf,
bedoeld in het eerste lid. De minister kan daarbij bandbreedtes bepalen en per bandbreedte
een verdeelsleutel vaststellen.
3 De Autoriteit Financiële Markten baseert haar voorstel voor de in het tweede lid bedoelde
verdeelsleutel op de desbetreffende maatstaf die betrekking heeft op gegevens van
het voorafgaande jaar, dan wel het tweede voorafgaande jaar indien de gegevens over
het voorafgaande jaar niet beschikbaar zijn.