U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 29-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-05-2004. Geldend van 15-05-2004 t/m heden
Vaststelling klokkenluidersregeling (Beschikking van 3 mei 2004, nr. ICO 2004-1048)
De Minister van Financiën,
Overwegende dat het wenselijk is om voor de medewerkers van het kerndepartement van Financiën een regeling vast te stellen hoe om te gaan met signalen inzake misstanden en overige integriteitsinbreuken;
Gelet op artikel 50 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR);
Gelet op de regeling procedure inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand nr. AD/2000/U98929 van 7 december 2000 (Stcrt. 2000, nr. 243) van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zoals deze regeling nadien is gewijzigd (Stcrt. 2002, nr. 249);
Gehoord de departementale ondernemingsraad;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. de minister: de Minister van Financiën;
b. het ministerie: het Ministerie van Financiën, met uitzondering van de Belastingdienst;
c. medewerker: degene die al dan niet als ambtenaar in de zin van het ARAR werkzaam is bij het ministerie;
d. hoofd van dienst: het hoofd van een directie c.q. een directoraat-generaal;
e. de adviseur integriteit: de door de secretaris-generaal aangewezen adviseur bedoeld in artikel 2;
f. de vertrouwenspersoon integriteit: de door de secretaris-generaal aangewezen vertrouwenspersoon bedoeld in artikel 10;
g. integriteit: de situatie waarin het handelen van het ministerie en zijn medewerkers gekenmerkt wordt door onkreukbaarheid en betrouwbaarheid;
h. integriteitsinbreuken: gedragingen, handelingen of uitingen die in strijd zijn met wet- en regelgeving of conventies op het gebied van integriteit; hiertoe behoren:
– misstanden als bedoeld onder letter i;
– overige inbreuken als bedoeld onder letter j;
i. een vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden omtrent:
– een ernstig strafbaar feit;
– een grove schending van regelgeving of beleidsregels;
– het misleiden van justitie;
– een groot gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid of het milieu, of
– het bewust achterhouden van informatie over deze feiten;
j. overige integriteitsinbreuken: andere inbreuken dan de onder letter i bedoelde misstanden; hiertoe behoren in elk geval:
– het lekken van vertrouwelijke informatie;
– oneigenlijk gebruik van bedrijfsmiddelen;
– misbruik van buitengewoon verlof;
– andere gevallen die door medewerkers als integriteitsinbreuken worden ervaren, met uitzondering van ongewenste omgangsvormen;
k. de Commissie integriteit rijksoverheid: de commissie als beschreven in hoofdstuk 3 van de Regeling procedure inzake het omgaan met het vermoeden van een misstand, die is genoemd in de considerans.
l. bijzonder onderzoek: een onderzoek naar aanleiding van een signalering van een integriteitsinbreuk waarbij specialistische onderzoekskennis en -vaardigheden benodigd zijn.
1 Er is een adviseur integriteit voor het ministerie.
2 De adviseur integriteit wordt aangewezen door en ressorteert rechtstreeks onder de secretaris-generaal.
3 De aanwijzing geldt voor een periode van ten hoogste vier jaar.
De adviseur integriteit heeft tot taak:
a. het adviseren en voorlichten van dienstleiding, leidinggevenden en medewerkers inzake integriteitsvraagstukken;
b. het in ontvangst nemen en registreren van meldingen van vermoedens van integriteitsinbreuken;
c. het meewerken bij de afhandeling van een melding;
d. het bijhouden van een centrale registratie van afgedane integriteitsaffaires.
De adviseur integriteit brengt jaarlijks aan de secretaris-generaal verslag uit over het aantal malen dat hij is geraadpleegd en de onderwerpen waarover hij heeft geadviseerd in het voorgaande kalenderjaar.
1 Een medewerker meldt een vermoeden van een integriteitsinbreuk, in principe via zijn direct leidinggevende, aan zijn hoofd van dienst, of indien hij dat niet wenselijk acht aan de adviseur integriteit.
2 De ontvanger van de melding beoordeelt of het vermoeden een misstand betreft of een overige integriteitsinbreuk.
3 Bij een vermoeden van een misstand wordt de procedure gevolgd als in § 4 beschreven.
4 Bij overige integriteitsinbreuken wordt de procedure gevolgd als in § 5 beschreven.
5 In afwijking van de voorgaande leden kan de medewerker een vermoeden van een misstand rechtstreeks melden aan de Commissie integriteit rijksoverheid indien zwaarwegende belangen toepassing van die leden in de weg staan.
1 De ontvanger van de melding stelt onmiddellijk een rapport op waarin naast de gegevens van het dienstonderdeel, diensthoofd, degene die de melding doet, datum van melding, ook de feiten, omstandigheden, personen die bij het vermoeden een rol spelen worden beschreven.
2 Indien de melding bij het hoofd van dienst is gedaan draagt deze zorg voor het onmiddellijk verwittigen van de adviseur integriteit en stelt deze het in lid 1 bedoelde rapport ter hand ter onmiddellijke doorgeleiding naar de secretaris-generaal.
3 Indien de melding bij de adviseur integriteit is gedaan draagt deze zorg voor het onmiddellijk verwittigen van de secretaris-generaal en stelt hem het in lid 1 bedoelde rapport ter hand. Tevens stelt de adviseur integriteit het desbetreffende hoofd van dienst op de hoogte.
4 De secretaris-generaal beoordeelt of de minister en, eventueel, de staatssecretaris op de hoogte moeten worden gesteld.
1 De secretaris-generaal stuurt een bevestiging van de ontvangst van de interne melding aan de medewerker die de melding deed onder vermelding van procedures en termijnen.
2 De adviseur integriteit brengt een advies uit aan de secretaris-generaal over de verdere behandeling.
3 De secretaris-generaal beslist over:
a. de verdere afhandeling van de melding. Dit kan betreffen (i) een verder (bijzonder) onderzoek, (ii) inschakeling van Openbaar Ministerie of Rijksrecherche of (iii) deponeren;
b. de onderzoeksdoelstelling en de wijze van factfinding;
c. de definitieve afhandeling na afronding van het onderzoek.
4 Binnen 8 weken na de interne melding zendt de SG aan de medewerker die de melding deed een schriftelijk standpunt, dan wel een bericht binnen welke termijn het standpunt kan worden tegemoet gezien.
5 Deze medewerker kan indien hij het niet eens is met het standpunt, geen bericht heeft ontvangen binnen de gestelde termijn of de verlengde termijn onredelijk lang is, het vermoeden van een misstand melden aan de Commissie integriteit rijksoverheid.
1 Indien de melding bij de leidinggevende is gedaan licht deze de adviseur integriteit in over de ontvangen melding.
2 Indien de melding rechtstreeks bij de adviseur integriteit is gedaan licht deze dedesbetreffende leidinggevende in, tenzij daar overwegende bezwaren tegen bestaan.
3 De leidinggevende, dan wel, in het geval bedoeld in het slot van het vorige lid, de adviseur integriteit, stelt naar aanleiding van de melding een onderzoek in.
4 Desgevraagd brengt de adviseur integriteit een advies uit aan de leidinggevende over de verdere afhandeling.
5 De leidinggevende licht na afloop de adviseur integriteit in over de afhandeling.
De leidinggevende informeert de adviseur integriteit ook over afgehandelde overige integriteitsinbreuken die niet op de voet van artikel 8 zijn afgehandeld.
1 Er is een vertrouwenspersoon integriteit voor het ministerie. Naar behoefte kan bij onderdelen van het ministerie een eigen vertrouwenspersoon integriteit worden aangewezen.
2 De vertrouwenspersoon integriteit wordt na overleg met de desbetreffende ondernemingsraad aangewezen door de secretaris-generaal.
1 De vertrouwenspersoon integriteit heeft tot taak het desgevraagd adviseren van een medewerker privé en persoonlijk over integriteitsvraagstukken en over de wijze waarop hij kan of moet omgaan met kennis over mogelijke integriteitsinbreuken in de organisatie.
2 De vertrouwenspersoon vervult zijn functie buiten en naast de hiërarchische en functionele organisatie.
3 De vertrouwenspersoon integriteit stelt bij het uitoefenen van zijn taak de betrokken medewerker vooraf op de hoogte van het feit dat het vertrouwensaspect van zijn functie een grens vindt in artikel 162 van het Wetboek van Strafvordering.
Het Besluit instelling Adviseur Integriteit d.d. 11 augustus 1998 (DPO 98/311M), zoals gewijzigd bij Besluit d.d. 14 juni 1999 (DPO 99/284M), wordt ingetrokken.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling hoe om te gaan met signalen inzake misstanden en overige integriteitsinbreuken.
Dit besluit treedt in werking op 15 mei 2004.
Den Haag, 3 mei 2004
Minister
Secretaris-Generaal
R. Gerritse
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling hoe om te gaan met signalen inzake misstanden en overige integriteitsinbreuken", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.