Aanmeldingsprocedure voor het Centraal Register Beroepsopleidingen (CREBO) diploma-erkenning 2005 - 2006

[Regeling vervallen per 29-09-2005.]
Geraadpleegd op 30-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 29-09-2004.
Geldend van 29-09-2004 t/m 28-09-2005

Aanmeldingsprocedure voor het Centraal Register Beroepsopleidingen (CREBO) diploma-erkenning 2005 - 2006

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

Deze publicatie bevat de procedure voor het aanmelden van diploma-erkenning en de registratie hiervan in het Centraal Register Beroepsopleidingen (CREBO) voor het studiejaar 2005 - 2006.

2. Diploma-erkenning

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

2.1. Aanmelden

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

Aanmelden voor het CREBO 2005 - 2006 kan voor wat betreft diploma-erkenning alleen door middel van de formulieren ’Verzoek om diploma-erkenning (CFI 65978)’ of ’Verzoek om diploma-erkenning Groen onderwijs (CFI 65043)’ (artikel 4:4 Algemene wet bestuursrecht).

U dient het formulier in te zenden vóór 1 november 2004.

Wanneer u geen formulier inzendt, betekent dit dat de bestaande situatie van het studiejaar 2004 - 2005 automatisch wordt voortgezet voor het studiejaar 2005 - 2006. Formulieren die na 1 november 2004 bij Cfi binnenkomen, zullen niet in behandeling worden genomen voor registratie in het CREBO 2005 - 2006, dat vóór 1 februari 2005 wordt vastgesteld.

Aan instellingen waarvoor al opleidingen in het CREBO zijn geregistreerd wordt het formulier binnenkort toegezonden. Instellingen die voor de eerste keer een aanvraag indienen kunnen het formulier aanvragen bij het Informatiecentrum Onderwijs van Cfi (CFI/BVH/ICO, telefoonnummer 079- 3232666) .

Instellingen die beroepsopleidingen in de beroepsopleidende leerweg onder de werkingssfeer van de Wet op de studiefinanciering wensen te plaatsen dienen hiervoor gebruik te maken van het formulier ’Verklaring opleidingstraject (CFI 65988)’. Zie hierna onder punt 5.

De formulieren voor het beëindigen van bestaand aanbod zijn vervallen. Indien u opleidingen wilt beëindigen kunt u dit kenbaar maken door middel van een brief.

2.2. Nieuw aanbod niet-bekostigde beroepsopleidingen

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

Onder nieuw aanbod wordt verstaan: elke opleiding die voor uw instelling nog niet is geregistreerd. Bepalend is de laatste beschikking met het overzicht van de voor uw instelling geregistreerde opleidingen.

2.3. Bestaand aanbod van geregistreerde niet-bekostigde beroepsopleidingen

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

Bestaand aanbod - opleidingen in een bepaalde leerweg die voor uw instelling al zijn geregistreerd- hoeft u niet opnieuw aan te melden, ook niet als er wijzigingen in de eindtermen zijn aangebracht.

2.6. Bekostigde instelling en niet-bekostigd beroepsonderwijs

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

Voor bekostigde instellingen die niet-bekostigde beroepsopleidingen willen aanbieden, geldt dezelfde procedure als voor niet-bekostigde instellingen.

2.7. Procedure

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

Instellingen die al voor één of meerdere opleidingen geregistreerd zijn hoeven niet bij elke aanvraag van een nieuwe opleiding de verplichte gegevens zoals bij 2.8 aangegeven te overleggen. De inspectie zal toetsen op kwalitatieve aspecten in de reële praktijk door middel van kwaliteitsonderzoeken in het kader van de Wet op het Onderwijstoezicht. Een actueel Onderwijs- en Examenreglement (OER) dient op uw instelling ter inzage te zijn. (artikel 7.4.8 WEB)

Procedure CREBO niet geregistreerde instellingen

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

Voor nog niet in het CREBO geregistreerde instellingen geldt de hieronder omschreven procedure.

Het verzoek om diploma-erkenning wordt per opleiding beoordeeld. Als u voor meer dan één opleiding uit de kwalificatiestructuur een aanvraag indient, moeten deze aanvragen worden gebundeld. Als een document voor meer dan één opleiding van toepassing is dient u duidelijk aan te geven voor welke opleidingen dit document geldt. De toetsing op de kwalitatieve aspecten wordt gedaan door de inspectie. Deze brengt daarover een advies uit aan de minister. In dit kader wordt door de inspectie bij de eerste aanmelding voor diploma-erkenning een instellingsbezoek afgelegd.

2.8. Verplicht in te zenden gegevens

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

Bij een verzoek om diploma-erkenning zendt u de gegevens in die rechtstreeks voortvloeien uit de vastgesteldeeindtermen (i.c. naam van de opleiding, kwalificatiecode en leerweg). Dit moet worden aangevuld met de gegevens waaruit blijkt dat het onderwijs van voldoende kwaliteit is of zal zijn en dat de instelling voldoet aan de eisen voor diploma-erkenning, neergelegd in artikel 1.4.1, eerste lid, van de WEB.

Het gaat hierbij dan om de bepalingen over het onderwijs, hoofdstuk 7:

  • titel 1: het onderwijs ( met uitzondering van artikel 7.1.1.);

  • titel 2: het beroepsonderwijs, met inbegrip van de beschrijving van de beroepspraktijkvorming (BPV) en de BPV-overeenkomst;

  • titel 4: examens;

  • titel 5: de rechtsbescherming van de deelnemers, dat wil zeggen: instelling van een commissie van beroep voor de examens, inclusief de omschrijving van de procedures en dergelijke.

De bepalingen over inschrijving en vooropleidingseisen, hoofdstuk 8

Bij het formulier overlegt u de volgende bijlagen:

  • a een beschrijving van het stelsel van kwaliteitszorg (artikel 1.3.6 van de WEB, zie ook hieronder punt 2.9;

  • b de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.4.8 van de WEB. De beschrijving dient de beroepsopleiding naar niveau en leerwegen te onderscheiden met de bijbehorende deelkwalificaties conform de kwalificatiestructuur. Als de studieduur voor groepen van deelnemers beduidend afwijkt van de normatieve studielast (artikel 7.2.4, lid 4 en 5) voegt u daarvoor een onderbouwde motivatie bij (zie onder e);

  • c een model van de onderwijsovereenkomst, bedoeld in artikel 8.1.3. van de WEB;

  • d een model van de beroepspraktijkvormingsovereen-komst (BPV) als bedoeld in artikel 7.2.8 van de WEB en een beschrijving over de manier waarop de BPV wordt vormgegeven;

  • e indien van toepassing, een onderbouwing van de afwijking van de normatieve studieduur( artikel 7.2.4., lid 4 en 5);

  • f een omschrijving van de procedures van de commissie van beroep voor de examens;

  • g indien van toepassing, de Verklaring opleidingstraject voor toepassing Wet op de Studiefinanciering 2000 (CFI 65988).

In het formulier is een standaardformulering opgenomen waarmee door de ondertekening van het formulier het bevoegd gezag ook verklaart:

  • te zullen voldoen aan de regels beschreven in de WEB in hoofdstuk 7 (met uitzondering van artikel 7.1.1) voor het onderwijs en de examens als ook van de kwaliteitszorg;

  • dat er een commissie van beroep is ingesteld, dan wel zal worden ingesteld, die voldoet aan de voorwaarden, beschreven in artikel 7.5.1 van de WEB.

2.9. Beschrijving stelsel kwaliteitszorg

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

In de beschrijving van het stelsel van kwaliteitszorg geeft u in ieder geval aan:

  • op welke opleidingen het stelsel van toepassing zal zijn en welke methodes van kwaliteitszorg gehanteerd zullen worden;

  • op basis van welke deskundigheid onafhankelijke deskundigen worden betrokken bij de regelmatige beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs, welke werkzaamheden ze verrichten en hoe dikwijls ze worden ingeschakeld;

  • de wijze waarop het kwaliteitszorgstelsel regelmatig intern en extern geëvalueerd zal worden.

Daarbij worden de criteria waarmee de instelling de eigen prestaties waardeert, duidelijkomschreven.

3. Bevoegd gezag van een niet-bekostigde instelling

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

Diploma-erkenning wordt verleend aan het bevoegd gezag van een instelling.

Als de relatie tussen dat bevoegd gezag en de instelling, of de opleiding waarvoor diploma-erkenning verleend is, verbroken wordt, vervalt daarmee de erkenning.

Met betrekking tot de consequenties van bijvoorbeeld verkoop van een niet-bekostigde instelling ten aanzien van de verleende diploma-erkenning geldt het volgende.

De consequenties hangen af van de wijze waarop de verkoop zijn beslag heeft gekregen.

De volgende situaties kunnen zich voordoen:

  • 1 De rechtspersoon waar de instelling van uitgaat, fuseert met een andere rechtspersoon (boek 2 van hetBurgerlijk Wetboek). De relatie tussen bevoegd gezag (de rechtspersoon) en de instelling wijzigt in dit geval niet. Er verandert niets ten aanzien van de verleende diploma-erkenning. Er hoeft geen nieuwe aanvraag te worden ingediend. Wel moet het ministerie (CFI in dit geval) in kennis worden gesteld van de fusie (artikel 1.4.1, derde lid, van de WEB), onder overlegging van de akte waarin de fusie is geregeld.

  • 2 De aandelen in een NV/BV waarvan een instelling uitgaat, gaan in andere handen over. De relatie tussen rechtspersoon en instelling verandert niet, dus de diploma-erkenning blijft in stand.

  • 3 De instelling wordt in zijn geheel, inclusief opleidingen, verkocht aan een andere rechtspersoon. De relatie tussen bevoegd gezag en instelling of opleidingen wordt verbroken en daarmee vervalt de diploma-erkenning. Er moet dan een nieuwe aanvraag voor diploma-erkenning worden ingediend door de nieuwe instelling.

  • 4 Eén of meer van de opleidingen, die zijn verbonden aan een instelling worden verkocht aan een andere rechtspersoon. Hierdoor vervalt de diploma-erkenning. Ook dan moet opnieuw diploma-erkenning worden aangevraagd.

Overigens geldt dat in alle gevallen waarin zich wijzigingen voordoen met betrekking tot het bevoegd gezag van de instelling, Cfi daarvan op de hoogte moet worden gebracht, onder overlegging van de betreffende akte (artikel 1.4.1, derde lid, van de WEB: ”het bevoegd gezag verstrekt de nodige inlichtingen”) en het BRIN-mutatieformu-lier.

4. Nieuwe examensystematiek beroepsopleidingen

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

Wellicht ten overvloede wijs ik u op de nieuwe rol van de exameninstellingen in verband met vernieuwing van de examensystematiek bij de beroepsopleidingen.

Het gevolg van de wetswijziging voor de exameninstellingen is dat ze in de nieuwe systematiek niet meer de externe legitimering zullen verzorgen, maar in opdracht van onderwijsinstellingen examens kunnen verzorgen of diensten en producten kunnen leveren voor examens.

De onderwijsinstellingen zijn verantwoordelijk voor de examens van de door de instelling verzorgde beroepsopleidingen. Het KCE (Kwaliteits Centrum Examinering) houdt toezicht op de examenkwaliteit aan de hand van de standaarden voor de examenkwaliteit die de minister heeft vastgesteld. In het geval een examen niet in voldoende mate aan de standaarden voldoet, kan de minister het -expliciet onderscheiden- recht op examinering (per opleiding) intrekken. (sanctie)Na drie volledige schooljaren kan de instelling weer het recht op examinering verkrijgen door middel van een hernieuwde aanvraag.

De onderwijsinstelling moet (in geval van sanctie) of mag (in alle andere gevallen) de examinering van een beroepsopleiding uitbesteden aan een andere onderwijs- of exameninstelling die over het recht op examinering voor de betreffende opleiding beschikt. Na uitbesteding berust de verantwoordelijkheid voor de examinering van de betreffende opleiding volledig bij die andere (examen) instelling.

Voor meer informatie verwijs ik u naar de voorlichtingspublicatie ’Invoering nieuwe examensystematiek in het beroepsonderwijs’, Gele Katern nummer 13 van 28 juli 2004.

5. Studiefinanciering beroepsopleidingen

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

Deelnemers aan beroepsopleidingen van instellingen als bedoeld in artikel 1.4.1, eerste lid van de WEB, kunnen in aanmerking komen voor studiefinanciering. Criteria hiervoor zijn onder andere:

Om te voorkomen dat een deelnemer een afwijzende beschikking ontvangt omdat onduidelijkheid bestaat over het gegeven of een beroepsopleiding onder de werking van de Wet studiefinanciering valt, dient u het formulier ’Verklaring opleidingstraject voor toepassing Wet op de Studiefinanciering (CFI 65988)’ in te zenden.

Dit formulier gebruikt u alleen bij nieuw te registreren beroepsopleidingen.

U zendt dit in samen met de aanvraag diploma-erkenning. Het vormt één geheel met de procedure voor diploma-erkenning, registratie CREBO en toetsing urennorm.

De inhoudelijke toetsing van het opleidingstraject zal plaatsvinden door de inspectie. Deze brengt daarover een advies uit aan de minister.

Over de toetsing van de urennorm in verband met studiefinanciering ontvangt u een beschikking, die als volgt is uitgewerkt:

  • bij een positief advies van de inspectie zal in de beschikking een passage worden opgenomen, waarin wordt aangegeven welke opleiding(en) door CFI zal (zullen) worden aangemeld voor studiefinanciering bij de Informatie Beheer Groep.

Ik wijs u er wel op dat de Verklaring opleidingstraject u als instelling niet ontheft van de verplichting om het opleidingstraject dat voldoet aan de Wet Studiefinanciering 2000 te beschrijven in de Onderwijs - en Examenregeling( OER, artikel 7.4.8, eerste lid, onderdeel f van de WEB).

Wat hiervoor is gesteld ten aanzien van Studiefinanciering is van overeenkomstige toepassing op de Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage op grond van de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten( artikel 2.17 WETOS).

6. Brin-nummer

[Regeling vervallen per 29-09-2005]

Voor diploma-erkenning dient een instelling te beschikken over een BRIN-nummer.

BRIN staat voor Basis Registratie Instellingen. Hierin worden de gegevens van de instellingen vastgelegd.

Indien een instelling een positieve beschikking ontvangt op een eerste aanvraag wordt door Cfi een BRIN-nummer toegekend.

Adresgegevens kunt u uitsluitend wijzigen door een BRIN-mutatieformulier te zenden aan:

  • Centrale Financiën Instellingen,

    Afdeling GEG,

    Postbus 606,

    2700 ML Zoetermeer

De voorlichtingspublicatie ”Wijzigingen BRIN-Mutatieformulier (BMF)”, zoals gepubliceerd in Uitleg Gele Katern nummer 14 van 24 mei 2000 geeft hierover meer informatie.

De

staatssecretaris

van onderwijs, cultuur en wetenschap,

drs. M. Rutte