Regeling stimulering Bèta/techniek

Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-12-2004.
Geldend van 25-12-2004 t/m 30-06-2011

Regeling stimulering Bèta/techniek

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,Handelend in overeenstemming met de minister van economische zaken;

Gelet op:

artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet overige OCenW-subsidies;

Besluit

Artikel 1. Doelstellingen

  • 1 Het doel van deze regeling is het subsidiëren van de Stichting Platform Bèta/techniek voor het uitvoeren van haar werkzaamheden voorzover deze betrekking hebben op het interesseren van meer jongeren voor een studie of loopbaan in de bèta- en technieksector en personen werkzaam in die sector duurzaam te behouden voor die arbeidsmarkt.

  • 2 De basis van deze werkzaamheden wordt gevormd door de uitgangspunten en kwantitatieve doelstellingen zoals verwoord in de nota Deltaplan Bèta/techniek van december 2003, hierna te noemen: actieplan.

Artikel 2. Subsidieverlening

  • 1 Aan de Stichting Platform Bèta/techniek wordt jaarlijks een subsidie verleend.

  • 2 Grondslag voor de jaarlijkse subsidieverlening vormt de begroting voor het komende boekjaar en een door de Stichting Platform Bèta/techniek jaarlijks bij te stellen en ter goedkeuring aan de minister voor te leggen meerjarig beleidskader.

    Dit beleidskader bevat:

    • a. Een compleet overzicht van de voorgenomen activiteiten uitgesplitst naar de programmalijnen zoals verwoord in het actieplan en een daaraan gekoppelde begroting. Beiden bevatten een meerjarig perspectief.

    • b. Een indicatie voor de wijze waarop en de mate waarin deze activiteiten een bijdrage zullen leveren aan de doelstelling van het actieplan, zijnde:

      • De realisatie van een 15% hogere instroom bij opleidingen op het terrein van de natuur en techniek in het hoger onderwijs in 2007 ten opzichte van 2000;

      • De realisatie van 15% meer afgestudeerden bij opleidingen op het terrein van de natuur en techniek in het hoger onderwijs in 2010 ten opzichte van 2000.

    • c. Een overzicht van de begrote cofinanciering op de activiteiten in de diverse programmalijnen.

    • d. Een overzicht van de uitvoeringskosten van de Stichting.

    • e. Een overzicht van de jaarlijks ontvangen rente op de ontvangen subsidiegelden.

Artikel 3. Subsidievoorwaarden

De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat het beschikbaar gestelde subsidiebedrag uitsluitend wordt aangewend voor het doel waarvoor de subsidie in artikel 1 is verleend.

Artikel 4. Jaarlijkse subsidietoekenning

  • 1 De subsidieaanvraag wordt ingediend voor 1 november van elk boekjaar en omvat het meerjarig beleidskader en de begroting voor het daarop volgende boekjaar.

  • 2 De minister stelt vervolgens voor 1 januari het subsidiebedrag van het volgende boekjaar vast en deelt dit mee aan de Stichting.

  • 3 Na goedkeuring van de subsidieaanvraag stuurt de minister het meerjarig beleidskader inclusief de begroting ter kennisneming naar de Tweede Kamer.

Artikel 5. Betaling

  • 1 Na toekenning van het subsidiebedrag wordt in januari van het desbetreffende boekjaar 50% van het toegekende subsidiebedrag bij wijze van voorschot betaald.

  • 2 Binnen zes weken na ontvangst van het financieel verslag van het voorgaande boekjaar wordt het resterende deel van het subsidiebedrag van het lopende boekjaar bij wijze van voorschot betaald.

Artikel 6. Verslag van activiteiten

  • 1 De Stichting Platform Bèta/techniek dient uiterlijk 1 mei van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteiten hebben plaatsgevonden een verslag in van de activiteiten alsmede een financieel verslag.

  • 2 Het verslag van activiteiten geeft een overzicht van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verstrekt.

  • 3 De verslagen, bedoeld in het eerste lid, bestrijken de gehele periode waarvoor de subsidie is verleend.

  • 4 Indien de verslagen, bedoeld in het eerste lid, niet voldoen aan de gesteld eisen, wordt de Stichting Platform Bèta/techniek daarvan in kennis gesteld, waarbij een termijn wordt aangegeven waarbinnen alsnog aan die eisen kan worden voldaan.

Artikel 7. Accountantsverklaring

  • 2 De accountantsverklaring bevat tevens een oordeel over de naleving van de subsidievoorwaarden door de Stichting Platform Bèta/techniek.

Artikel 8. Subsidievaststelling

  • 1 Indien in de verslagen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, wordt aangetoond dat de subsidie is aangewend voor het doel waarvoor deze is verleend, wordt de subsidie definitief vastgesteld.

  • 2 De subsidie bedraagt nooit meer dan de werkelijke kosten die voor de te subsidiëren activiteiten zijn gemaakt.

  • 3 De beschikking tot vaststelling van de subsidie wordt gegeven binnen drie maanden na ontvangst van de verslagen, bedoeld in artikel 6, eerste lid.

  • 4 De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd, indien:

    • a. onjuiste, niet tijdige of onvolledige gegevens zijn verstrekt door de Stichting Platform Bèta/techniek;

    • b. de Stichting Platform Bèta/techniek heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidie verbonden voorwaarden.

  • 5 Indien de subsidie lager wordt vastgesteld dan het bedrag dat eerder betaalbaar is gesteld, wordt het teveel bevoorschotte bedrag door de Stichting toegevoegd aan de egalisatiereserve, bedoeld in artikel 11.

Artikel 9. Beëindiging of herziening van de subsidierelatie

  • 1 In 2007 vindt door de minister een tussentijdse evaluatie plaats van het gevoerde beleid en de activiteiten zoals die tot op dat moment zijn uitgevoerd door de Stichting Platform Bèta/techniek. De uitgangspunten van deze evaluatie worden vooraf besproken met de Stichting.

  • 2 Indien de uitkomsten van de evaluatie daartoe aanleiding geven, kan de minister de subsidierelatie met de Stichting Platform Bèta/techniek herzien of beëindigen.

  • 3 In 2010 vindt een eindevaluatie door de minister plaats van het gevoerde beleid en de activiteiten zoals die tot op dat moment zijn uitgevoerd door de Stichting Platform Bèta/techniek.

  • 4 De subsidierelatie wordt met ingang van 1 juli 2011 beëindigd.

  • 5 Op grond van tussentijds opgedane ervaringen kan de minister na overleg met de Stichting tot bijstelling of beëindiging van de subsidierelatie komen.

  • 6 Bij beëindiging van de subsidierelatie vóór 1 juli 2011 wordt een overgangstermijn van minimaal een half jaar in acht genomen.

Artikel 10. Begrotingsvoorwaarde

Subsidie ten laste van de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 11. Vaststelling egalisatiereserve

  • 2 Het verschil tussen de voor een boekjaar toegekende subsidie en de definitief vastgestelde subsidie komt ten gunste dan wel ten laste van de egalisatiereserve.

  • 3 Middelen die niet in het jaar volgend op het oorspronkelijke subsidiejaar zijn verplicht, kunnen aan de egalisatiereserve worden onttrokken en ter nadere bestemming van de minister worden voorgelegd.

Artikel 12. Renteopbrengsten

Via het meerjarige beleidskader doet de Stichting Platform Bèta/techniek voorstellen voor de aanwending van de rente inkomsten. Alle renteopbrengsten die de Stichting uit de toegekende subsidie ontvangt, zijn ter nadere bestemming van de minister.

Artikel 13. Informatieplicht

  • 1 De Stichting Platform Bèta/techniek werkt mee aan door de minister ingesteld onderzoek dat erop gericht is de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

  • 2 De Stichting Platform Bèta/techniek verstrekt gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen die van belang zijn in verband met deze subsidieverlening.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van het Gele katern waarin deze regeling wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 juli 2004.

Artikel 15. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling stimulering Bèta/techniek.

Deze regeling zal met de toelichting in het Gele katern worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

De

minister

van onderwijs, cultuur en wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven