Controle- en rapportageprotocol WWIK/SK&C 20072008
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
1. Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
De Stichting Kunstenaars & Co (SK&C) is belast met de advisering als bedoeld in artikel 35 van de WWIK.
Het bestuur van de SK&C verantwoordt jaarlijks de over het vergoedingsjaar voor rijksvergoeding
in aanmerking komende declarabele adviezen door middel van een door haar ondertekende
kostenopgave, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Rfau WWIK.
Het bestuur van de SK&C draagt zorg voor de tijdige inzending van de kostenopgave
en de daarop betrekking hebbende accountantsverklaring. Deze verklaring wordt afgegeven
op basis van een onderzoek dat met inachtneming van dit controle- en rapportageprotocol
is uitgevoerd.
2. Het accountantsonderzoek
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Het onderzoek door de accountant omvat de juistheid en rechtmatigheid van de in de
kostenopgave verantwoorde uitvoeringskosten.
Ten behoeve van de juistheid en rechtmatigheid van de aantallen stelt de accountant
vast dat adviezen alleen op verzoek van het college zijn uitgebracht, gelet op artikel 23, vijfde lid, jo. artikel 35 van de WWIK.
De controle van de kostenopgave wordt afgesloten met een accountantsverklaring. De
accountantsverklaring omvat een oordeel over de juistheid en rechtmatigheid van de
in de kostenopgave opgenomen informatie. Voor de verklaring moet worden gebruikgemaakt
van het door het ministerie verstrekte formulier van het model dat is opgenomen in
bijlage 3 bij de Rfau WWIK.
De goedkeuringstolerantie is 1%. Indien de onjuistheden/onrechtmatigheden groter zijn
dan 1%, dan mag geen goedkeurende accountantsverklaring worden afgegeven. In deze
situatie wordt op het vervolgblad bij de accountantsverklaring de reden en de omvang
van de fout (geëxtrapoleerd naar de massa) aangegeven.
3. Kostenopgave WWIK/SK&C
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Met betrekking tot de kostenopgave dienen de volgende taken te worden uitgevoerd:
vaststellen dat € 624,– per uitgebracht advies ten aanzien van wie in het kalenderjaar
op verzoek van het college advies is uitgebracht, wordt gedeclareerd (artikel 3, tweede lid, van de Rfau WWIK);
vaststellen dat de advisering heeft plaatsgevonden op verzoek van het college, gelet
op artikel 23, vijfde lid, jo. artikel 35 van de WWIK, waarbij de datum van het afgegeven advies in het verantwoordingsjaar is gelegen.