U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 31-08-2008.]Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 19-07-2005. Geldend van 19-07-2005 t/m 30-08-2008
Overgangsregeling beurzenprogramma DELTA
De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschap,Mede namens de minister van landbouw, natuur en voedselkwaliteit,
Gelet op:
• artikel 4, tweede en derde lid, van de Wet overige OCenW-subsidies,
Besluit
[Regeling vervallen per 31-08-2008]
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. minister:
de minister van onderwijs, cultuur en wetenschap en, voorzover het betreft het onderwijs en het onderzoek op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, de minister van landbouw, natuur en voedselkwaliteit;
b. WHW:
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
c. doelgebieden:
Brazilië, China, India, Indonesië, Maleisië, Mexico, Rusland, Taiwan, Thailand, Vietnam en Zuid-Afrika;
d. instelling:
een bekostigde instelling als bedoeld in artikel 1.8 van de WHW;
e. andere instelling: een instelling voor hoger onderwijs in een van de doelgebieden;
f. hoger onderwijs: onderwijs met een duur van tenminste drie maanden op het niveau van hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs, waaronder mede wordt verstaan het doen van promotieonderzoek dan wel volgen van een stage die een regulier onderdeel vormt van de opleiding;
g. student:
een natuurlijk persoon die hoger onderwijs volgt en niet ouder is dan 35 jaar bij de start van het studiejaar;
h. studiejaar:
het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar;
i. gedragscode:
de met de minister gezamenlijk af te spreken ’code of conduct’ voor de werving van buitenlandse studenten bedoeld op bladzijde 15 van de internationaliseringsbrief hoger onderwijs ’Koers op Kwaliteit’, dan wel de gedragscode die verplicht onderdeel vormt van het lidmaatschap van het Netherlands Education Support Office;
j. Nuffic:
de Stichting Nuffic, Nederlandse Organisatie voor Internationale Samenwerking in het Hoger Onderwijs, gevestigd te ’s Gravenhage;
1 De minister kan per studiejaar de instelling subsidie verstrekken ten behoeve van het toekennen van beurzen:
a. aan studenten uit de doelgebieden met een niet-Nederlandse vooropleiding, voor het volgen van hoger onderwijs in Nederland, en
b. aan studenten uit Nederland voor het volgen van hoger onderwijs aan een andere instelling.
2 Het doel van de subsidieverstrekking is het bevorderen van de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs en het versterken van de concurrentiepositie van Nederlandse instellingen op de internationale onderwijsmarkt.
1 De minister kan de doelgebieden wijzigen.
2 Een besluit tot wijziging van de doelgebieden wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.
3 Een besluit tot wijziging als bedoeld in het tweede lid, heeft geen gevolgen voor reeds op grond van deze regeling verstrekte subsidie.
1 Het subsidieplafond voor subsidieverlening op grond van deze regeling bedraagt maximaal € 3.000.000,00 voor de kalenderjaren 2006 en 2007 tezamen.
2 Voor het studiejaar 2005 - 2006 respectievelijk 2006 -2007, wordt de maximale subsidieaanspraak per instelling bepaald naar rato van de voor die instelling voor het begrotingsjaar 2005 respectievelijk 2006 vastgestelde:
a. voor hogescholen: som van het exploitatiedeel en het huisvestingsdeel als bedoeld in Hoofdstuk 3 van het Bekostigingsbesluit WHW;
b. voor universiteiten: som van het onderwijsdeel, het deel leraartraject en het aan deze delen toe te rekenen investeringsdeel als bedoeld de artikelen 2.3 en 2.30 van het Bekostigingsbesluit WHW.
3 De in het tweede lid bedoelde aanspraak is voor de uiterste indieningstermijn voor aanvragen genoemd in artikel 6 op te vragen bij de Nuffic.
1 Subsidie op grond van deze regeling wordt op aanvraag verleend.
2 Subsidie wordt slechts verleend indien de instelling de gedragscode heeft ondertekend en toepast.
3 Het formulier voor de subsidieaanvraag is te verkrijgen bij de Nuffic.
4 De subsidieaanvraag bevat:
a. de beleidsdoelstellingen voor positionering op de internationale onderwijsmarkt, in het bijzonder voor positionering op de onderwijsmarkt in een of meer van de doelgebieden;
b. het bedrag dat de instelling voor de individuele student heeft vastgesteld als zijnde de te toe te kennen beurs in het studiejaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft;
c. de begroting en het subsidiebedrag dat wordt aangevraagd.
5 De hoogte van het bedrag, bedoeld in het vierde lid onder b is per studiejaar:
a. voor de in artikel 2, eerste lid onder a bedoelde student tenminste gelijk aan die van het collegegeld dat de student aan de instelling verschuldigd is;
b. voor de in artikel 2, eerste lid onder b bedoelde student tenminste € 900,00.
6 Toekenning van beurzen, bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a, vindt alleen plaats ten behoeve van de student die voldoet aan de voorwaarden die worden gesteld aan het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, genoemd in de artikelen 3.41 en 3.42 van het Vreemdelingenbesluit 2000, Stb. 2000, 497.
7 Van de verleende subsidie is maximaal 20% beschikbaar voor de toekenning van beurzen, bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b.
8 De aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend bij de Nuffic.
1 De subsidieaanvraag voor het studiejaar 2005 - 2006 wordt ingediend binnen 30 dagen na de in artikel 19 bedoelde inwerkingtreding.
2 Voor het studiejaar 2006 - 2007 wordt de subsidieaanvraag ingediend voor 1 april 2006.
1 De minister beslist binnen 2 weken na het verstrijken van de in artikel 6, eerste lid bedoelde indieningstermijn op de subsidieaanvraag.
2 Op de subsidieaanvraag voor de studiejaren bedoeld in artikel 6, tweede lid beslist de minister voor 15 mei 2006.
1 Indien de minister positief beslist op de subsidieaanvraag, ontvangt de instelling bij wijze van voorschot voor 1 oktober van het betreffende studiejaar 80% van de verleende subsidie.
2 De resterende subsidie wordt aan de subsidieontvanger overgemaakt na vaststelling van de subsidie volgens de regels bedoeld in artikel 11.
In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de op grond van artikel 4 verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal subsidie-aanvragers aan wie subsidie is verleend en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen.
1 De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor zij blijkens artikel 2 is bestemd.
2 De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoeken die erop zijn gericht de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling en monitoring van het beleid tot versterking van de internationale concurrentiepositie van instellingen.
3 De subsidieontvanger informeert de Nuffic onverwijld schriftelijk indien de activiteiten niet of niet geheel worden gestart, aanzienlijk zijn vertraagd of voortijdig worden beëindigd.
4 De financiële en inhoudelijke rapportage over de subsidie vormt een herkenbaar onderdeel van het jaarverslag bedoeld in artikel 2.9 van de WHW.
1 Voor 1 november volgend op het studiejaar waarvoor subsidie is verleend, dient de subsidieontvanger een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie.
2 De aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend bij de Nuffic.
3 Onverminderd artikel 18 van de Wet overige OCenW-subsidies bevat de aanvraag tot subsidievaststelling van elke student die met een beurs op grond van deze regeling hoger onderwijs heeft gevolgd:
a. de vaste woon- of verblijfplaats;
b. het geslacht en de nationaliteit;
c. het met de beurs behaalde diploma of niveau;
d. het subsidiebedrag dat de instelling heeft ingezet;
e. inzake de student, bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a: de naam van de niet-Nederlandse vooropleiding, en de plaats en de naam van de instelling waar deze vooropleiding is gevolgd;
f. inzake de student, bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b: de plaats en naam van de andere instelling, en de naam van de opleiding;
g. het aantal maanden dat de student op grond van deze regeling hoger onderwijs heeft gevolgd.
4 De aanvraag tot subsidievaststelling bevat een verantwoording inzake de beleidsdoelstellingen, bedoeld in artikel 5, vierde lid onder a.
5 Indien het verleende subsidiebedrag hoger is dan€ 50.000,00 wordt de in het eerste lid bedoelde aanvraag tot subsidievaststelling voorzien van een verklaring van een accountant, bedoeld in artikel 13 van de Wet overige OCenW-subsidies.
De minister kan nadere eisen stellen aan de wijze waarop de voor de uitvoering van deze regeling benodigde gegevens, bedoeld in de artikelen 5, 10 en 11 worden aangeleverd.
In het kader van deze regeling voert de Nuffic in naam van de minister de volgende taken uit:
a. het beheren en verstrekken van de subsidie, bedoeld in artikel 2, eerste lid;
b. het stellen van de nadere eisen bedoeld in artikel 12;
c. het doen van onderzoek ten behoeve van het verkrijgen van de inlichtingen bedoeld in artikel 10, tweede lid.
1 Voor de uitvoering van de in artikel 13 genoemde taken ontvangt de Nuffic jaarlijks een vergoeding.
2 De minister stelt voor 15 november de vergoeding bedoeld in het eerste lid vast voor het volgende kalenderjaar.
1 De Nuffic vormt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 12 van de Wet overige OCenW-subsidies.
2 De minister gaat met in achtneming van de egalisatiereserve, indien de subsidieperiode is beëindigd, over tot terugvordering van het subsidiebedrag dat aan het einde van het boekjaar resteert.
3 De minister vordert, indien de subsidieperiode is beëindigd, na afloop van zes maanden na het laatste boekjaar waarvoor subsidie is verleend, de egalisatiereserve terug.
4 De minister kan in de bestuurlijke afspraken die met de Nuffic worden gemaakt nadere aanwijzingen geven voor de egalisatiereserve, bedoeld in het vorige lid.
1 De Nuffic verschaft de minister en de door deze aangewezen personen desgevraagd en uit eigen beweging informatie betreffende de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 13.
2 De Nuffic draagt ervoor zorg dat de minister en de door deze aangewezen personen volledige inzage hebben in boeken en bescheiden.
3 De Nuffic verleent de minister en de door deze aangewezen personen toegang tot de door de Nuffic gebruikte plaatsen.
1 De Nuffic legt aan de minister jaarlijks rekening en verantwoording af over de uitgaven en inkomsten die aan de taken, bedoeld in artikel 13 zijn verbonden.
2 Het afleggen van rekening en verantwoording geschiedt in de vorm van een inhoudelijk en een financieel verslag. Het financiële verslag wordt voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
3 Het inhoudelijke verslag over het studiejaar ontvangt de minister van de Nuffic voor 1 februari volgend op het studiejaar waarvoor subsidie is verleend. Het financiële verslag over het kalenderjaar ontvangt de minister met de betreffende jaarrekening van de Nuffic.
4 De minister ontvangt uiterlijk zes maanden na het vervallen van deze regeling een eindverslag van de Nuffic omtrent de werking van deze regeling.
1 Resterende middelen uit in voorgaande jaren op grond van de Subsidieregeling beurzenprogramma DELTA beschikbaar gestelde subsidies, worden toegevoegd aan de egalisatiereserve, bedoeld in artikel 15, eerste lid.
2 De aanvraag tot subsidieverlening op grond van de Subsidieregeling beurzenprogramma DELTA die is gedaan voor het studiejaar 2005 - 2006 en waarbij de beursverstrekking doorloopt of begint na 31 december 2005, geldt als een aanvraag op grond van deze regeling.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling vervalt op het moment dat het herziene en uitgebreide beurzenstelsel, aangekondigd in de internationaliseringsbrief hoger onderwijs Koers op Kwaliteit, van start gaat, doch uiterlijk op 31 augustus 2008. De regeling blijft van toepassing voor de op dat tijdstip nog niet vastgestelde of uitgekeerde bedragen.
Deze regeling wordt aangehaald als: Overgangsregeling beurzenprogramma DELTA.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
staatssecretaris
drs. M. Rutte
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Overgangsregeling beurzenprogramma DELTA", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.