Hoofdstuk II. Specifieke subsidiebepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
§ 2. Bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Artikel 41
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
-
a. screeningsorganisatie: een rechtspersoon aan wie voor de uitvoering van bevolkingsonderzoek
naar baarmoederhalskanker vergunning is verleend krachtens de Wet op het bevolkingsonderzoek;
-
b. onderzoek: het in het kader van een bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker
afnemen van celmateriaal van een vrouw door een huisarts en beoordeling ervan door
een patholoog;
-
c. herhaalonderzoek: het in het kader van een bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker
afnemen van celmateriaal van een vrouw door een huisarts en beoordeling ervan door
een patholoog indien het onderzoek niet tot uitsluitsel heeft geleid.
Artikel 42
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Artikel 43
[Vervallen per 19-09-2009]
Artikel 44
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Een screeningsorganisatie draagt er voor zorg dat de verhouding tussen de bij de uitvoering
van het bevolkingsonderzoek betrokken partijen is geregeld in een samenwerkingsovereenkomst,
waarin ten minste zijn opgenomen de afbakening van het werkgebied, de organisatorische
vormgeving en de daarbij behorende financiële afspraken.
Artikel 45
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Bij de verlening van de subsidie, bedoeld in artikel 42, kan de minister verplichtingen opleggen met betrekking tot:
-
a. de kwaliteit van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker;
-
b. het vastleggen van gegevens over de uitnodigingen voor deelname aan en de uitslagen
van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker ten behoeve van de proces- en
effect-evaluatie;
Artikel 46
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
In afwijking van artikel 4 bestaat de subsidie, bedoeld in artikel 42, voor het jaar 2015 uit het bedrag dat wordt berekend overeenkomstig de volgende
formule:
(Qo × Po) + (Qho × Pho)
waarbij wordt verstaan onder:
Qo. het aantal onderzoeken dat in het jaar 2015 is verricht in het kader van het bevolkingsonderzoek
naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie;
Po. de som van € 64,64 en de verhoging in het jaar 2015 van de door de Nederlandse
Zorgautoriteit bepaalde tarieven voor het onderzoek;
Qho. het aantal herhaalonderzoeken dat in het jaar 2015 is verricht in het kader van
het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie;
Pho. een bedrag van € 46,23.
Artikel 47
[Vervallen per 03-09-2008]
Artikel 47a
[Vervallen per 01-07-2011]
§ 3. Bevolkingsonderzoek naar borstkanker
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Artikel 48
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
-
a. screeningsorganisatie: een rechtspersoon aan wie voor de uitvoering van het bevolkingsonderzoek
naar borstkanker vergunning is verleend krachtens de Wet op het bevolkingsonderzoek;
-
b. onderzoek: het in het kader van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker maken van
een borstfoto door een laborant en beoordeling van deze foto door twee radiologen;
-
c. screeningseenheid: al dan niet mobiele accommodatie ingericht voor het maken van een
borstfoto in het kader van een onderzoek.
Artikel 49
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Voor de uitvoering van een bevolkingsonderzoek naar borstkanker kan de minister aan
de
volgende screeningsorganisaties een instellingssubsidie verstrekken:
-
a. Stichting bevolkingsonderzoek midden-west;
-
b. Stichting bevolkingsonderzoek noord;
-
c. Stichting bevolkingsonderzoek oost;
-
d. Stichting bevolkingsonderzoek zuid;
-
e. Stichting bevolkingsonderzoek zuid-west.
Artikel 50
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Subsidie als bedoeld in artikel 49 wordt slechts verstrekt:
Artikel 51
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
In afwijking van artikel 4 bedraagt de subsidie, bedoeld in artikel 49, voor het jaar 2015 ten hoogste € 63,32 voor elk onderzoek dat in het jaar 2015 is
verricht in het kader van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker van de desbetreffende
screeningsorganisatie.
Artikel 52
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
§ 5. Nationaal programma grieppreventie
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Artikel 60
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Voor de uitvoering van het Nationaal Programma Grieppreventie kan de minister een
instellingssubsidie verlenen aan de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie te
Utrecht.
Artikel 61
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
De subsidie, bedoeld in artikel 60, wordt verstrekt voor griepvaccinaties die in de periode van 1 september van enig
jaar tot en met 30 april van het daarop volgende jaar worden toegediend door:
-
a. huisartsen aan:
-
1°. patiënten met afwijkingen en functiestoornissen van de luchtwegen en longen;
-
2°. patiënten met een chronische stoornis van de hartfunctie;
-
3°. patiënten met diabetes mellitus;
-
4°. patiënten met chronische nierinsufficiëntie;
-
5°. patiënten die recent een beenmergtransplantatie hebben ondergaan;
-
6°. personen geïnfecteerd met hiv;
-
7°. kinderen en adolescenten in de leeftijd van 6 maanden tot 18 jaar die langdurig salicylaten
gebruiken;
-
8°. personen van 60 jaar of ouder; of
-
9°. personen met verminderde weerstand tegen infecties;
-
b. artsen aan personen als bedoeld onder a die verblijven in een instelling als bedoeld
in artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen.
Artikel 62
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
In afwijking van artikel 19, eerste lid, loopt het boekjaar voor de instellingssubsidie, bedoeld in artikel 60, van 1 mei van enig jaar tot en met 30 april van het daarop volgende jaar.
Artikel 63
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Met ingang van het boekjaar van 1 mei 2014 tot en met 30 april 2015 bestaat de subsidie,
bedoeld in artikel 60, uit het bedrag dat wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:
Qt x Pt + U
waarbij wordt verstaan onder:
Qt. het aantal griepvaccins, bedoeld in artikel 61, onderdeel a, dat in het boekjaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt in het kader van het Nationaal
Programma Grieppreventie wordt toegediend;
Pt. een bedrag van € 10,76;
U. het verschil tussen de overige baten en lasten van de uitvoering van het Nationaal
Programma Grieppreventie, voor zover opgenomen in een door de minister goedgekeurde
begroting, tot ten hoogste € 700.000.
Artikel 64
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Bij de verlening van de subsidie, bedoeld in artikel 60, kan de minister verplichtingen opleggen met betrekking tot de kwaliteit van het
Nationaal Programma Grieppreventie.
Artikel 65
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
In afwijking van artikel 23 bedraagt het totaal van de in artikel 23, eerste lid, bedoelde reservering ten hoogste
€ 275.000.
Artikel 66
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
De stichting, genoemd in artikel 60, draagt er zorg voor dat artsen, bedoeld in artikel 61:
Artikel 67
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
De stichting, genoemd in artikel 60:
-
a. verleent medewerking aan de publieksvoorlichting over het Nationaal Programma Grieppreventie
en aan de evaluatie van het Nationaal Programma Grieppreventie, die door de minister
of door andere organisaties in opdracht van de minister worden uitgevoerd;
-
b. draagt er zorg voor dat de huisartsen die deelnemen aan de uitvoering van het Nationaal
Programma Grieppreventie, zich verplichten hun medewerking te verlenen aan de evaluatie
bedoeld onder a.