Regeling vleeskeuring

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 09-07-2011.
Geldend van 09-07-2011 t/m 14-02-2012

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 15 december 2005, nr. TRCJZ/2005/3655, houdende regels ter zake van vleeskeuring (Regeling vleeskeuring)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PbEU L 139), verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU L 139), verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU L 139), verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU L 165) en verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);

Gelet op artikel 19 van de Landbouwwet;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. verordening (EG) nr. 999/2001: verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);

  • b. verordening (EG) nr. 178/2002: verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEU L 31);

  • c. verordening (EG) nr. 852/2004: verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PbEU L 139);

  • d. verordening (EG) nr. 853/2004: verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU L 139);

  • e. verordening (EG) nr. 854/2004: verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU L 139);

  • f. verordening (EG) nr. 882/2004: verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU L 165);

  • g. verordening (EG) nr. 2075/2005: verordening (EG) nr. 2075/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PbEU L 338);

  • h. minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • i. hygiënecode: een nationale gids voor goede praktijken inzake hygiëne en de toepassing van HACCP-beginselen als bedoeld in artikel 7 van verordening (EG) 852/2004;

  • j. communautaire uitvoeringsmaatregel: verordening, richtlijn of beschikking als bedoeld in artikel 249 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, vastgesteld krachtens verordening (EG) nr. 852/2004, verordening (EG) nr. 853/2004, verordening (EG) nr. 854/2004, verordening (EG) nr. 999/2001 of verordening (EG) nr. 882/2004.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling is van toepassing op exploitanten van levensmiddelenbedrijven als bedoeld in sectie I tot en met IV van bijlage III bij verordening (EG) nr. 853/2004, en op de levering van vlees, bedoeld artikel 1, derde lid, onderdelen d en e, van die verordening en de productie van dat geleverde vlees.

§ 2. Uitvoering verordeningen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 3 en 4, tweede en derde lid, 5, eerste lid, tweede lid, laatste alinea, en vierde lid, 6, tweede lid, laatste alinea, en derde lid, van verordening (EG) nr. 852/2004, en krachtens artikel 4, vierde lid, 5, vijfde lid, 6, derde lid, onderdeel c, dan wel 13, eerste en tweede lid, van die verordening vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen.

  • 2 Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 3 en 4, eerste tot en met vierde lid, 5, en 7, eerste lid, van verordening (EG) nr. 853/2004, en krachtens de artikelen 3, tweede lid, 9 dan wel 10, eerste en tweede lid, van die verordening vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen.

  • 3 Het is verboden in strijd te handelen met artikel 8, derde lid, en onderdelen 4.1, 7, 8.1 en 11.3 van bijlage V van verordening (EG) nr. 999/2001.

  • 4 Het is verboden vers vlees dat op grond van artikel 5, derde lid, onderdeel e, van verordening (EG) nr. 854/2004 ongeschikt is verklaard voor menselijke consumptie, in de handel te brengen.

  • 5 Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 14, 17, eerste lid, 18 en 19 van verordening (EG) nr. 178/2002.

  • 6 Het is verboden in strijd te handelen met de krachtens de artikelen 18 en 19 van verordening (EG) nr. 854/2004 vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in:

    • a. verordening (EG) nr. 852/2004, en krachtens de artikelen 4, vierde lid, 5, vijfde lid, 6, derde lid, onderdeel c, en 13, eerste en tweede lid, van die verordening vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen;

    • b. verordening (EG) nr. 853/2004, en krachtens de artikelen 3, tweede lid, 9 en 10, eerste en tweede lid, van die verordening vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen;

    • c. verordening (EG) nr. 854/2004, en krachtens de artikelen 16 en 18, onderdelen 1 tot en met 12, van die verordening vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen;

    • d. verordening (EG) nr. 882/2004, en krachtens die verordening vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen;

    • e. onderdelen 4.3, 8.1 en 9 van bijlage V bij verordening (EG) nr. 999/2001;

    • f. de artikelen 14, achtste lid, 18, tweede en derde lid, en 19 van verordening (EG) nr. 178/2002.

  • 3 In afwijking van het eerste lid is ingeval een taak wordt opgedragen die niet bestaat in het nemen van een besluit, de bevoegde autoriteit de Voedsel en Waren Autoriteit.

  • 4 De officiële dierenarts is een dierenarts, verbonden aan de Voedsel en Waren Autoriteit.

  • 5 Het is toegestaan dat personeel van een slachthuis bijstand verleent bij de officiële controles, bedoeld in artikel 5, zesde lid, onderdeel a, van verordening (EG) nr. 854/2004.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Een communautaire uitvoeringsmaatregel, of een wijziging daarvan, treedt voor de toepassing van deze regeling in werking met ingang van de dag waarop daaraan uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven, of bij gebreke daarvan, de dag waarop de maatregel is vastgesteld.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Een aanvraag tot het verlenen van een erkenning als bedoeld in artikel 4 van verordening (EG) nr. 853/2004 en onderdelen 4.3, 8.1 en 9 van bijlage V bij verordening (EG) nr. 999/2001 wordt ingediend bij de Voedsel en Waren Autoriteit.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister erkent uitsnijderijen als bedoeld in onderdelen 4.3 en 9 van bijlage V bij verordening (EG) nr. 999/2001.

  • 2 Een aanvraag tot het verlenen van een erkenning als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend bij de Voedsel en Waren Autoriteit.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister keurt een hygiënecode goed.

  • 2 Een aanvraag om een hygiënecode goed te keuren wordt ingediend bij de Voedsel en Waren Autoriteit.

  • 3 De minister trekt de goedkeuring van een hygiënecode in indien niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 8 van verordening (EG) nr. 852/2004.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De in artikel 1, derde lid, onderdeel d, van verordening (EG) nr. 853/2004, bedoelde rechtstreekse levering, evenals de productie van het vlees, geschiedt op zindelijke wijze en zodanig dat:

  • 1°. geen verontreiniging plaats kan hebben met zodanige hoeveelheden van stoffen dat zij uit het oogpunt van gezondheid van de mens schadelijk kunnen zijn, of met organismen of virussen die onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden schadelijk kunnen zijn of worden, en

  • 2°. onder 1° bedoelde organismen zich niet zodanig kunnen vermeerderen of zodanige toxinen kunnen vormen dat zij uit het oogpunt van de gezondheid van de mens schadelijk kunnen zijn of worden.

Artikel 9a

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Bij het rechtstreeks leveren, bedoeld in artikel 1, derde lid, onderdeel e, van verordening (EG) nr. 853/2004 van grof vrij wild wordt voldaan aan bijlage III, sectie IV, hoofdstuk II, onderdelen 1, 2, 4 en 5, van verordening (EG) nr. 853/2004.

  • 2 Bij het rechtstreeks leveren, bedoeld in artikel 1, derde lid, onderdeel e, van verordening (EG) nr. 853/2004 van klein vrij wild wordt voldaan aan bijlage III, sectie IV, hoofdstuk III, onderdelen 1, 2 en 4, van verordening (EG) nr. 853/2004.

  • 3 Het onderzoek, bedoeld in bijlage III, sectie IV, hoofdstuk II, onderdeel 2, en bijlage III, sectie IV, hoofdstuk III, onderdeel 1, van verordening (EG) nr. 853/2004, wordt uitgevoerd door een gekwalificeerd persoon als bedoeld in bijlage III, sectie IV, hoofdstuk I, van verordening (EG) nr. 853/2004.

Artikel 9b

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Indien het de rechtstreekse levering van wilde zwijnen betreft, neemt de gekwalificeerde persoon tijdens het onderzoek, bedoeld in artikel 9a, derde lid, een monster als bedoeld in artikel 2, derde lid, derde alinea, van verordening (EG) nr. 2075/2005.

  • 2 De monstername en het onderzoek van het monster geschieden overeenkomstig bijlage I, hoofdstuk I, onderdeel 1, onderdeel 2, onder c, tweede alinea en onderdeel 3, onder I en II, en bijlage III, aanhef en onderdeel a, d en f, van verordening (EG) nr. 2075/2005.

  • 3 De gekwalificeerde persoon brengt een administratieve koppeling aan tussen de karkassen van de wilde zwijnen en het monster.

  • 4 De karkassen van wilde zwijnen en delen daarvan mogen slechts in de handel worden gebracht indien de uitslag van het onderzoek, bedoeld in het tweede lid, negatief is gebleken. De karkassen van wilde zwijnen of delen daarvan worden bij levering vergezeld van een kopie van de uitslag, dan wel een gelijkwaardig elektronisch bewijs waaruit de uitslag van het onderzoek blijkt.

  • 5 Indien de uitslag van het onderzoek, bedoeld in het tweede lid, positief is gebleken, zijn het karkas van het wilde zwijn en delen daarvan ongeschikt voor consumptie.

  • 6 De uitslag van het onderzoek, bedoeld in het tweede lid, wordt tenminste drie jaar bewaard door de aanbieder van het monster.

§ 3. Herkeuring

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De exploitant van een levensmiddelenbedrijf kan, ingeval hij zich met een beslissing met betrekking tot het vlees, afkomstig van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren, als bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel e, van verordening (EG) nr. 854/2004 niet kan verenigen, herkeuring vorderen op kosten van ongelijk.

  • 2 Bij de herkeuring wordt de beslissing met betrekking tot het vlees, afkomstig van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren, bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel e, van verordening (EG) nr. 854/2004, heroverwogen.

  • 3 Herkeuring wordt verricht door een andere officiële dierenarts dan diegene die de oorspronkelijke keuring heeft uitgevoerd.

  • 4 De minister neemt de beslissing op de aanvraag tot herkeuring.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Een aanvraag tot herkeuring wordt ingediend bij de Voedsel en Waren Autoriteit.

  • 2 Herkeuring vindt eerst plaats nadat de daarvoor geldende retributies zijn voldaan.

  • 3 Herkeuring wordt zo spoedig mogelijk aangevraagd en uiterlijk binnen 12 uur na het beëindigen van de dag waarop de beslissing met betrekking tot het vlees, afkomstig van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren, bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel e, van verordening (EG) nr. 854/2004, werd genomen. Ingeval op deze dag een zondag, of een of meer erkende feestdagen volgt, dan wordt de aanvraag tot herkeuring binnen 12 uur na het beëindigen daarvan ingediend.

  • 4 In afwijking van het tweede lid wordt herkeuring van organen of delen van organen onmiddellijk na de beslissing met betrekking tot het vlees, afkomstig van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren, bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel e, van verordening (EG) nr. 854/2004, aangevraagd.

§ 3a. Proefproject pluimveevleeskeuring

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 11a

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister kan in het kader van een proefproject als bedoeld in artikel 17, vierde lid, onderdeel a, subonderdeel iii, van Verordening (EG) nr. 854/2004 slachthuizen waarin pluimvee of lagomorfen worden geslacht aanwijzen, waarvoor geldt dat bij de officiële controles voor de keuring van vlees de in bijlage 1 opgenomen regels kunnen worden toegepast.

  • 2 Een verzoek om te worden aangewezen wordt ingediend bij de Voedsel en Waren Autoriteit.

  • 3 De minister houdt bij de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, rekening met de bijdrage die het slachthuis naar het oordeel van de minister kan leveren aan het welslagen van het proefproject.

Artikel 11b

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze paragraaf en bijlage 1 vervallen met ingang van 15 juni 2012.

§ 4. Slot

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Erkenningen die ter uitvoering van bijlage XI bij verordening (EG) nr. 999/2001 zijn verleend, op grond van artikel 5 van de Regeling uitvoer vers vlees en vleesbereidingen 1985 worden geacht te zijn verleend op grond van deze regeling.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

[Red: Wijzigt de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s.]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

[Red: Wijzigt de Regeling diervoeders.]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vleeskeuring.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 december 2005

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Bijlage 1. Proefproject pluimveevleeskeuring

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Bijlage behorend bij paragraaf 3a van de Regeling Vleeskeuring

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1. Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

  • 2. Ante-mortem keuringen in deelnemende slachthuizen.

    Overeenkomstig punt 2, onder a), van hoofdstuk II van sectie III van bijlage I bij verordening (EG) nr. 854/2004 hoeft de officiële dierenarts niet aanwezig te zijn tijdens de ante-mortem keuring in het slachthuis indien aan elk van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a. de officiële dierenarts controleert de gegevens over de voedselketen als bedoeld in Hoofdstuk II, onderdeel A, van bijlage I bij verordening (EG) nr. 854/2004;

    • b. een officiële assistent verricht de ante-mortem keuring en de controle op dierenwelzijn als bedoeld in hoofdstuk II, onderdeel B en onderdeel C, van bijlage I bij verordening (EG) nr. 854/2004 en

    • c. de officiële dierenarts vergewist zich er regelmatig van dat de officiële assistent de ante-mortem keuringen en de controle op dierenwelzijn op deugdelijke wijze uitvoert.

  • 3. Post-mortem keuringen in deelnemende slachthuizen.

    Overeenkomstig punt 2, onder b), van hoofdstuk II van sectie III van bijlage I bij verordening (EG) nr. 854/2004 hoeft de officiële dierenarts niet onderscheidenlijk hoeft de officiële assistent niet voortdurend aanwezig te zijn tijdens de post-mortem keuring in het slachthuis indien aan elk van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a. het personeel van slachthuis, bedoeld in hoofdstuk III van sectie III van bijlage I bij verordening (EG) nr. 854/2004, voert de post-mortem keuring uit en verwijdert vlees met afwijkingen en schakelt onverwijld de officiële dierenarts of officiële assistent in bij constatering van ernstige afwijkingen, overeenkomstig de door de dierenarts of assistent gestelde instructies;

    • b. het personeel van het slachthuis, bedoeld in hoofdstuk III van sectie III van bijlage I bij verordening (EG) nr. 854/2004, documenteert de procedures en bevindingen met betrekking tot de post-mortem keuring zodanig dat de officiële assistent eruit kan opmaken dat aan de normen wordt voldaan;

    • c. de officiële assistent voert de in bijlage I, sectie IV, hoofdstuk V, punt B, onderdeel 1, van verordening (EG) nr. 854/2004 genoemde onderzoeken persoonlijk uit,

    • d. de officiële assistent controleert of het vlees voldoet aan de Europese hygiënevoorschriften voordat het de slachterij verlaat;

    • e. de officiële dierenarts vergewist zich er regelmatig van dat de officiële assistent zijn werkzaamheden op deugdelijke wijze uitvoert en

    • f. de officiële assistent schakelt de officiële dierenarts in als ernstige onvolkomenheden worden geconstateerd.