Paragraaf 1. Aanvragen op grond van de wet
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 2. Aanvraag van de verplichtstelling
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De aanvraag van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet, bevat:
-
a. een vermelding van de beroepspensioenvereniging die om de verplichtstelling vraagt;
-
b. een toelichting op de aanvraag tot verplichtstelling;
-
c. een digitale tekst van de integrale omschrijving van de gewenste werkingssfeer van
de verplichtstelling op diskette, waarbij gebruik is gemaakt van algemeen gebruikte
programmatuur;
-
d. een op papier geprinte versie van de digitale tekst, bedoeld in onderdeel c, in viervoud;
-
e. een digitale tekst van de integrale beroepspensioenregeling op diskette, waarbij gebruik
is gemaakt van algemeen gebruikte programmatuur; en
-
f. een op papier geprinte versie van de digitale tekst, bedoeld in onderdeel e, in viervoud;
-
g. een opgave van representativiteitgegevens in de vorm van:
-
1º. het aantal beroepsgenoten, dat lid is van de bij de aanvraag van de verplichtstelling
betrokken beroepspensioenvereniging onderscheidenlijk het aantal beroepsgenoten in
de beroepsgroep waarop de aanvraag van de verplichtstelling betrekking heeft, als
mede, indien de aanvraag ook betrekking heeft op beroepsgenoten in loondienst;
-
2º. het aantal beroepsgenoten in loondienst dat lid is van de bij de aanvraag van de verplichtstelling
betrokken beroepspensioenvereniging onderscheidenlijk het aantal beroepsgenoten in
loondienst in de beroepsgroep waarop de aanvraag van de verplichtstelling betrekking
heeft;
-
h. een toelichting op de wijze van verzameling van de representativiteitgegevens, bedoeld
in onderdeel g, die in ieder geval het volgende bevat:
-
1º. een opgave van de gebruikte bronnen voor de aantallen beroepsgenoten en beroepsgenoten
in loondienst als bedoeld in onderdeel g, onder 1º en 2º;
-
2º. een opgave van de gehanteerde onderzoeksmethode;
-
3º. een opgave van de wijze van meting;
-
4º. een opgave van de peildatum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben;
-
5º. een toelichting waaruit blijkt dat de grenzen van het domein waarover de gegevens
zijn verzameld gerelateerd zijn aan de werkingssfeer van het beroepspensioenfonds
of dat deel van het beroepspensioenfonds waarop de aanvraag van de verplichtstelling
betrekking heeft. Daarbij is duidelijk dat in de werkingssfeer van het beroepspensioenfonds
uitgesloten categorieën beroepsgenoten en beroepsgenoten in loondienst in de tellingen
buiten beschouwing zijn gelaten.
Artikel 2a. Meerderheid van minder dan 60%
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Indien op grond van de opgave, bedoeld in artikel 2, onderdeel g, het aantal beroepsgenoten of beroepsgenoten in loondienst dat lid is van de beroepspensioenvereniging
een meerderheid vertegenwoordigt van minder dan 60% van het totale aantal beroepsgenoten
of beroepsgenoten in loondienst als bedoeld in dat artikelonderdeel dan wel, indien
tegen verplichtstelling ingediende zienswijzen daartoe aanleiding geven, wordt van
de aanvrager een door een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent
met certificerende bevoegdheid geverifieerde opgave verlangd van de verstrekte aantallen
beroepsgenoten of beroepsgenoten in loondienst en de betrouwbaarheid van de daartoe
gekozen bronnen, bedoeld in artikel 2, onderdeel h.
Artikel 3. Aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de wet, bevat:
-
a. een vermelding van de beroepspensioenvereniging die om wijziging van de verplichtstelling
vraagt;
-
b. een toelichting op de aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling;
-
c. een digitale tekst van de integrale omschrijving van de werkingssfeer van de verplichtstelling
zoals deze zou komen te luiden na de gewenste wijziging, op diskette, waarbij gebruik
is gemaakt van algemeen gebruikte programmatuur; en
-
d. een op papier geprinte versie van de digitale tekst, bedoeld in onderdeel c, in viervoud;
-
e. een opgave van representativiteitgegevens in de vorm van:
-
1º. het aantal beroepsgenoten dat lid is van de bij de aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling
betrokken beroepspensioenvereniging onderscheidenlijk het aantal beroepsgenoten in
de beroepsgroep waarop de aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling betrekking
heeft, als mede, indien de aanvraag ook betrekking heeft op beroepsgenoten in loondienst;
-
2º. het aantal beroepsgenoten in loondienst dat lid is van de bij de aanvraag tot wijziging
van de verplichtstelling betrokken beroepspensioenvereniging onderscheidenlijk het
aantal beroepsgenoten in loondienst in de beroepsgroep waarop de aanvraag tot wijziging
van de verplichtstelling betrekking heeft;
-
f. een toelichting op de wijze van verzameling van de representativiteitgegevens, bedoeld
in onderdeel e, die in ieder geval het volgende bevat:
-
1º. een opgave van de gebruikte bronnen voor de aantallen beroepsgenoten en beroepsgenoten
in loondienst als bedoeld in onderdeel e, onder 1º en 2º;
-
2º. een opgave van de gehanteerde onderzoeksmethode;
-
3º. een opgave van de wijze van meting;
-
4º. een opgave van de peildatum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben;
-
5º. een toelichting waaruit blijkt dat de grenzen van het domein waarover de gegevens
zijn verzameld gerelateerd zijn aan de werkingssfeer van het beroepspensioenfonds
of dat deel van het beroepspensioenfonds waarop de aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling
betrekking heeft. Daarbij is duidelijk dat in de werkingssfeer van het beroepspensioenfonds
uitgesloten categorieën beroepsgenoten en beroepsgenoten in loondienst in de tellingen
buiten beschouwing zijn gelaten.
Artikel 3a. Meerderheid van minder dan 60%
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Indien op grond van de opgave, bedoeld in artikel 3, onderdeel e, het aantal beroepsgenoten of beroepsgenoten in loondienst dat lid is van de beroepspensioenvereniging
een meerderheid vertegenwoordigd van minder dan 60% van het totale aantal beroepsgenoten
of beroepsgenoten in loondienst als bedoeld in dat artikelonderdeel dan wel indien
tegen wijziging van de verplichtstelling ingediende zienswijzen daartoe aanleiding
geven, zal een door een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent
met certificerende bevoegdheid geverifieerde opgave worden verlangd van de verstrekte
aantallen beroepsgenoten of beroepsgenoten in loondienst en de betrouwbaarheid van
de daartoe gekozen bronnen als bedoeld in artikel 3, onderdeel f.
Artikel 4. Aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 De aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 11, eerste en tweede lid, van de wet bevat:
-
a. vermelding van de beroepspensioenvereniging die om de intrekking van de verplichtstelling
vraagt; en
-
b. een toelichting op de aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling;
-
c. een opgave van:
-
1º. het aantal beroepsgenoten dat lid is van de bij de aanvraag tot intrekking van de
verplichtstelling betrokken beroepspensioenvereniging onderscheidenlijk het aantal
beroepsgenoten in de beroepsgroep waarop de aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling
betrekking heeft, als mede, indien de aanvraag ook betrekking heeft op beroepsgenoten
in loondienst;
-
2º. het aantal beroepsgenoten in loondienst dat lid is van de bij de aanvraag tot intrekking
van de verplichtstelling betrokken beroepspensioenvereniging onderscheidenlijk het
aantal beroepsgenoten in loondienst in de beroepsgroep waarop de aanvraag tot intrekking
van de verplichtstelling betrekking heeft;
-
d. een toelichting op de wijze van verzameling van de representativiteitgegevens, die
in ieder geval het volgende bevat:
-
1º. een opgave van de gebruikte bronnen voor de aantallen beroepsgenoten en beroepsgenoten
in loondienst als bedoeld in onderdeel c, onder 1º en 2º;
-
2º. een opgave van de gehanteerde onderzoeksmethode;
-
3º. een opgave van de wijze van meting;
-
4º. een opgave van de peildatum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben;
-
5º. een toelichting waaruit blijkt dat de grenzen van het domein waarover de gegevens
zijn verzameld gerelateerd zijn aan de werkingssfeer van het beroepspensioenfonds
of dat deel van het beroepspensioenfonds waarop de aanvraag tot intrekking van de
verplichtstelling betrekking heeft. Daarbij is duidelijk dat in de werkingssfeer van
het beroepspensioenfonds uitgesloten categorieën beroepsgenoten en beroepsgenoten
in loondienst in de tellingen buiten beschouwing zijn gelaten.
-
2 Onverminderd het eerste lid, bevat de aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling
voor één of meer bepaalde groepen van beroepsgenoten, bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de wet, tevens:
-
a. een digitale tekst van de integrale omschrijving van de gewenste werkingssfeer van
de verplichtstelling zoals deze zou komen te luiden na de gewenste intrekking van
de verplichtstelling voor één of meer bepaalde groepen van beroepsgenoten, op diskette,
waarbij gebruik is gemaakt van algemeen gebruikte programmatuur;
-
b. een op papier geprinte versie van de digitale tekst, bedoeld in onderdeel a, in viervoud;
en
-
c. een actuariële berekening waaruit de financiële gevolgen van de gedeeltelijke intrekking
voor de pensioenuitvoerder blijken.
Artikel 4a. Meerderheid van minder dan 60%
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Indien op grond van de opgave, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, het aantal beroepsgenoten of beroepsgenoten in loondienst dat lid is van de beroepspensioenvereniging
een meerderheid vertegenwoordigt van minder dan 60% van het totale aantal beroepsgenoten
of beroepsgenoten in loondienst als bedoeld in dat artikelonderdeel dan wel indien
tegen intrekking van de verplichtstelling ingediende zienswijzen daartoe aanleiding
geven, zal een door een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent
met certificerende bevoegdheid geverifieerde opgave worden verlangd van de verstrekte
aantallen beroepsgenoten of beroepsgenoten in loondienst en de betrouwbaarheid van
de daartoe gekozen bronnen, genoemd in artikel 4, eerste lid, onderdeel d.
Artikel 5. Aanvraag tot ontheffing
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 De aanvraag tot ontheffing, bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de wet, vermeldt:
-
a. de naam en geboortedatum van de persoon waarvoor de ontheffing wordt gevraagd;
-
b. de beroepspensioenregeling waarin de betrokkene verplicht zou zijn deel te nemen;
-
c. de termijn waarvoor de ontheffing wordt gevraagd;
-
d. het land van herkomst van de betrokkene; en
-
e. een verklaring van de persoon voor wie ontheffing wordt gevraagd waarin wordt aangegeven
of er een pensioenvoorziening wordt voortgezet in het land van herkomst.
Artikel 6. Behandeling aanvragen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De aanvragen, bedoeld in de artikelen 2, 3, 4 en 5 worden eerst in behandeling genomen wanneer alle van belang zijnde gegevens en bescheiden,
genoemd in die artikelen, bij de aanvragen zijn gevoegd.
Artikel 6a. Termijnen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Onze Minister beslist zo spoedig mogelijk op de aanvraag, bedoeld in artikel 2, 3 of 4, doch uiterlijk binnen zesentwintig weken na de datum van mededeling in de Staatscourant
van de aanvraag tot verplichtstelling, de aanvraag betreffende wijziging van de verplichtstelling,
dan wel de aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling.
-
2 Indien in verband met het nemen van een besluit als bedoeld in het eerste lid informatie
of advies is gevraagd aan een persoon of instantie kan de termijn, bedoeld in het
eerste lid, ten hoogste twee maal worden verlengd met een periode van maximaal dertien
weken en worden verzoekende partijen van deze verlenging schriftelijk in kennis gesteld.
-
3 Indien verzoekende partijen niet of niet volledig binnen zes weken reageren op een
verzoek van Onze Minister of De Nederlandsche Bank N.V. om aanvullende informatie
dan wel binnen zes weken in geval van een verzoek van De Nederlandsche Bank N.V. om
wijziging van statuten of reglementen, wordt de aanvraag, bedoeld in artikel 2, 3 of 4 niet verder behandeld. Hiervan wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
Paragraaf 3. Afkoop
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 13. Afkoop bij echtscheiding en scheiding van tafel en bed
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Mits de pensioenuitvoerder daarmee instemt kan, in het kader van een verrekening van
pensioenrechten bij echtscheiding respectievelijk scheiding van tafel en bed pensioen
of aanspraak op pensioen op verzoek van de rechthebbende met instemming van diens
gewezen echtgenoot respectievelijk diens echtgenoot worden afgekocht indien de afkoopsom
bij dezelfde instelling wordt aangewend ter verwerving van eenzelfde of een ander
soort pensioen ten behoeve van diens gewezen echtgenoot respectievelijk diens echtgenoot.
Artikel 14. Afkoop deelneming korter dan een jaar
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 In de beroepspensioenregeling kan worden bepaald dat bij beëindiging van de deelneming
anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd afkoop
van premievrije pensioenaanspraken onder terhandstelling van de afkoopsom aan de gewezen
deelnemer op diens verzoek mogelijk is, indien hij korter dan een jaar aan de regeling
inzake ouderdomspensioen van die beroepspensioenregeling heeft deelgenomen, tenzij
hij pensioenaanspraken heeft ingebracht.
-
3 De beroepspensioenregeling kan in plaats van het tijdstip van beëindiging van de deelneming
een later tijdstip voor uitbetaling van de afkoopsom noemen, doch niet later dan twee
jaar na het eindigen van de deelneming, nóch later dan het tijdstip waarop de pensioengerechtigde
leeftijd wordt bereikt.
Artikel 16. Afkoop nabestaandenpensioen bij afkoop kleine bedragen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Bij afkoop van het ouderdomspensioen op grond van artikel 40, eerste lid, van de wet, heeft zowel de pensioenuitvoerder zonder toestemming van de rechthebbende als de
rechthebbende zonder toestemming van de pensioenuitvoerder, het recht op afkoop van
de bij het ouderdomspensioen behorende aanspraak op nabestaandenpensioen onder terhandstelling
van de afkoopsom aan de rechthebbende.
Artikel 18. Afkoop in verband met fiscaal bovenmatig pensioen bij einde binnenlandse
belastingplicht
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Een pensioenuitvoerder is bevoegd het deel van de aanspraak op pensioen dat op het
tijdstip onmiddellijk voorafgaande aan het tijdstip waarop de deelnemer ophoudt binnenlands
belastingplichtige te zijn, uitgaat boven de begrenzingen bedoeld in de artikelen 18a, zevende lid, 18b, zevende lid, 18c, vijfde lid, 18d, 18e, 18f en 38a van de Wet op de loonbelasting 1964, af te kopen en de afkoopsom aan de rechthebbende ter hand te stellen.
Paragraaf 4. Gewezen deelnemer
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Voor de toepassing van de artikelen 44 en 45 van de wet wordt verstaan onder gewezen deelnemer: de persoon, die heeft deelgenomen aan de
beroepspensioenregeling, voor zover hij na de beëindiging van de deelneming anders
dan door overlijden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd een premievrije
aanspraak op pensioen op grond van artikel 29 of 30 van de wet heeft verkregen en behouden jegens de pensioenuitvoerder of, ingeval artikel 57 van de wet toepassing heeft gevonden in die zin dat het beroepspensioenfonds het uit de aangegane
pensioenverplichtingen voortspruitende risico heeft overgedragen aan een verzekeraar,
jegens die verzekeraar.
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Voor de toepassing van artikel 45, derde lid, van de wet wordt met gewezen deelnemer gelijk gesteld de gewezen echtgenoot bedoeld in artikel 34, eerste lid, van de wet vanaf het tijdstip waarop de deelnemer gewezen deelnemer is geworden of bedoeld in
artikel 34, tweede lid, van de wet, voor zover die gewezen echtgenoot na de echtscheiding of de ontbinding van het huwelijk
na scheiding van tafel en bed een premievrije aanspraak op weduwen- of weduwnaarspensioen
heeft verkregen en behouden jegens de pensioenuitvoerder of, ingeval artikel 57 van de wet toepassing heeft gevonden in die zin dat het beroepspensioenfonds het uit de aangegane
pensioenverplichtingen voortspruitende risico heeft overgedragen aan een verzekeraar,
jegens die verzekeraar.
Paragraaf 6. Reken- en procedureregels recht op waardeoverdracht
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 26. Rente, bedoeld in artikel 10, vierde lid, van het besluit
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De rente, bedoeld in artikel 10, vierde lid, van het besluit wordt berekend aan de
hand van het u-rendement, waarbij de periode wordt vastgesteld in volle maanden. Het
aantal volle maanden wordt bepaald op het verschil in maanden en dagen tussen de overdrachtsdatum
en de datum van betaling van de overdrachtswaarde, waarbij alle kalendermaanden op
30 dagen worden gesteld.
Artikel 27. Rente, bij waardeoverdracht van niet-reguliere naar reguliere regeling
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Wanneer waardeoverdracht van een niet-reguliere naar een reguliere regeling plaatsvindt,
rekent het overnemende uitvoeringsorgaan, met toepassing van artikel 26, terug welk deel van de afkoopsom als verschuldigde rente wordt aangemerkt over de
periode tussen de betaaldatum en de overdrachtsdatum.
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Bij de vaststelling van het standaardtarief, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het besluit, wordt uitgegaan van de afgeronde overlevingstafels Gehele Bevolking mannen en Gehele
Bevolking vrouwen 1995–2000 zonder leeftijdsverschuivingen en met een opslag wegens
stijgende levenskansen van 5% over de contantewaardefactoren.
-
6 Voor het ongehuwdenouderdomspensioen en het nabestaandenpensioen waarop artikel 37 van de wet niet van toepassing is, wordt uitgegaan van de gehuwdheidsfrequenties, opgenomen
in de bijlage bij deze regeling. Mannen worden geacht gehuwd te zijn met een drie jaar jongere
partner, vrouwen worden geacht gehuwd te zijn met een drie jaar oudere partner.
Artikel 29. Berekening van pensioenaanspraken
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 De berekening van de pensioenaanspraken, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van het
besluit wordt gemaakt volgens de formules en symbolen, opgenomen in de bijlage bij deze regeling.
Artikel 29a. Pensioenregeling in euro pensioenkapitaal
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 30. Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.
Artikel 31. Citeertitel
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Deze regeling wordt aangehaald als Regeling verplichte beroepspensioenregeling.