Wijzigingswet Algemene Ouderdomswet, enz. (toekennen tegemoetkomingen aan personen [...] Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten)

Geraadpleegd op 14-11-2024.
Geldend van 01-01-2006 t/m heden

Wet van 22 december 2005 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet op de huurtoeslag en enige andere wetten in verband met het toekennen van tegemoetkomingen aan personen die een uitkering ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele aanpassingen in de berekening van de uitkeringen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is toekenning van tegemoetkomingen aan personen die een uitkering ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten bij wet te regelen en in verband daarmee te voorkomen, dat deze doorwerkt bij de vaststelling van de huurtoeslag, de bijzondere bijdrage in de huurlasten en de eigenwoningbijdrage;

Dat het voorts wenselijk is in verband met de invoering van de Zorgverzekeringswet de bepaling over het vaststellen van het netto-minimumloon en het bruto-ouderdomspensioen aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel V

Indien een aanvraag tot het verstrekken van een bijzondere bijdrage in de huurlasten als bedoeld in artikel 26b, eerste lid, van de Huursubsidiewet, zoals dat laatstelijk luidde vóór de inwerkingtreding van de Aanpassingswet Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, betrekking heeft op het tijdvak dat loopt van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2005 wordt voor de toepassing van eerstgenoemde wetartikel 26a, eerste lid, onderdeel a, als volgt gelezen:

a. actueel inkomen: het gezamenlijk inkomen van de huurder en de medebewoners, dat wordt berekend door het netto inkomen over de eerste kalendermaand van het desbetreffende bijdragetijdvak, verminderd met de tegemoetkoming waarop personen met een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet recht hebben, herleid tot een bedrag per maand, te herrekenen naar een gecorrigeerd verzamelinkomen over het peiljaar;.

Artikel VI

Indien een aanvraag tot het verstrekken van een bijzondere bijdrage ter tegemoetkoming in de kosten van het in eigendom verkrijgen van een woning als bedoeld in artikel 34, eerste lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit betrekking heeft op het tijdvak dat loopt van 1 januari 2005 tot en met 30 juni 2006 wordt voor de toepassing van die wetartikel 33, eerste lid, onderdeel a, als volgt gelezen:

a. actueel inkomen: het gezamenlijk inkomen van degenen die behoren tot het huishouden van de eigenaar-bewoner, dat wordt berekend door het netto inkomen over de eerste kalendermaand van het desbetreffende bijdragetijdvak, verminderd met de tegemoetkoming waarop personen met een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet recht hebben, herleid tot een bedrag per maand, te herrekenen naar een gecorrigeerd verzamelinkomen over het peiljaar;.

Artikel IX

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en kunnen terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 22 december 2005

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ,

A. J. de Geus

Uitgegeven de achtentwintigste december 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner