Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam 2006

[Regeling vervallen per 21-01-2011.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 21-01-2006.
Geldend van 21-01-2006 t/m 21-12-2009

Besluit van de Minister van Justitie van 12 januari 2006, nr. 5398213/Justis/06, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren van de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de Ministers die het aangaan;

Gelezen het verzoek van de directeur van de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam van 8 november 2005 en de daaropvolgende adviezen van de hoofdofficier van justitie te Amsterdam en de korpschef van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland;

Gelet op:

artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;

artikel 142, eerste lid, onder b en c en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

– het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 21-01-2011]

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 21-01-2011]

De personen in dienst van de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar voor de functie van controleur vaarwegen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 21-01-2011]

  • 2 De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 21-01-2011]

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 20 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 21-01-2011]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket te Amsterdam.

  • 2 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps Amsterdam-Amstelland.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 21-01-2011]

  • 1 De directeur van de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam brengt jaarlijks, voor 1 april, over het jaar daaraan voorafgaand aan de Minister van Justitie verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was binnen de dienst;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2 Dit verslag dient te worden toegezonden aan de toezichthouder en de direct toezichthouder, als bedoeld in artikel 5 van dit besluit, alsmede aan het Ministerie van Justitie, dienst Justis, afd. IBB/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 21-01-2011]

De op naam gestelde akten van beëdiging, de legitimatiebewijzen buitengewoon opsporingsambtenaar en de overige benoemingsbescheiden, welke zijn uitgevaardigd, op het in artikel 7 van dit besluit omschreven besluit, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn akten en overige benoemingsbescheiden mede op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 21-01-2011]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 21-01-2011]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam 2006.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 januari 2006

De

Minister

van Justitie,
namens deze:
de

coördinator buitengewoon opsporingsambtenaar

,

G.V.A. van Raaij