Stb. 2015, 320, datum inwerkingtreding 27-08-2015, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2012.
1 Een melding van een vermoeden van een onverwachte ernstige bijwerking als bedoeld
in artikel 13p van de wet bevat de volgende gegevens:
-
– het aan het wetenschappelijk onderzoek met geneesmiddelen, waarin het vermoeden is
gerezen van de onverwachte ernstige bijwerking, toegekende eudractnummer;
-
– het nummer dat degene die het wetenschappelijk onderzoek verricht aan het desbetreffende
onderzoeksprotocol heeft gegeven;
-
– het nummer dat degene die het onderzoek verricht aan de onverwachte ernstige bijwerking
heeft gegeven;
-
– de naam en het adres van degene die de melding doet;
-
– een omschrijving van het vermoeden van de onverwachte ernstige bijwerking van het
geneesmiddel voor onderzoek;
-
– het geneesmiddel voor onderzoek dat het vermoeden van de onverwachte ernstige bijwerking
heeft veroorzaakt;
-
– codenummer, leeftijd en geslacht van de proefpersoon, bij wie de onverwachte ernstige
bijwerking zich heeft voorgedaan;
-
– een samenvatting van het verloop van de onverwachte ernstige bijwerking en van de
behandeling daarvan;
-
– een beoordeling door de verrichter van de gevolgen van de gemelde onverwachte ernstige
bijwerking voor de uitvoering van het wetenschappelijk onderzoek;
-
– overige voor de beoordeling van de melding van een vermoeden van een onverwachte ernstige
bijwerking relevante gegevens.
2 Indien de in artikel 13p van de wet bedoelde vermoedens van onverwachte ernstige bijwerkingen
directe consequenties kunnen hebben voor de veiligheid van proefpersonen die betrokken
zijn bij ander wetenschappelijk van dezelfde verrichter met hetzelfde geneesmiddel,
worden deze vermoedens overeenkomstig artikel 13p van de wet gemeld aan de ingevolge
artikel 2, tweede lid, van de wet, bevoegde commissies, die dat wetenschappelijk onderzoek
hebben beoordeeld.
3 Degene die het wetenschappelijk onderzoek verricht, draagt er zorg voor dat eens per
half jaar een overzichtslijst van alle vermoedens van onverwachte ernstige bijwerkingen
van een geneesmiddel voor onderzoek waarvan hij kennis heeft genomen, wordt ingediend
bij de ingevolge artikel 2, tweede lid, van de wet, bevoegde commissies die het wetenschappelijk
onderzoek van dezelfde verrichter en met hetzelfde geneesmiddel als waarover het bedoelde
vermoeden is gerezen, hebben beoordeeld. De overzichtslijst van alle vermoedens van
onverwachte ernstige bijwerkingen van een geneesmiddel voor onderzoek bevat een korte
toelichting waarin de belangrijkste conclusies worden vermeld.