Regeling mandaat en machtiging vergunningen, ontheffingen en goedkeuringen Kernenergiewet 2005

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010.]
Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 05-03-2006.
Geldend van 05-03-2006 t/m 15-11-2010

Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 februari 2006, nr. SAS2005209115, houdende mandateringen en machtigingen van bevoegdheden krachtens de Kernenergiewet (Regeling mandaat en machtiging vergunningen, ontheffingen en goedkeuringen Kernenergiewet 2005)

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, alsmede, voor zover het mede aan hen toekomende bevoegdheden betreft, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluiten:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

  • 1 In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a. de Minister: de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

    • b. de wet: de Kernenergiewet.

  • 2 De in dit besluit gebruikte formulering ‘mede namens de andere betrokken bewindspersonen’ houdt telkens in:

    de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    en voorts voor zover het aan hen toekomende bevoegdheden betreft, danwel waarmee overeenstemming nodig is:

    • a. de Minister van Economische Zaken;

    • b. de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

    • c. de Minister van Verkeer en Waterstaat of

    • d. de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

  • 1 Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 15, onder a, van de wet, voor het vervoeren, voorhanden hebben anders dan bij opslag in verband met het vervoer, binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen of doen brengen, dan wel zich ontdoen van splijtstoffen en ertsen.

  • 2 Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 15, onder b, van de wet voor het wijzigen van een inrichting, waarin kernenergie kan worden vrijgemaakt, splijtstoffen kunnen worden vervaardigd, bewerkt of verwerkt, dan wel splijtstoffen worden opgeslagen.

  • 3 Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen de schriftelijke verklaring op de melding af te geven als bedoeld in artikel 18 van de wet juncto artikel 18.9, tweede lid, onder c, van de Wet milieubeheer, voor veranderingen van de inrichting of van de werking daarvan die niet in overeenstemming zijn met de voor de inrichting verleende vergunning of de daaraan verbonden beperkingen of voorschriften, maar die niet leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan die de inrichting ingevolge de vergunning en de daaraan verbonden beperkingen en voorschriften mag veroorzaken.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de wet, voor het bereiden, vervoeren, voorhanden hebben, toepassen, binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen of doen brengen, dan wel zich ontdoen van radioactieve stoffen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen te beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 34 van de wet juncto artikel 23 Besluit stralingsbescherming, voor het verrichten van handelingen met ioniserende stralen uitzendende toestellen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen toestemming te geven voor overdracht van een vergunning als bedoeld in artikel 70, derde lid, van de wet.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen ontheffingen te verlenen krachtens de artikelen 31, derde lid en 123 van het Besluit stralingsbescherming, van de controle- en administratieplicht voor aanwijsinstrumenten waaraan voor verlichtingsdoeleinden radioactieve stoffen zijn toegevoegd en van de in paragraaf 3.3 van het Besluit stralingsbescherming genoemde voorschriften voor toestellen en radioactieve stoffen en van de administratieplicht voor en de eisen aan de administratie van handelingen met radioactieve stoffen en ioniserende straling uitzendende toestellen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen een oordeel te vormen als bedoeld in artikel 45, onder c en d van het Besluit stralingsbescherming, dat het belang van de toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer niet opweegt tegen de daaraan verbonden bezwaren, en indien al eerder vergunning voor een toestel van hetzelfde type met betrekking tot dezelfde plaats is verleend, niet te verwachten is dat door gebruikmaking van de gevraagde vergunning meer schade kan ontstaan dan bij de eerder verleende vergunning in aanmerking is genomen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Aan de Minister wordt machtiging verleend om een mededeling te doen als bedoeld in artikel 47, derde lid, van het Besluit Stralingsbescherming, van de besluiten op aanvragen van vergunningen met betrekking tot de totstandkoming waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is, in de Staatscourant.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen goedkeuringen te verlenen krachtens de artikelen 21, tweede lid, onder d, 23, derde lid, onder c en 26, eerste lid, onder a, van het Besluit stralingsbescherming, voor typen ioniserende straling uitzendende toestellen en ingekapselde bronnen.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen certificaten van goedkeuring of erkenning van het model van het te vervoeren collo af te geven als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder h, ten eerste, artikel 5, eerste lid, onder b, en artikel 6, tweede lid, onder b, van het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen Kernenergiewet.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen ontheffingen te verlenen als bedoeld in artikel 8, derde lid, artikel 10, derde lid, artikel 11, artikel 12, artikel 14, tweede lid, artikel 16, tweede lid, artikel 19, tweede lid, en artikel 22, tweede lid, van het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen Kernenergiewet, van het VSG (Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen), het VBG (Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen), het VLG (Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen) en bijlage 18 van het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de burgerlijke luchtvaart en de daarbij behorende technische voorschriften.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen richtlijnen vast te stellen inzake de inhoud van een milieueffectrapport als bedoeld in artikel 7.15 van de Wet milieubeheer, indien een dergelijk rapport ter voorbereiding van een besluit op grond van de wet wordt gemaakt.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen ontheffingen te verlenen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Regeling detectie radioactief besmet schroot, van de voorschriften met betrekking tot detectieapparatuur, de wijze van meten en de omstandigheden waaronder de metingen worden verricht en van de voorschriften met betrekking tot de registratie van meetgegevens.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen mededelingen te doen als bedoeld in artikel 15 van het Bijdragenbesluit Kernenergiewet 1981, welke bijdrage betrokkene is verschuldigd, op welke wijze betaling van de bijdrage kan plaatsvinden en binnen welke termijn deze dient te geschieden.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

  • 1 Aan de Minister wordt mandaat verleend om mede namens de andere betrokken bewindspersonen te besluiten op bezwaar tegen besluiten als bedoeld in de artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13 en 14, voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt niet door hem in mandaat is genomen en voor zover niet de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is gevolgd.

  • 2 Aan de Minister wordt machtiging verleend om gerechtelijke procedures te voeren in het kader van de in dit Besluit verleende bevoegdheden.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

  • 1 De Minister kan de aan hem gemandateerde bevoegdheden ondermandateren aan onder hem ressorterende functionarissen en aan de algemeen directeur van SenterNovem, behoudens voor zover het gevallen betreft waarin wordt beslist op bezwaar tegen een besluit van de betrokken functionaris zelf.

  • 2 De Minister kan met betrekking tot de bevoegdheden waarvoor hij is gemachtigd machtiging verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen en aan de algemeen directeur van SenterNovem.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

  • 1 Indien uitvoering wordt gegeven aan de artikelen 1 tot en met 15 , luidt de ondertekening: De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mede namens [de bewindspersonen namens wie wordt gehandeld] en in overeenstemming met [de betrokken bewindspersonen] gevolgd door de handtekening en de naam van de bewindspersoon.

  • 2 Indien uitvoering wordt gegeven aan artikel 16, luidt de ondertekening:

    De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

    o.l.,

    gevolgd door de functieaanduiding, de handtekening en de naam van de betreffende functionaris.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 02-12-2010 met terugwerkende kracht tot en met 16-11-2010]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling mandaat en machtiging vergunningen, ontheffingen en goedkeuringen Kernenergiewet 2005.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 24 februari 2006

De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

De

Minister

van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

De

Staatssecretaris

van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman