Tijdelijke subsidieregeling beëindiging subsidiëring schoonmaakdiensten particulieren 2007

[Regeling vervallen per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 02-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 30-12-2006.
Geldend van 30-12-2006 t/m 31-12-2010

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 november 2006, nr. AM/SAM/2006/90663, tot Tijdelijke subsidieregeling beëindiging subsidiëring schoonmaakdiensten particulieren 2007

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, 5 en 8, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • b. werkgever: de werkgever, genoemd in bijlage 1a als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Regeling schoonmaakdiensten particulieren 2005, zoals die bijlage luidde op 1 november 2006;

  • c. RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst: een arbeidsovereenkomst die op 1 november 2006 op grond van artikel 2 van de Regeling schoonmaakdiensten particulieren 2005 wordt gesubsidieerd;

  • d. werknemer: de werknemer die op 1 november 2006 werkzaam is op grond van een RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst, waarvan de overeengekomen duur in ieder geval eindigt na 1 januari 2007;

  • e. positieve uitstroom: het beëindigen van een RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst, waarbij de persoon die op grond van de RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst werkzaam was, aansluitend op, dan wel binnen vier weken na de beëindiging van die RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst:

    • 1°. op grond van een andere schriftelijke arbeidsovereenkomst, dan wel een aanstelling in openbare dienst ten minste zes maanden werkzaam is tegen een loon dat, of een bezoldiging die ten minste gelijk is aan het loon dat de werkgever op grond van de RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst over een periode van zes maanden verschuldigd was, dan wel

    • 2°. ten minste zes maanden als zelfstandige werkzaam is en in die periode geen aanspraak doet op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, de Wet werk en bijstand of het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004, dan wel indien op het tijdstip van de beëindiging van de RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst reeds aanspraak op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet of de Wet werk en bijstand bestond, geen aanspraak doet op een hogere uitkering op grond van de Werkloosheidswet of de Wet werk en bijstand;

  • f. re-integratiebedrijf: natuurlijke persoon of rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf de inschakeling van personen in het arbeidsproces bevordert;

  • g. arbodienst: een arbodienst als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet 1998;

  • h. BOREA Keurmerk Reïntegratie: het keurmerk van de Brancheorganisatie re-integratiebedrijven te Tilburg;

  • i. accountant: een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 3. Subsidie loonkosten

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De Minister verleent op aanvraag aan een werkgever gedurende het kalenderjaar 2007 een subsidie als bijdrage in de loonkosten van zijn werknemer. De subsidie bedraagt ten hoogste € 10.573,– per kalenderjaar bij een arbeidsovereenkomst met een overeengekomen arbeidsduur van 32 uur of meer uren per week en wordt naar rato verminderd naarmate de arbeidsovereenkomst minder dan een jaar heeft geduurd of een arbeidsduur heeft van minder dan 32 uur per week of naarmate het gemiddelde aantal arbeidsuren waarover de werkgever loon heeft betaald minder dan 32 uur per week bedraagt.

  • 3 Indien gedurende het kalenderjaar 2007 met betrekking tot een werknemer positieve uitstroom als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, onder 1°, naar een andere werkgever wordt gerealiseerd, wordt de subsidie, bedoeld in het eerste lid, met betrekking tot de loonkosten van die werknemer op dezelfde voet voortgezet tot uiterlijk het einde van de duur van de arbeidsovereenkomst met die werknemer, dan wel indien de duur van die arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd is of een bepaalde tijd heeft die voortduurt na 1 januari 2007, tot uiterlijk 1 januari 2008.

  • 4 Het derde lid is niet van toepassing indien aansluitend op, dan wel binnen zes maanden na de beëindiging van de RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst, met de persoon die op grond van die RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst werkzaam was een arbeidsovereenkomst als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet sociale werkvoorziening wordt gesloten, een dienstbetrekking wordt aangegaan als bedoeld in die wet, een dienstbetrekking wordt aangegaan met toepassing van een voorziening als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand, dan wel een dienstbetrekking wordt aangegaan waarbij anderszins subsidie als bijdrage in de loonkosten van die persoon, of compensatie voor aan die persoon verbonden loonkosten wordt verleend.

Artikel 4. Subsidie re-integratieactiviteiten werkgever

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De Minister verleent aan de werkgever aan wie op grond van artikel 3, eerste lid, subsidie wordt verleend, een subsidie als bijdrage in de kosten van de door de werkgever verrichte activiteiten, gericht op positieve uitstroom van zijn werknemers.

  • 2 De subsidie, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 1500,– per werknemer tot een maximum van het aantal bij de werkgever in dienst zijnde werknemers.

Artikel 5. Subsidie kosten re-integratiebedrijf/arbodienst

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De Minister verleent aan de werkgever aan wie op grond van artikel 3, eerste lid, subsidie wordt verleend, een subsidie als bijdrage in de kosten van de door de werkgever ingekochte diensten van een re-integratiebedrijf of een arbodienst, gericht op positieve uitstroom van zijn werknemers.

  • 2 De subsidie, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 100% van de door het re-integratiebedrijf of de arbodienst in rekening gebrachte en door de werkgever feitelijk betaalde kosten van diensten tot een maximum van € 3000,– per werknemer. Tot deze kosten behoort mede de omzetbelasting die niet op voet van artikel 15, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 in aftrek kan worden gebracht en geen recht geeft op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds, waarbij de toepassing van artikel 2, tiende lid, van de Wet op het BTW-compensatiefonds, buiten aanmerking blijft. Geen subsidie wordt verleend voor zover het betreft onredelijk gemaakte kosten of kosten die redelijkerwijs niet passen in het kader van de positieve uitstroom.

  • 3 De subsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt slechts verleend indien de in rekening gebrachte en door de werkgever feitelijk betaalde kosten betrekking hebben op diensten die zijn verricht door een re-integratiebedrijf dat of arbodienst die in het bezit is van het BOREA Keurmerk Reïntegratie, dan wel voldoet aan de criteria die ten grondslag liggen aan het verlenen van het BOREA Keurmerk Reïntegratie, op basis van een schriftelijke overeenkomst met de werkgever, waarin in ieder geval is vastgelegd:

    • a. de aard, de omvang en de kosten van de door het re-integratiebedrijf of de arbodienst te verrichten diensten;

    • b. het resultaat dat met de door het re-integratiebedrijf of de arbodienst te verrichten diensten wordt beoogd;

    • c. de verplichting voor het re-integratiebedrijf of de arbodienst om de werkgever te informeren over de voortgang van de feitelijk verrichte werkzaamheden en het per werknemer bereikte resultaat;

    • d. de verplichting voor het re-integratiebedrijf of de arbodienst om te waarborgen dat ingeval met de werkgever overeengekomen werkzaamheden of delen daarvan door het re-integratiebedrijf of de arbodienst worden uitbesteed aan een derde, die derde eveneens voldoet aan de criteria die ten grondslag liggen aan het verlenen van het BOREA Keurmerk Reïntegratie;

    • e. de verplichting voor het re-integratiebedrijf of de arbodienst om te waarborgen dat ingeval met de werkgever overeengekomen werkzaamheden of delen daarvan door het re-integratiebedrijf of de arbodienst worden uitbesteed aan een derde, het re-integratiebedrijf of de arbodienst geheel en zonder voorbehoud kan voldoen aan zijn verplichtingen jegens de werkgever.

  • 4 De Minister kan op een daartoe strekkend verzoek van een andere werkgever dan de werkgever die de voor subsidie in aanmerking te brengen diensten van een re-integratiebedrijf of een arbodienst heeft ingekocht, de in het eerste lid bedoelde subsidie geheel of gedeeltelijk aan die andere werkgever verlenen, indien door die andere werkgever onder overlegging van bewijsstukken wordt aangetoond dat de werkgever die de voor subsidie in aanmerking te brengen diensten van een re-integratiebedrijf of een arbodienst heeft ingekocht, zijn bedrijfsactiviteiten heeft beëindigd. Indien de in het eerste lid bedoelde subsidie geheel of gedeeltelijk aan een andere werkgever dan de werkgever die de voor subsidie in aanmerking te brengen diensten van een re-integratiebedrijf of een arbodienst heeft ingekocht, wordt verleend, zijn het tweede en het derde lid van overeenkomstige toepassing op die andere werkgever.

Artikel 6. Subsidie positieve uitstroom

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De Minister verleent aan de werkgever aan wie op grond van artikel 3, eerste lid, subsidie wordt verleend, een subsidie voor de realisatie van positieve uitstroom van zijn werknemers.

  • 2 De subsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend tot een maximum van het aantal bij de werkgever in dienst zijnde werknemers en bedraagt per werknemer € 3.440,– bij een RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst waarin een arbeidsduur van 32 uur of meer per week is overeengekomen. Indien in de RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst een kortere arbeidsduur dan 32 uur per week is overeengekomen wordt de subsidie per werknemer naar rato verlaagd.

  • 3 De subsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt slechts verleend indien de positieve uitstroom:

    • a. naar een andere werkgever uiterlijk met ingang 1 januari 2008 wordt gerealiseerd, dan wel,

    • b. binnen het bedrijf van de werkgever, of als zelfstandige op of binnen vier weken na 1 januari 2008 wordt gerealiseerd.

  • 4 De subsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt niet verleend indien aansluitend op, dan wel binnen zes maanden na de beëindiging van de RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst, met de persoon die op grond van die RSP-gesubsidieerde arbeidsovereenkomst werkzaam was een arbeidsovereenkomst als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet sociale werkvoorziening wordt gesloten, een dienstbetrekking wordt aangegaan als bedoeld in die wet, een dienstbetrekking wordt aangegaan met toepassing van een voorziening als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand, dan wel een dienstbetrekking wordt aangegaan waarbij anderszins subsidie als bijdrage in de loonkosten van die persoon, of compensatie voor aan die persoon verbonden kosten wordt verleend.

Artikel 7. Samenloop subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Indien aan de werkgever subsidie op grond van artikel 3, eerste lid, wordt verleend, wordt een eenmalig voorschot als bedoeld in artikel 5, achtste lid, van de Regeling schoonmaakdiensten particulieren, dan wel een eenmalig voorschot als bedoeld in artikel 5, negende lid, van de Regeling schoonmaakdiensten particulieren niet bij de subsidievaststelling op grond van artikel 7 van de Regeling schoonmaakdiensten particulieren 2005 in aanmerking genomen, maar bij de subsidievaststelling op grond van artikel 12 van deze regeling.

Artikel 8. Subsidieaanvrager

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Artikel 9. Subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De Minister ontvangt de aanvraag tot subsidieverlening op grond van artikel 3, eerste lid, uiterlijk 24 november 2006.

  • 2 De subsidieaanvrager maakt bij de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening gebruik van het daarvoor door de Minister verstrekte formulier, dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 10. Gegevensverstrekking voor subsidieverlening en -betaling

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De beslissing op de volledige aanvraag tot subsidieverlening wordt uiterlijk binnen vier weken na 24 november 2006 genomen.

  • 3 De Minister betaalt de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, bij wijze van voorschot per kwartaal. De betaling vindt plaats aan de hand van een declaratie van het aantal arbeidsuren waarover de werkgever loon heeft betaald, tot een maximum van het aantal in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen arbeidsuren. In de declaratie vermeldt de subsidieaanvrager tevens het aantal werknemers met wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd, de ingangsdata van de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten, alsmede het aantal werknemers ten aanzien van wie sprake is van positieve uitstroom.

  • 4 De subsidieaanvrager maakt bij de indiening van een declaratie als bedoeld in het derde lid, gebruik van het daarvoor door de Minister verstrekte formulier, dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 2 bij deze regeling.

  • 5 De subsidieaanvrager draagt er zorg voor dat de relevante gegevens over een kwartaal van het jaar 2007, opgenomen in een door hem ondertekende declaratie als bedoeld in het vierde lid, door de Minister zijn ontvangen uiterlijk op de twintigste van de tweede maand volgende op het kwartaal waarop deze betrekking heeft.

  • 6 Het voorschot, bedoeld in het derde lid, wordt betaald op of omstreeks de dertigste van de maand volgend op de maand waarin de declaratie is ontvangen.

  • 7 In afwijking van het zesde lid wordt het voorschot met betrekking tot het eerste kwartaal 2007 en volgende kwartalen niet betaald, zolang de Minister van de subsidieaanvrager de bescheiden, nodig voor de subsidievaststelling betreffende subsidieverstrekkingen op grond van de Regeling schoonmaakdiensten particulieren 2005, over de kalenderjaren 2004 en 2005 niet heeft ontvangen en wordt het voorschot met betrekking tot het derde kwartaal 2007 en het volgende kwartaal niet betaald, zolang de Minister van de subsidieaanvrager de bescheiden, nodig voor de subsidievaststelling betreffende subsidieverstrekkingen op grond van de Regeling schoonmaakdiensten particulieren 2005, over het jaar 2006 niet heeft ontvangen.

  • 8 Indien vóór de subsidievaststelling een verzoek tot faillietverklaring van of verlening van surseance van betaling aan de subsidieaanvrager is ingediend, vindt geen betaling van een voorschot als bedoeld in het derde lid meer plaats.

  • 9 De subsidie, bedoeld in artikel 4, eerste lid, wordt uiterlijk betaald tezamen met het voorschot, bedoeld in het derde lid, met betrekking tot het vierde kwartaal van het jaar 2007. Indien de Minister besluit tot gehele of gedeeltelijke betaling van deze subsidie op een eerder tijdstip, doet hij daarvan mededeling in de Staatscourant.

  • 10 De subsidie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, en 6, eerste lid, wordt na subsidievaststelling vanaf het kalenderjaar 2008 betaald. Indien de Minister besluit tot gehele of gedeeltelijke betaling van de subsidie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, op een eerder tijdstip, doet hij daarvan mededeling in de Staatscourant.

Artikel 11. Administratieverplichting

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De subsidieaanvrager draagt er zorg voor dat de administratie voor de uitvoering van deze regeling zodanig wordt ingericht, dat alle van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, uitvoerings-, controle- en verantwoordingsproces tijdig, zichtbaar en controleerbaar zijn vastgelegd.

  • 2 Van de administratie maken in ieder geval deel uit:

    • a. de op grond van artikel 2 van de Regeling schoonmaakdiensten particulieren 2005 gesubsidieerde arbeidsovereenkomsten die op en na 1 november 2006 van kracht zijn;

    • b. de loonstaten vanaf 1 november 2006;

    • c. de overeenkomsten met een re-integratiebedrijf of een arbodienst;

    • d. de informatie van het re-integratiebedrijf of de arbodienst aan de werkgever over de voortgang van de feitelijk verrichte werkzaamheden en het per werknemer bereikte resultaat;

    • e. facturen met betrekking tot de door een re-integratiebedrijf of een arbodienst in rekening gebrachte diensten en bescheiden met betrekking tot door de werkgever feitelijk betaalde kosten van de ingekochte diensten van een re-integratiebedrijf of een arbodienst;

    • f. bescheiden op grond waarvan de realisatie positieve uitstroom kan worden vastgesteld.

Artikel 12. Vaststelling subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De Minister ontvangt van de subsidieaanvrager uiterlijk 1 juli 2008 een einddeclaratie, waarin alle relevante gegevens zijn opgenomen met betrekking tot de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 4, eerste lid, en 5, eerste lid. Met betrekking tot de subsidie, bedoeld in artikel 6, eerste lid, ontvangt de Minister van de subsidieaanvrager uiterlijk 1 januari 2010 een einddeclaratie, waarin alle relevante gegevens zijn opgenomen met betrekking tot die subsidie. De einddeclaratie met betrekking tot de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 4, eerste lid, en 5, eerste lid, tezamen, dan wel de einddeclaratie met betrekking tot de subsidie, bedoeld in artikel 6, eerste lid, is bij een subsidie boven € 50.000,– voorzien van een verklaring van een accountant.

  • 2 De Minister stelt de subsidie vast binnen 12 maanden na ontvangst van de einddeclaratie met betrekking tot de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 4, eerste lid, en 5, eerste lid, en, indien vereist, de daarop betrekking hebbende verklaring van een accountant, en binnen 12 maanden na ontvangst van de einddeclaratie met betrekking tot de subsidie, bedoeld in artikel 6, eerste lid, en, indien vereist, de daarop betrekking hebbende verklaring van een accountant.

  • 4 De vastgestelde subsidie kan van de bij wijze van voorschot betaalde subsidie afwijken indien de subsidieaanvrager handelt in strijd met deze regeling. Indien de subsidieaanvrager in het kader van de subsidieaanvraag of in het kader van de einddeclaratie onjuiste gegevens heeft verstrekt, dan wel voor subsidieverlening of subsidievaststelling relevante gegevens heeft achtergehouden, kan de Minister de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 4, eerste lid, 5, eerste lid, en 6, eerste lid, intrekken of ten nadele van de subsidieaanvrager wijzigen.

Artikel 13. Modellen gegevensverstrekking

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

De einddeclaratie en, indien vereist, de verklaring van een accountant, zijn ingericht overeenkomstig de modellen van bijlagen 3 en 4 bij deze regeling. De verklaring van een accountant is gebaseerd op een controle die is uitgevoerd overeenkomstig het in bijlage 5 bij deze regeling voorgeschreven controle- en rapportageprotocol.

Artikel 14. Terugvordering

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 Na de subsidievaststelling is de subsidieaanvrager verplicht een teveel ontvangen voorschot onverwijld terug te betalen, tenzij de Minister tot verrekening op andere wijze heeft besloten.

  • 2 Bij terugvordering van onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten worden de met de terugvordering verband houdende kosten bij de subsidieaanvrager in rekening gebracht. Tevens wordt in dat geval overgegaan tot het in rekening brengen van de wettelijke rente.

Artikel 15. Toezichthouders en informatieverplichtingen

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 Met het toezicht op de naleving van de in deze regeling opgenomen verplichtingen is belast het Agentschap van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • 2 De subsidieaanvrager verstrekt aan de Minister desgevraagd kosteloos alle inlichtingen, die hij voor evaluatie, informatievoorziening en beleidsvorming met betrekking tot deze regeling nodig heeft en verleent daartoe inzage in terzake van belang zijnde bescheiden.

  • 3 De subsidieaanvrager werkt mee aan door of namens de Minister uit te voeren onderzoeken en draagt er zorg voor dat de accountant hieraan kosteloos meewerkt. De daaraan verbonden kosten worden geacht te zijn begrepen in de subsidie.

Artikel 16. Wijziging Regeling schoonmaakdiensten particulieren 2005

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

[Red: Wijzigt de Regeling schoonmaakdiensten particulieren 2005.]

Artikel 17. Wijziging Tijdelijke subsidieregeling beëindiging schoonmaakdiensten particulieren

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

[Red: Wijzigt de Tijdelijke subsidieregeling beëindiging subsidiëring schoonmaakdiensten particulieren.]

Artikel 18. Intrekking Regeling schoonmaakdiensten particulieren 2005

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Artikel 19. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst met uitzondering van de artikelen 16 en 17 die in werking treden met ingang van 30 december 2006.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2011.

  • 3 In afwijking van het tweede lid blijft deze regeling, zoals die luidt op 31 december 2010, van toepassing op de afwikkeling van de subsidie, bedoeld in deze regeling.

Artikel 20. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling beëindiging subsidiëring schoonmaakdiensten particulieren 2007.

Deze regeling zal met de toelichting en bijlage 1 in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen 4, en 5 worden met ingang van 1 december 2006 en de bijlage 2 wordt met ingang van 1 maart 2007 ter inzage gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid te ’s-Gravenhage.

Den Haag, 8 november 2006

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

[Red: Ligt ter inzage bij bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

[Red: Ligt ter inzage bij bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 5

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

[Red: Ligt ter inzage bij bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid te Den Haag.]