Regeling bescherming persoonsgegevens Ministerie VROM

[Regeling vervallen per 11-04-2014.]
Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 17-12-2006.
Geldend van 17-12-2006 t/m 10-04-2014

Regeling bescherming persoonsgegevens Ministerie VROM

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op de artikelen 62, 63 en 64 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 11-04-2014]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. wet: Wet bescherming persoonsgegevens;

  • b. Ministerie: Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordeningen Milieubeheer;

  • c. Minister: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • d. beheerder: functionaris aan wie krachtens de geldende mandaatregelingen van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de bevoegdheid is gegeven tot het uitvoeren van de taken en het uitoefenen van de bevoegdheden ten aanzien van verwerkingen van persoonsgegevens;

  • e. College: het College bescherming persoonsgegevens als bedoeld in artikel 51 van de wet;

  • f. privacyfunctionaris: de functionaris voor de gegevensbescherming van het Ministerie als bedoeld in artikel 62 van de wet.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 11-04-2014]

Deze regeling is van toepassing op alle verwerkingen van persoonsgegevens waarvoor de Minister de verantwoordelijke is in de zin van de wet.

Artikel 3. Privacyfunctionaris

[Regeling vervallen per 11-04-2014]

  • 1 Er is een privacyfunctionaris.

  • 2 Bij de vervulling van de taken en de daarbij behorende bevoegdheden van de privacyfunctionaris is afdeling 5.2 Awb van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat voor het begrip toezichthouder moet worden gelezen privacyfunctionaris.

Artikel 4. Register

[Regeling vervallen per 11-04-2014]

  • 1 Er is een meldingenregister verwerkingen persoonsgegevens VROM. In dat register zijn de gegevensverwerkingen opgenomen die bij de privacyfunctionaris zijn gemeld op grond van artikel 30 van de wet.

  • 2 Het register wordt door de privacyfunctionaris ingericht, beheerd en onderhouden.

  • 3 Het register ligt kosteloos voor een ieder ter inzage bij de Centrale Bibliotheek in de hoofdzetel van het Ministerie.

Artikel 5. Beheerder

[Regeling vervallen per 11-04-2014]

  • 1 De beheerder draagt binnen zijn dienstonderdeel zorg voor de uitvoering van de wet en de feitelijke handelingen die daarvoor nodig zijn.

  • 2 De beheerder draagt zorg voor voldoende tijd en middelen ten behoeve van het gestelde onder het eerste lid.

Artikel 6. Handboek

[Regeling vervallen per 11-04-2014]

  • 1 Er is een handboek Wet bescherming persoonsgegevens VROM ter ondersteuning van de uitvoering van de wet. Dit handboek bestaat uit de volgende delen:

    • A. Managementsamenvatting (korte beschrijving diverse WBP-aspecten);

    • B. Praktische uitvoeringsregels (theorie, schema’s, modelformulieren);

    • C. Decentraal register (bewaarplaats voor documenten ten behoeve van het eigen organisatieonderdeel);

    • D. Naslag en documentatie (relevante wetteksten en diverse regelingen).

Artikel 7. Beveiliging en beheer

[Regeling vervallen per 11-04-2014]

  • 2 De maatregelen als bedoeld in het eerste lid zijn schriftelijk of in een andere, vergelijkbare vorm vastgelegd.

  • 3 De beheerder ziet er op toe dat degenen die belast zijn met het verwerken van persoonsgegevens kennis nemen van de beveiligingsvoorschriften en het beveiligingsbeleid VROM en deze naleven.

Artikel 8. Toezicht

[Regeling vervallen per 11-04-2014]

  • 1 In geval de privacyfunctionaris bij de uitoefening van het toezicht als bedoeld in de artikelen 62, 63 en 64 van de wet onregelmatigheden aantreft bij de verwerking van persoonsgegevens brengt hij daarover verslag uit aan de Minister. Hij kan dit verslag vergezeld doen gaan van een advies dat strekt tot een verbetering in de bescherming van de persoonsgegevens die door of namens de Minister worden verwerkt.

  • 2 De privacyfunctionaris VROM brengt jaarlijks verslag uit aan de Minister over zijn werkzaamheden en bevindingen in het daaraan voorafgaande kalenderjaar. Een afschrift daarvan wordt ter kennisneming gezonden aan de Groepsondernemingsraad, de Auditdienst en aan het College.

  • 3 De Auditdienst voert actief of op verzoek van de privacyfunctionaris audits uit naar de naleving van de wet en de regelingen hieromtrent van het Ministerie.

  • 4 De Auditdienst rapporteert haar bevindingen aan de Minister, de privacyfunctionaris en desbetreffende beheerder(s).

Artikel 9. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 11-04-2014]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 11-04-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling bescherming persoonsgegevens Ministerie VROM.

Den Haag, 23 oktober 2006

De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel