Wettelijk kader
[Regeling vervallen per 14-07-2016]
Artikel 5:65 van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft) bepaalt dat een uitgevende instelling met zetel in Nederland die financiële
instrumenten als bedoeld in artikel 5:56, eerste lid, onderdeel a of b, heeft uitgegeven of voornemens is uit te geven of op wiens voorstel een koopovereenkomst
inzake een financieel instrument als bedoeld in die onderdelen, niet zijnde een effect,
tot stand is gekomen of die een zodanige overeenkomst voorstelt, een reglement vaststelt
waarin regels worden gesteld met betrekking tot het bezit van en transacties in op
haar betrekking hebbende aandelen of in financiële instrumenten waarvan de waarde
mede wordt bepaald door de waarde van deze aandelen door haar werknemers en de personen,
bedoeld in artikel 5:60, eerste lid, onderdelen a en b.
De verplichting geldt ook voor een uitgevende instelling met zetel in een staat die
geen lidstaat is die financiële instrumenten als bedoeld in a artikel 5:56, eerste lid, onderdeel a, heeft uitgegeven of voornemens is uit te geven of op wiens voorstel een koopovereenkomst
inzake een financieel instrument als bedoeld in dat onderdeel, niet zijnde een effect,
tot stand is gekomen of die een zodanige overeenkomst voorstelt.
Uitgezonderd van de verplichting is een uitgevende instelling die financiële instrumenten
heeft uitgegeven of zal uitgegeven in het kader van het monetaire beleid, het valutabeleid
of het beheer van de overheidsschuld.
In deze beleidsregel heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een model voor bedoeld
reglement opgenomen dat voldoet aan de in artikel 11 van het Besluit Marktmisbruik ter zake gestelde regels. Het model beoogt de integriteit van de effectenmarkten
en de adequate werking van deze markten te bevorderen. De AFM beveelt dit model reglement
nadrukkelijk aan.
Ten aanzien van het model verplicht reglement is het beleid van de AFM reeds in een
eerder stadium bekend gemaakt. Deze beleidsregel kan worden aangemerkt als een technische
en beleidsneutrale omzetting in het kader van de Wft en is vastgesteld door middel van het Besluit tot vaststelling van beleidsregels
in het kader van de Wet op het financieel toezicht van 12 december 2006.
Dit is een beleidsregel als bedoeld in artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De bevoegdheid van de AFM tot het vaststellen van deze beleidsregel is gebaseerd
op artikel 4:81, eerste lid, Awb.