Verordening bestemmingheffing voetverzorgingsbedrijf 2007

[Regeling materieel uitgewerkt per 19-01-2008.]
Geraadpleegd op 01-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-01-2007.
Geldend van 06-01-2007 t/m heden

Verordening van het Hoofdbedrijfschap Ambachten van 27 september 2006, houdende regels terzake van de aan de ondernemers die het voetverzorgingsbedrijf uitoefenen op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2007 (Verordening bestemmingsheffing voetverzorgingsbedrijf 2007).

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;

Gelet op artikel 95, tweede lid en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Gezien het advies van de Commissie voetverzorging;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen en toepassingsgebied

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel 2

De verordening is van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven, waarin het voetverzorgingsbedrijf wordt uitgeoefend.

§ 2. De heffing

Artikel 3

  • 1 Aan de ondernemers die op of na de dag van inwerkingtreding van deze verordening het voetverzorgingsbedrijf uitoefenen, wordt voor het jaar 2007 een heffing opgelegd ten behoeve van projecten die versteviging van de branches⁠tructuur ten doel hebben zoals opleiding, branche-promotie en bedrijfscertificatie.

  • 2 De heffing wordt vastgesteld op grondslag van het aantal vestigingen waarin door de ondernemer het voetverzorgingsbedrijf wordt uitgeoefend. De heffing bedraagt € 32,– voor iedere vestiging waarin het voetverzorgingsbedrijf wordt uitgeoefend.

  • 3 In afwijking van het tweede lid bedraagt de heffing, indien de ondernemer het bedrijf uitsluitend anders dan in een vestiging uitoefent, € 32,– per onderneming.

Artikel 4

  • 1 Aan de ondernemer die lid is van ProVoet, Landelijke Organisatie voor de Voetverzorger / Pedicure, en over het jaar 2006 aan deze organisatie contributie heeft betaald, wordt op de bruto heffing een aftrek toegestaan van € 12,– ongeacht het aantal vestigingen, met dien verstande dat de aftrek niet meer bedraagt dan de helft van de heffing of de helft van de betaalde contributie over 2006 (exclusief BTW). De aftrek wordt slechts toegestaan indien uit door de in de eerste volzin genoemde organisaties verstrekte opgave is gebleken dat de contributie is betaald.

  • 2 Op het in het eerste lid bedoelde maximum van 50% van de betaalde contributie wordt in mindering gebracht de aftrek op de heffing Hoofdbedrijfschap Ambachten 2007 of de heffing Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2007.

  • 3 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

    • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,

    • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties,

    • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,

    • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

    • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 4 De in het vorige lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan.

  • 5 Op een verzoek als in het vierde lid van dit artikel bedoeld, wordt door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten beslist.

§ 3. Vermindering van heffing

Artikel 5

  • 1 Bij cumulatie van onderhavige bestemmingsheffing met een of meer andere aan het Hoofdbedrijfschap Ambachten te betalen bestemmingsheffingen, wordt de heffing tot nihil verminderd, indien de uitoefening van het voetverzorgingsbedrijf kan worden aangemerkt als een nevenactiviteit ten opzichte van die andere bedrijfsuitoefening of bedrijfsuitoefeningen waarvoor een bestemmingsheffing is opgelegd.

  • 2 De vermindering wordt alleen toegepast ten aanzien van de vestiging of onderneming waarin één persoon alle bedrijven uitoefent waarvoor bestemmingsheffingen zijn opgelegd.

Artikel 6

Vermindering als bedoeld in artikel 5 wordt slechts verleend op aanvraag. De aanvrager toont ten genoegen van de voorzitter aan dat aan de in het betreffende artikel genoemde voorwaarden wordt voldaan.

Den Haag, 27 september 2006

P. Kalle

voorzitter

J.W. Nelson

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 16 november 2006 en door de Minister van Economische Zaken mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 19 december 2006, nr. EP/MW 6103994.