2. Goedkeuring indienen jaaropgave
[Regeling vervallen per 26-06-2009]
Een compensatiegerechtigd lichaam moet binnen een maand na afloop van een kalenderkwartaal
opgave doen voor een bijdrage uit het BCF (zie de artikelen 1, eerste lid, onderdeel g, en 9, tweede lid, van de wet BCF). De bijdrage over een kalenderjaar wordt in beginsel uitbetaald, zes maanden na
afloop van het kalenderjaar waarin het recht op bijdrage is ontstaan (zie artikel 9, derde lid, van de wet BCF). Bij het doen van de kwartaalopgave kan het compensatiegerechtigde lichaam echter
verzoeken om uitbetaling van een voorschot. Dat is alleen mogelijk voor in de kwartaalopgave
begrepen btw, die betrekking heeft op enkele specifieke uitgavencategorieën (bestemmingsplannen
en openbaar vervoer; zie artikel 1, derde lid, van de uitvoeringsregeling BCF).
In verband met de gewenste administratieve verlichting bij de uitvoering van de wet BCF, is overeengekomen om de kwartaalopgave met ingang van het jaar 2007 te vervangen
door een jaaropgave. Deze opgave moet het compensatiegerechtigde lichaam doen binnen
een maand na afloop van het kalenderjaar. Het formulier waarmee de opgave over een
afgelopen kalenderjaar (jaar t) wordt gedaan, biedt ook de mogelijkheid om opgave
te doen van de btw die in het lopende kalenderjaar (jaar t+1) naar verwachting zal
zijn begrepen in de uitgaven bedoeld in artikel 1, derde lid, van de uitvoeringsregeling BCF. Dit btw-bedrag wordt in 4 tranches verdeeld. Na afloop van ieder kalenderkwartaal
wordt bij wijze van voorschot een tranche uitbetaald.
De feitelijke ontwikkelingen kunnen echter in de loop van het jaar afwijken van de
prognose waarop het aangevraagde voorschotbedrag is gebaseerd. Hierdoor kan de aanspraak
op uitbetaling van voorschotbedragen substantieel hoger of lager uitvallen. Compensatiegerechtigde
lichamen kunnen daarom vóór de uitbetaling van de derde tranche een aan de feitelijke
ontwikkelingen aangepaste opgave indienen. Uitbetaling van de derde en vierde tranche
zal dan op deze aangepaste opgave worden gebaseerd.
Inmiddels heb ik maatregelen genomen die moeten leiden tot de noodzakelijke wijzigingen
van de wet BCF, de uitvoeringsregeling BCF en het formulier Opgaaf BTW-compensatiefonds. Vooruitlopend op die wijzigingen keur
ik goed, dat compensatiegerechtigde lichamen met ingang van het jaar 2007, alleen
nog binnen een maand na afloop van dat jaar opgave doen van het recht op bijdrage
uit het BCF dat in dat jaar is ontstaan. De opgave van het voorschotbedrag waarop
het compensatiegerechtigde lichaam aanspraak maakt voor het jaar 2007 (zie artikel 1, derde lid, van de uitvoeringsregeling BCF), geschiedt eenmalig per brief. De Belastingdienst neemt hiervoor het initiatief.