Openstellingsbesluit LNV-subsidies

[Regeling vervallen per 18-01-2008.]
Geraadpleegd op 08-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-06-2007.
Geldend van 01-06-2007 t/m 25-08-2007

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 maart 2007, nr. TRCJZ/2007/768, houdende openstelling subsidieaanvragen en vaststelling subsidieplafonds (Openstellingsbesluit LNV-subsidies)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 2, 4 en 7 van de Kaderwet LNV-subsidies en de artikelen 1:3, 1:7, 1:8, 1:15, 1:16, 1:17, 1:20 en 2:23 van de Regeling LNV-subsidies;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • regeling: Regeling LNV-subsidies;

  • verordening (EG) nr. 2200/96: verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sectoren groenten en fruit (PbEG L 297)

  • verordening (EG) nr. 1782/2003: verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001;

  • Dienst Regelingen: Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De subsidies, bedoeld in artikel 1:20 van de regeling, zijn de subsidies bedoeld in de volgende titels van hoofdstuk 2 van dit besluit:

Hoofdstuk 2. Concurrerende landbouw

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Titel 1. Beroepsopleiding en voorlichting

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 2 De aanvragen worden ingediend:

    • voor zover het aanvragen betreft als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, in de periode van 2 mei tot en met 12 juni 2007;

    • voor zover het aanvragen betreft als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, in de periode van 3 september tot en met 15 oktober 2007.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 1 Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a, kunnen uitsluitend worden ingediend voor de in artikel 2:3, tweede lid, onderdelen a, b, c, d en g, van de regeling genoemde typen bedrijfsconsulten of de in het derde lid van dat artikel genoemde opleidingen, trainingen of voorlichtingsbijeenkomsten, en uitsluitend voor zover deze activiteiten betrekking hebben op:

    • a. de bedrijfseconomische gevolgen van de omschakeling naar, aanpassing of

    • b. uitbreiding van de biologische productiemethode;

    • c. de markt- en afzetperspectieven voor de ondernemer bij omschakeling naar,

    • d. de aanpassing of uitbreiding van de biologische productiemethode;

    • e. de implementatie van de regelgeving voor de biologische productiemethode

    • f. in de bedrijfsvoering;

    • g. de aanpassingen in het bedrijfssysteem ten behoeve van de biologische

    • h. productiemethode;

    • i. de financieringsmogelijkheden van de voor omschakeling naar, de aanpassing

    • j. of uitbreiding van de biologische productiemethode benodigde investeringen;

    • k. het verwerven van technische kennis en vaardigheden van de biologische productiemethode, of

    • l. het verwerven van alternatieve inkomsten opdat de biologische productiemethode op het bedrijf kan worden gecontinueerd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b, kunnen, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van bedrijfsconsulten, uitsluitend worden ingediend voor de in artikel 2:3, tweede lid, onderdelen a, b, c, d en g, van de regeling genoemde typen bedrijfsconsulten.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 2 Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid, kan slechts door één van de aan de bijeenkomst deelnemende ondernemingen worden ingediend, bevat de namen van de ondernemingen die deelnemen en wordt ingediend van 15 november 2007 tot en met 17 januari 2008.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Per landbouwonderneming kan slechts één aanvraag tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 3 of 6 worden ingediend.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Er worden geen voorschotten verleend.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De subsidie bedraagt 50% van de totale kosten van het bedrijfsconsult, training of opleiding, met dien verstande dat de subsidie per dagdeel ten hoogste € 250 bedraagt en de subsidie in totaal ten hoogste € 1500 bedraagt.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Het subsidieplafond bedraagt:

Artikel 11

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Subsidies die op grond van artikel 2:3, eerste lid, van de regeling voor bedrijfsconsulten worden verstrekt, worden betaald aan de adviseur of instelling.

Titel 2. Bedrijfsadviesdiensten

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 1 Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 2:8, eerste lid, van de regeling kunnen in de periode van 3 september tot en met 24 september 2007 worden ingediend door landbouwondernemingen die rechtstreekse betalingen uit hoofde van verordening (EG) nr. 1782/2003 ontvangen.

  • 3 De aanvragen kunnen uitsluitend betrekking hebben op adviezen als bedoeld in artikel 2:8, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van de regeling, en waarin wordt aangeven welke beheerseisen en bepalingen inzake goede landbouw- en milieucondities als bedoeld in het tweede lid op de onderneming van toepassing zijn en of aan die eisen en bepalingen wordt voldaan.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Per landbouwonderneming kan slechts één aanvraag worden ingediend.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Er worden geen voorschotten verleend.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De subsidie bedraagt 50% van de kosten van een bedrijfsadvies, met dien verstande dat de subsidie ten minste € 250 en ten hoogste € 1000 bedraagt.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Het subsidieplafond bedraagt: € 2.175.000.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Subsidies die op grond van artikel 2:8 van de regeling worden verstrekt, worden betaald aan de bedrijfsadviesdiensten.

Titel 3. Kennisverspreiding

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

§ 1. Praktijknetwerken

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 1 Aanvragen tot subsidieverlening voor de uitvoering van een project als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, van de regeling kunnen worden ingediend door samenwerkingsverbanden van landbouwondernemingen die werkzaam zijn in de veehouderijsector.

  • 3 De aanvragen worden ingediend in de periode van 3 september tot en met 1 oktober 2007.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Overeenkomstig artikel 1:4 van de regeling wordt een aanvraag hoger gerangschikt naarmate:

  • 1. het gekozen thema en de gekozen aanpak zowel inhoudelijk als procesmatig meer perspectief bieden;

  • 2. de probleemstelling concreter is;

  • 3. er meer gebruik wordt gemaakt van een vernieuwende aanpak, zowel inhoudelijk als procesmatig;

  • 4. het aangetoonde gezamenlijk belang van de deelnemers groter is;

  • 5. de verhouding tussen de kosten en de kwaliteit van het project beter is ten opzichte van andere projecten;

  • 6. de kennis en ervaring effectiever worden verspreid, of

  • 7. het netwerk breder is samengesteld.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De subsidie bedraagt 80% van de subsidiabele kosten met dien verstande dat de subsidie ten hoogste € 25.000 bedraagt.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Het subsidieplafond bedraagt: € 1.000.000.

§ 2. Demonstratieprojecten

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 22

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Aanvragen tot verlening van een subsidie voor de uitvoering van een project als bedoeld in artikel 2:14, eerste lid, van de regeling kunnen worden ingediend door:

Artikel 23

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 1 De aanvragen kunnen worden ingediend voor projecten die betrekking hebben op het thema biologische landbouw als bedoeld in artikel 2:15, eerste lid, onderdeel a, van de regeling en voor zover de projecten gericht zijn op:

    • a. demonstratie van de biologische bedrijfsvoering of elementen hieruit voor gangbare ondernemers waarbij ervaringen over innovaties in de biologische en gangbare landbouw worden uitgewisseld met als doel verduurzaming van de landbouw;

    • b. demonstratie van wijzen van communicatie met en verkoop aan de eindconsument, of

    • c. demonstratie van productie, verwerking of verkoop van biologische producten waarbij kostprijsverlaging of verbetering van de kwaliteit van het eindproduct wordt bereikt.

  • 2 De aanvragen kunnen tevens worden ingediend voor projecten die:

    • a. betrekking hebben op het in artikel 2:15, eerste lid, onderdeel g, van de regeling genoemde thema, en voor zover de aanvragen worden ingediend door landbouwondernemingen of samenwerkingsverbanden werkzaam in de bloembollen- of paddestoelenteelt of de glastuinbouw, of

    • b. betrekking hebben alle in artikel 2:15, eerste lid, van de regeling genoemde thema’s, en voor zover de aanvragen worden ingediend door landbouwondernemingen of samenwerkingsverbanden, werkzaam in de varkens-, de konijnen- of de pluimveehouderij, inclusief de eenden- en kalkoenenhouderij.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De aanvragen kunnen worden ingediend:

Artikel 25

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

In aanvulling op artikel 2:16 van de regeling wordt een aanvraag als bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel a, hoger gerangschikt naarmate:

  • a. het project een grotere energiebesparingspotentie heeft;

  • b. de energiebesparing toepasbaar is op een groter aantal bedrijven of een groter aantal hectares, en

  • c. voor zover het een project betreft aangevraagd door een glastuinbouwonderneming, het project relevant is voor meerdere gewassen of gewasgroepen.

Artikel 26

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 2 Indien verstrekking van subsidies niet leidt tot overschrijding van een of meerdere van de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde subsidieplafonds, kunnen overgebleven bedragen worden verdeeld over in dat onderdeel genoemde subsidiecategorieën waarbij wel sprake is van overschrijding van het subsidieplafond.

§ 3. Vouchers ten behoeve van kennisoverdracht

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 28

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Aanvragen voor verstrekking van vouchers als bedoeld in artikel 2:22, eerste lid, van de regeling kunnen worden ingediend door landbouwondernemingen in de perioden van 16 april tot en met 15 mei 2007 of 3 september tot en met 28 september 2007.

Artikel 29

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 1 1. De vouchers kunnen uitsluitend worden ingeleverd bij:

    • a. een onder a, b, c, f of g van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instellingen voor hoger onderwijs of instellingen als bedoeld in artikel 1.1.1., onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

    • b. andere dan onder a bedoelde geheel of gedeeltelijke, meerjarig met publieke middelen gefinancierde onderzoeksinstellingen zonder winstoogmerk die activiteiten verrichten met als doel de algemene of wetenschappelijke kennis uit te breiden;

    • c. een rechtspersoon ten aanzien waarvan een instelling als bedoeld in onderdeel a direct of indirect:

      • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft;

      • volledig aansprakelijk vennoot is, of

      • overwegende zeggenschap heeft; of

    • d. een kennisinstelling die beschikt over een gecertificeerd kwaliteitsmanagementsysteem volgens ISO 9001, of een aantoonbaar vergelijkbaar managementsysteem, waarbij het certificaat afgegeven is door een bij de Raad voor Accreditatie geaccrediteerde certificeringsinstelling.

  • 2 De activiteiten die door de kennisinstelling in ruil voor vouchers worden uitgevoerd, mogen geen betrekking hebben op of vorm aannemen van:

    • a. het leveren van goederen;

    • b. het geven van cursussen;

    • c. verkoopgerichte marktactiviteiten.

Artikel 30

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Per landbouwonderneming kan per periode als bedoeld in artikel 28 slechts één aanvraag worden ingediend.

Artikel 31

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Een voucher heeft een waarde van € 3000.

Artikel 32

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 2 De kennisinstelling dient de voucher, vergezeld van een factuur, binnen 9 maanden na verstrekking van de voucher aan de landbouwonderneming in bij de Directeur van de Dienst Regelingen.

Artikel 33

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Voor elk van de in artikel 28, eerste lid, genoemde periodes:

  • a. zijn 366 vouchers beschikbaar;

  • b. worden in totaal niet meer dan € 1.100.000 aan vouchers verstrekt.

Titel 4. Samenwerking bij innovatieprojecten

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 34

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 2 De aanvragen kunnen worden ingediend door samenwerkingsverbanden van landbouwondernemingen onderling of met agro-MKB-ondernemingen, met dien verstande dat de landbouwondernemingen werkzaam zijn in de: melkvee-, varkens-, konijnen-, pluimvee-, inclusief eenden- en kalkoenen-, of bijenhouderij, glastuinbouw, paddestoelenteelt, akkerbouw, opengrondstuinbouw, biologische landbouw of teelt van plantaardig uitgangsmateriaal.

Artikel 35

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De aanvraag gaat vergezeld van het aan het samenwerkingsverband ten grondslag liggende samenwerkingscontract, met daarin in elk geval een overzicht van de aan het samenwerkingsverband deelnemende ondernemingen en de verdeling van de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en financiële verplichtingen tussen de ondernemingen.

Artikel 36

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Per samenwerkingsverband kan slechts een aanvraag worden ingediend.

Artikel 37

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De subsidie bedraagt 35% van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 500.000 voor het innovatieproject, met dien verstande dat voor kosten als bedoeld in artikel 2:35, eerste lid, onderdelen c en h, de subsidie ten hoogste € 400.000 bedraagt.

Artikel 38

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt:

    • a. € 2.000.000 voor subsidieaanvragen uit de melkveehouderij;

    • b. € 3.300.000 voor subsidieaanvragen uit de varkens-, de pluimvee-, inclusief eenden- en kalkoenen, en de konijnenhouderij;

    • c. € 2.800.000 voor subsidieaanvragen van glastuinbouwondernemingen en ondernemingen die zich richten op paddestoelenteelt, inclusief subsidieaanvragen van ondernemingen die zich richten op uitgangsmateriaal voor de hiervoor in dit onderdeel genoemde typen ondernemingen;

    • d. € 1.100.000 voor subsidieaanvragen van akkerbouw- of opengrondtuinbouwondernemingen, inclusief subsidieaanvragen van ondernemingen die zicht richten op uitgangsmateriaal voor de hiervoor in dit onderdeel genoemde typen ondernemingen, en voor subsidieaanvragen uit de bijenhouderij;

    • e. € 550.000 voor subsidieaanvragen van ondernemingen die zich richten op biologische landbouw.

  • 2 Indien verstrekking van subsidies niet leidt tot overschrijding van een of meerdere van de in het eerste lid bedoelde subsidieplafonds, kunnen overgebleven bedragen worden verdeeld over in dat lid genoemde subsidiecategorieën waarbij wel sprake is van overschrijding van het subsidieplafond.

Titel 5. Bedrijfsmodernisering

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

§ 1. Investeringen op het terrein van energiebesparing

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 39

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 2 De aanvragen worden ingediend in de periode van 14 mei tot en met 25 mei 2007.

Artikel 40

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Er worden geen voorschotten verleend.

Artikel 41

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 1 De subsidie voor de in artikel 39, eerste lid, bedoelde investeringen wordt vastgesteld overeenkomstig hetgeen daaromtrent is bepaald in bijlage I bij dit besluit met betrekking tot de daarin onderscheiden landbouwondernemingen of samenwerkingsverbanden.

  • 2 Indien een aanvraag betrekking heeft meerdere investeringen als bedoeld in artikel 39, bedraagt de totale subsidie ten hoogste € 400.000.

  • 3 De volledige aanvraag tot subsidievaststelling wordt uiterlijk 31 december 2007 ingediend.

Artikel 42

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Het subsidieplafond voor subsidies voor investeringen als bedoeld in artikel 39, eerste lid, bedraagt: € 20.000.000.

§ 2. Marktintroductie energieinnovaties

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 43

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 2 De aanvragen kunnen worden ingediend in de periode van 16 april tot en met 7 juni 2007.

Artikel 44

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De door de minister ingestelde beoordelingscommissie brengt na de beoordeling van de aanvragen, bedoeld in artikel 43, eerste lid, advies uit aan de minister in de vorm van een rangschikking, waarbij de aanvragen hoger zijn gerangschikt naarmate de energieinnovatie naar het oordeel van de commissie:

  • meer bijdraagt aan energieneutrale glastuinbouw door een zolaag mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen en een zolaag mogelijke CO2-uitstoot;

  • meer teelttechnisch en economisch perspectief heeft en meer perspectief biedt voor toepassing door andere ondernemingen, of

  • een hoger niveau van doorontwikkeling vertegenwoordigt gericht op teelttechnische of economisch inpasbare systemen.

Artikel 45

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 1 De subsidie voor de in artikel 43, eerste lid, bedoelde investeringen bedraagt 40% van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 2.000.000.

  • 2 Indien subsidie wordt verleend aan een samenwerkingsverband van een of meer glastuinbouwondernemingen en een of meer andere landbouwondernemingen en het aandeel van de met de investering opgewekte energie dat door die landbouwonderneming of -ondernemingen aan de glastuinbouwonderneming of -ondernemingen wordt geleverd minder is dan 100% van de energiecapaciteit die met gebruik van de investering kan worden opgewekt, wordt de overeenkomstig het eerste lid vastgestelde subsidie naar rato van dat aandeel verlaagd.

Artikel 46

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Het subsidieplafond voor subsidies voor investeringen als bedoeld in artikel 43 bedraagt: € 5.500.000.

Artikel 47

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 2 De aanvragen kunnen worden ingediend in de periode van 16 april tot en met 7 juni 2007.

Artikel 48

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De minister rangschikt de aanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 47, eerste lid, overeenkomstig artikel 1:6 van de regeling.

Artikel 49

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De subsidie voor de in artikel 47, eerste lid, bedoelde investeringen bedraagt 40% van de subsidiabele kosten.

Artikel 50

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

In zoverre in afwijking van artikel 43, eerste lid, en artikel 47, eerste lid, kunnen geen aanvragen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen of samenwerkingsverbanden daarvan, indien deze ondernemingen lid zijn van een erkende telersvereniging als bedoeld in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 2200/96, tenzij wordt aangetoond dat geen steun wordt ontvangen als bedoeld in artikel 15 of 16 van die verordening voor kosten die uit hoofde van bijlage 2, hoofdstuk 2, van de regeling kunnen worden gesubsidieerd.

Artikel 51

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Het subsidieplafond voor subsidies voor investeringen als bedoeld in artikel 47 bedraagt: € 22.500.000.

Artikel 52

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Indien verstrekking van subsidies niet leidt tot overschrijding van een of meerdere van de in de artikelen 42, 46 of 51 bedoelde subsidieplafonds, kunnen overgebleven bedragen worden verdeeld over de in die artikelen genoemde subsidiecategorieën waarbij wel sprake is van overschrijding van het subsidieplafond.

§ 3. Gecombineerde luchtwassystemen

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 53

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 2 De aanvragen kunnen worden ingediend in de periode van 2 april tot en met 25 mei 2007.

Artikel 55

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Er worden geen voorschotten verleend.

Artikel 56

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

In afwijking van artikel 1:15, derde lid, van de regeling komt niet-verrekenbare BTW niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 57

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De subsidie bedraagt 35% van de subsidiabele kosten.

Artikel 58

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het subsidieplafond voor subsidies voor investeringen als bedoeld in artikel 53 bedraagt: € 15.000.000.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2007, 163, datum inwerkingtreding 26-08-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 25-05-2007.

1 Het subsidieplafond voor subsidies voor investeringen als bedoeld in artikel 53 bedraagt: € 15.000.000.

2 In aanvulling op het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, geldt een additioneel subsidieplafond ten bedrage van € 462.500 voor landbouwondernemingen die in de provincie Gelderland gevestigd zijn.

§ 4. Jonge landbouwers

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 59

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Aanvragen tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 2:42, eerste lid, van de regeling kunnen worden ingediend in de periode van 3 september tot 28 september 2007.

Artikel 60

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Aanvragen tot subsidievaststelling kunnen worden ingediend tot 28 september 2009.

Artikel 61

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Er worden geen voorschotten verleend.

Artikel 62

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 1 De subsidie bedraagt 20% van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 20.000, maar nooit meer dan het bedrag als bedoeld in artikel 2:46 van de regeling.

Artikel 63

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt: € 8.880.000.

  • 2 In aanvulling op het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, geldt een additioneel subsidieplafond ten bedrage van:

    • a. € 37.000 voor landbouwondernemingen die in de provincie Limburg gevestigd zijn;

    • b. € 161.000 voor landbouwondernemingen die in de provincie Zeeland gevestigd zijn.

Artikel 64

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

  • 1 De minister rangschikt de aanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 60 overeenkomstig artikel 1:5 van de regeling, met dien verstande dat per provincie voorrang wordt gegeven aan aanvragen die ingediend zijn op grond van de Subsidieregeling jonge agrariërs in 2005 of 2006, en:

    • a. vanwege overschrijding van de subsidieplafonds in die jaren niet voor subsidieverlening in aanmerking kwamen en opnieuw voor subsidie in aanmerking willen komen op grond van de regeling, en

    • b. voldoen aan de voorwaarden van de regeling.

  • 2 Na verlening van de aanvragen overeenkomstig het eerste lid, geschiedt de toewijzing van de aanvragen waarvan de onderneming zijn hoofdvestiging heeft in de provincies die een additioneel subsidieplafond ter beschikking hebben gesteld.

Titel 6. Voedselkwaliteitsregelingen

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 65

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 2:55 van de regeling kunnen worden ingediend in de periode van 1 juni tot en met 29 november 2007.

Artikel 66

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De beschikking omtrent subsidieverlening wordt gegeven binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag doch niet eerder dan 10 oktober 2007.

Artikel 67

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Het subsidieplafond bedraagt: € 550.000.

Artikel 68

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Een landbouwonderneming kan per Skal-certificaat één aanvraag indienen.

Hoofdstuk 3. Natuur, landelijk erfgoed en recreatie

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Titel 1. Draagvlak natuur

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 69

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in hoofdstuk 3, titel 2, van de regeling kunnen worden ingediend van 1 juli 2007 tot en met 31 juli 2007.

Artikel 70

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Voor de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 69, bedraagt het subsidieplafond:

Artikel 71

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

De aanvraag tot voorschotverlening gaat vergezeld van een overzicht van liquiditeitbehoefte.

Titel 2. Historische buitenplaatsen

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 72

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 3:27 van de regeling voor het jaar 2007 kunnen worden ingediend in de periode van 1 april 2007 tot en met 31 mei 2007.

Artikel 73

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Voor de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 72, bedraagt het subsidieplafond:

€ 215.000.

Titel 3. Ontwikkeling van het landschap

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 74

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 3:40 van de regeling kunnen worden ingediend in de periode van 1 april 2007 tot en met 31 oktober 2007.

Artikel 75

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Voor de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 74, bedraagt het subsidieplafond: € 800.000.

Hoofdstuk 3a. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 75a

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Als formulier waarmee aanvragen tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, artikel 23, tweede lid, onderdeel b, artikel 28, artikel 34, eerste lid, artikel 39, eerste lid, artikel 43, artikel 53 en artikel 65 worden ingediend, zijn vastgesteld de aanvraagformulieren die overeenkomen met de desbetreffende modellen opgenomen in Bijlage II bij dit besluit.

Artikel 75b

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Als rekenmodel voor de toetsing van CO2 reductie als bedoeld in Hoofdstuk 2, onderdeel A, van Bijlage 2 van de Regeling LNV-subsidies, is vastgesteld het rekenmodel dat is opgenomen in Bijlage III bij dit besluit.

Artikel 75c

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Artikel 76

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 77

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit LNV-subsidies.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van Bijlage II, die ter inzage wordt gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van LNV.

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Bijlage I. behorende bij artikel 41

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Hoogte van het subsidiepercentage en de subsidiabele kosten bij Investering op het terrein van energiebesparing als bedoeld in artikel 39

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Eerste energieschermen, niet zijnde gevelschermen of verduisteringsschermen (artikel 39, onderdeel a):

Bij uitbesteden materieel en installatie

Onderneming

Subsidiepercentage

Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd

Maximale subsidiabele investeringskosten

Energie-extensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof

25%

€ 6,70

€ 67.000,–

Energie-extensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof

25%

€ 5,00

€ 250.000,–

Bij enkel uitbesteden materieel (installatie door eigen arbeid)

Onderneming

Subsidie-percentage

Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd

Maximale subsidiabele investeringskosten

   

Materieel

Eigen arbeid forfaitair

 

Energie-extensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof

25%

€ 3,00

€ 3,70

€ 67.000,–

Energie-extensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof

25%

€ 1,30

€ 3,70

€ 250.000,–

Tweede energieschermen, niet zijnde gevelschermen of verduisteringsschermen (artikel 39, onderdeel b)

Bij uitbesteden materieel en installatie

Onderneming

Subsidie-percentage

Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd

Maximale subsidiabele investeringskosten

Energie-extensieve of energie- intensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof

25%

€ 6,70

€ 67.000,–

Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof

25%

€ 5,00

€ 250.000,–

Bij enkel uitbesteden materieel (installatie door eigen arbeid)

Onderneming

Subsidie-percentage

Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd

Maximale subsidiabele investeringskosten

   

Materieel

Eigen arbeid forfaitair

 

Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof

25%

€ 3,00

€ 3,70

€ 67.000,–

Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof

25%

€ 1,30

€ 3,70

€ 250.000,–

Klimaatcomputer (artikel 39, onderdeel c)

Onderneming

Subsidie-percentage

Maximale subsidiabele investeringskosten

Energie-extensieve glastuinbouwonderneming

25%

€ 45.000,–

Temperatuurintegratiesoftwarepakket (artikel 39, onderdeel d)

Onderneming

Subsidie-percentage

Maximum subsidiabele investeringskosten per pakket

Maximale subsidiabele investeringskosten

Energie-extensieve glastuinbouwonderneming

25%

Een vast bedrag van € 7000,– vermeerderd met

€ 700,– per aantal hectare onder kasdekglas/kasdekkunststof van de aanvrager

€ 10.000,–

Meerinvestering kasdek met antireflectie gecoat kasdekglas of kasdekkunstof (artikel 39, onderdeel e)

Onderneming

Subsidie-percentage

Maximum subsidiabele investeringskosten per m2

Maximale subsidiabele investeringskosten

Energie-extensieve en energie-intensieve

glastuinbouwondernemingen

25%

€ 10,00

€ 400.000,–

Warmtebuffersysteem (artikel 39, onderdeel f)

Onderneming

Subsidie-percentage

Buffercapaciteit

Maximale subsidiabele investeringskosten

Energie-extensieve glastuinbouwonderneming

25%

Tot 60 m3

€ 50.000,–

Energie-extensieve glastuinbouwonderneming

25%

Tot 125 m3

€ 70.000,–

Energie-extensieve glastuinbouwonderneming

25%

Tot 250 m3

€ 90.000,–

Energie-extensieve glastuinbouwonderneming

25%

250 m3 of groter

€ 100.000,–

Condensor op retour (artikel 39, onderdeel g)

Onderneming

Subsidie-percentage

Maximale subsidiabele investeringskosten

Energie-extensieve glastuinbouwonderneming

25%

€ 13.000,–

Energieclusters (artikel 39, onderdeel h)

Onderneming

Subsidie-percentage

Aantal deelnemers in het samenwerkingsverband

Maximale subsidiabele investeringskosten voor het cluster

Samenwerkingsverband van twee glastuinbouwondernemingen

25%

2

€ 200.000,00

Samenwerkingsverband van drie glastuinbouwondernemingen

25%

3

€ 300.000,00

Bijlage II

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van LNV.]

Bijlage III

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Rekenmodel Marktintroductie Energie-innovaties: Beperking van CO2-emissie door toepassing van een semi-gesloten kas

Dit rekenmodel beschrijft de CO2-emissiebeperking die mag worden verwacht bij toepassing van het hierbij beschreven ontwerp voor een semi-gesloten kas bij:

Bedrijfsnaam:

Eigenaar/indiener:

Bedrijfsadres:

Postcode/plaats:

Bedrijfswebsite:

Correspondentieadres:

Postcode/plaats:

Telefoonnummer:

E-mailadres:

Aanvraagnummer:

De berekeningen zijn gemaakt op grond van de door de aanvrager ingevulde karakteristieken met betrekking tot het verwarmings- en koelingsysteem, de installaties die in kas en ketelhuis worden voorzien en het door de tuinder gewenste kasklimaat.

Als rekenmodel wordt gebruik gemaakt van programmatuur die in het kader van het project Synergie is ontwikkeld ten behoeve van de technische, energetische en economische beoordeling van gesloten kasconcepten. Dit rekenmodel is gebouwd en wordt onderhouden door de Business Unit Glas van Wageningen UR.

Het model rekent op uurbasis de warmte- en koudebehoefte van de door de aanvrager beschreven kasconfiguratie in een gemiddeld Nederlands jaar. Vanuit deze gegevens wordt voor elk uur uitgerekend welke gas-, elektriciteits-, CO2-behoefte en laagwaardig warmtegebruik of -overschot voor deze kas verwacht mag worden.

Deze berekening wordt gemaakt voor de geconditioneerde kas en voor een relevante referentie.

De vergelijking van de berekende CO2-emissie voor het hierbij ingediende geconditioneerde kasconcept met de referentie leidt tot de conclusie dat de verwachte CO2-emissiereductie ........... bedraagt.

Deel 1. Kasklimaatwensen en kasuitrusting

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

In de tuinbouw staat de klimatiseringsinstallatie ten dienste van het gewas om een zo gunstig mogelijk kasklimaat te realiseren. Er blijft evenwel, zelfs in geconditioneerde kassen, altijd een spanningsveld tussen het klimaat waarbij het gewas het beste zou groeien en de kosten de gepaard gaan met het realiseren van dat klimaat. Zo wordt in de gangbare tuinbouw weliswaar bij hoge instraling een hoge CO2-concentratie gewenst, maar de dosering wordt toch begrensd om de CO2-gift in overeenstemming te houden met de hoeveelheid warmte die bij de productie van rookgassen vrijkomt. Ook wordt geaccepteerd dat, omwille van een gunstig gascontract, op heel koude dagen de gewenste etmaaltemperatuur niet gerealiseerd wordt. Het model houdt met al deze zaken rekening (middels de begrenzingen van het klimatiseringssysteem (zie deel 2).

De kasklimaatinstellingen die in dit deel moeten worden ingevuld moeten dan ook worden opgevat op dezelfde manier als waarop de instellingen van de kasklimaatcomputer worden gebruikt.

Er staan twee kolommen met invoergegevens en indien de geconditioneerde kas niet de gehele unit beslaat maar slechts een fractie dan komt er nog een derde kolom die aangeeft hoe het klimaat in het niet-geconditioneerde deel gewenst wordt.

In de eerste kolom staan de instellingen die voor de geconditioneerde kas gaan gelden.

De tweede kolom wordt gebruikt om de referentiesituatie te beschrijven. Veel getallen zullen gelijk zijn, maar wellicht wordt in de geconditioneerde kas de temperatuur waarboven gekoeld wordt wat hoger gekozen dan u in de referentie zou hebben gedaan. Ook het gebruik van minimumbuis zal in de geconditioneerde kas vaak minder zijn.

De derde kolom verschijnt in afhankelijkheid van de gesloten kasfractie. De teelt-instellingen in de derde kolom zullen veel gelijkenis vertonen met de instellingen van de tweede kolom.

Elk veld heeft een uitleg, die naar voren komt als de muis erop wordt gelegd. Achterin dit document staan alle toelichtingen bij elkaar geplaatst.

 

Omschrijving

Eenheid

Geconditioneerde afdeling

Referentie

Niet gecondi-

tioneerd deel

1

Gesloten kas fractie

%

50

n.v.t.

50

2

Gewas (kies: groente, potplant of snijbloem)

 

groente

groente

groente

3

Kasdek (kies: enkelglas, dubbel of triple)

 

enkelglas

enkelglas

enkelglas

4

Stooktemperatuur dag

°C

18

18

18

5

Stooktemperatuur nacht

°C

17

17

17

6

Koel- of ventilatietemperatuur

°C

27

27

27

7

Pband ventilatie/koeling

°C

2

2

2

8

Maximale ventilatie met buitenlucht

m3/(m2 hr)

0

n.v.t.

n.v.t.

9

Toegestane RV in de kas

%

85

85

85

10

Deksproeiers (kies ja of nee)

 

nee

nee

nee

11

Minimumbuistemperatuur

°C

40

40

40

12

VO van het minimumbuisnet

m2 buis/m2

0,2

0,2

0,2

13

Streefwaarde CO2

ppm

900

900

900

14

Maximale doseercapaciteit

kg/(ha hr)

120

180

180

15

Stralingscrit. voor schaduwscherm

W/m2

1000

1000

1000

16

Schaduwfactor schaduwscherm

%

30

30

30

17

Buitentemp sluiten energiescherm

°C

12

12

12

18

Besparingspercentage v.h. scherm

%

45

45

45

19

Belichtingsintensiteit

Wel/m2

0

0

0

20

Belichtingsschema (kies schema 1, 2 of 3)

 

2

2

2

Belichtingsschema’s

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Op deze pagina treft u drie belichtingsschema’s die u kunt gebruiken om de door u gebruikte wijze van belichting vast te leggen. U kunt voor verschillende kasafdelingen verschillende schema’s gebruiken (dus voor de geconditioneerde kasafdeling een ander schema dan voor de referentie of voor de niet-geconditioneerde delen van het nieuw te bouwen of te vernieuwen kascomplex), maar u kunt ook voor alle afdelingen hetzelfde schema gebruiken.

De drie getoonde schema’s zijn voorzien van default instellingen. U kunt ze evenwel naar eigen inzicht aanpassen.

[Schema1] Dit schema wordt gebruikt als u in deel 1 van het formulier belichtingsschema 1 kiest

1

DagnrStartBel

280

 

(→ dit is 6 oktober)

2

DagnrStopBel

80

 

(→ dit is 20 maart en betekent 165 dg belichting)

3

IglobBelUit

150

W/m2 globale straling buiten de kas

4

SavondsUit

20

uur

(belichting is 2 uur uit)

5

SavondsAan

22

uur

 
[Schema2] Dit schema wordt gebruikt als u in deel 1 van het formulier belichtingsschema 2 kiest

1

DagnrStartBel

260

 

(→ dit is 16 september)

2

DagnrStopBel

91

 

(→ dit is 31 maart en betekent 196 dg belichting)

3

IglobBelUit

150

W/m2 globale straling buiten de kas

4

SavondsUit

22

uur

(belichting is 4 uur uit)

5

SavondsAan

2

uur

 
[Schema3] Dit schema wordt gebruikt als u in deel 1 van het formulier belichtingsschema 3 kiest

1

DagnrStartBel

330

 

(→ dit is 25 november)

2

DagnrStopBel

300

 

(→ dit is 26 oktober en betekent 335 dg belichting)

3

IglobBelUit

150

W/m2 globale straling buiten de kas

4

SavondsUit

20

uur

(belichting is 4 uur uit)

5

SavondsAan

24

uur

 

Deel 2. Ketelhuis

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Met de installatie van een semi-gesloten kas zal een nieuw ketelhuis worden neergezet of het bestaande ketelhuis worden gerenoveerd. Er zal waarschijnlijk een warmtepomp, een aquifer en een etmaalbuffer voor laagwaardige warmte/kou worden geplaatst en er wordt waarschijnlijk een WK geplaatst. Ook is het denkbaar dat de nieuwe of vernieuwde kas wordt voorzien van additionele CO2-voorziening in de vorm van zuivere- of OCAP-CO2.

In dit deel kunt u de eigenschappen van het nieuwe ketelhuis vastleggen.

Indien het ontwerp om een systeem gaat waarbij de semi-gesloten kas een fractie is van het totale kasoppervlak dat door het nieuw (ingerichte) ketelhuis wordt verwarmd, dan gaat het rekenprogramma er van uit dat de in de zomer verzamelde warmte in de winter zowel op het geconditioneerde deel als op het niet geconditioneerde deel wordt gebruikt (zoals bijvoorbeeld bij Themato).

Als u in het vorige deel hebt aangegeven dat de geconditioneerde kasfractie 100% is, dan betekent dit dat de nieuwe of vernieuwde ketelhuisconfiguratie die hier in deel 2 wordt beschreven uitsluitend wordt ingezet voor (de) geconditioneerde afdeling(en).

Teneinde de gerealiseerde CO2-emissiebeperking te kunnen berekenen dient u ook het referentie-ketelhuis te beschrijven.

Nieuw of vernieuwd ketelhuis

1

Kasoppervlak

1

ha

     
 

Geconditioneerd oppervlak

0,5

ha

Niet geconditioneerd opp.

0,5ha

2

Buffercapaciteit

200

m3

200

m3/ha

 

3

Thermisch warmtepompvermogen

700

kW th

700

kW/ha

 

4

Efficientie v.d. warmtepomp

45

%

     

5

Capaciteit aquifer

200

m3/uur

400

m3/ha gecond. kas per uur

 

6

Temp verlies scheidingswisselaar

1

°C

     

7

Bufferinhoud koudebuffer

1500

m3

3000

m3/ha gecond. kas

 

8

Koude bron laden op

8

°C

     

9

WK-vermogen

60

kW el.

60

kW/ha

 

10

elektrisch WK-rendement

42

%

     

11

thermisch WK-rendement

55

%

     

12

WK inzetten tijdens piek-uren (ja/nee)

ja

       

13

Zomerse WK-warmte oversch. in aquif.

nee

       
Referentie ketelhuis

14

Kasoppervlak

1

ha

     

15

Buffercapaciteit

100

m3

100

m3/ha

 

16

WK-vermogen

0

kW el.

0

kW/ha

 

17

elektrisch WK-rendement

42

%

     

18

thermisch WK-rendement

55

%

     

19

WK inzetten tijdens piek-uren (ja/nee)

nee

       

Deel 3. Koel- en verwarmkarakteristieken

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

In de geconditioneerde kasafdeling zijn luchtbehandelingunits geplaatst. Tijdens gebruik van deze units leveren ze een bepaalde koelcapaciteit. Deze is vooral afhankelijk van het temperatuurverschil tussen ingaand water en ingaande lucht en van de hoeveelheid lucht die er doorheen wordt geblazen.

Daarnaast speelt ook de luchtvochtigheid een rol. (Deze kan worden verhoogd door gebruik te maken van een fogging installatie (afhankelijk van de instelling in deel 1)).

Bij het gebruik van de installatie koelsysteem wordt er elektriciteit gebruikt. Vooral voor het circuleren van de lucht, maar ook voor het verpompen van water.

Het elektriciteitsverbruik per eenheid koelvermogen, maar ook het waterdebiet en de opwarming van het water is door dit alles sterk afhankelijk van de gekozen luchtbehandelingunits, het aantal dat daarvan gebruikt wordt en de kasklimaatcondities waaronder gekoeld wordt.

Het is niet waarschijnlijk dat de luchtbehandelingskast-leverancier de prestatie van de koelunit onder al die variabele omstandigheden voorhanden heeft. Laat staan dat die dan ook nog gedocumenteerd zouden zijn.

Omdat de kwaliteit van de koelunits echter een duidelijke invloed heeft op het energiebesparingresultaat van semi-gesloten kassen is het noodzakelijk om toch over zo'n prestatie karakterisering te beschikken.

In dit deel wordt vanuit een bench-mark punt (dat bij voorkeur zo dicht mogelijk ligt bij de werkingscondities die representatief zijn voor het gebruik in uw situatie) een karakterisering van het koelsysteem gemaakt die toegesneden is op uw kasklimaatwensen en die het deellastgedrag in beeld brengt. Er worden grafieken gemaakt van het elektriciteitsverbruik als functie van het koelvermogen, het waterdebiet door de koelers en de temperatuur waarmee het water uit de koelers zal komen. Tevens wordt op grond van de koeleigenschappen een karakterisering gemaakt voor het gedrag van deze units bij gebruik voor verwarming.

Koelen

         

Lege Velden

Hiernaast ziet u een invulveld waarin u specificaties van de gebruikte koelunits kunt aangeven. Vanuit deze specificaties maakt het programma relaties voor het elektriciteitsverbruik tijdens het koelen. Hierbij zijn vanuit de benchmark gegevens, rekening houdend met de achterliggende fysische processen (convectie en condensatie), extrapolaties gemaakt.

 

Benchmark punten v.d. Koelunit

     

0

1

Koelvermogen[kW]

20

kW

 

0

2

Watertemp in [°C]

12

°C

17

0

3

Watertemp uit [°C]

22

°C

0

0

4

Luchttemperatuur in [°C]

26

°C

21

0

5

Luchttemperatuur uit [°C]

16

°C

0

0

6

Koelvermogen geldt bij een RV van

85

%

 

0

7

Maximaal luchtdebiet [m3/uur]

2000

m3/uur

 

0

8

Electr.gebr.vent bij max luchtdeb.

0,3

kW

 

0

9

Waterzijdige drukval

1,2

bar

 

0

Vanuit de benchmark punten kan worden berekend dat de ontvochtigingscapaciteit 19,6 liter/uur is.

Dit betekent een latente warmteafvoer van 13,3 kW. De voelbare warmteoverdracht is dus 6,67 kW.

Er worden (vraag 10) 60 van deze units op de gekoelde afdeling van 0,5 ha geplaatst ( 83 m2 per unit).

De voelbare warmteoverdrachtscoëfficiënt blijkt 1,67 kW per °C verschil tussen gemiddelde water- en luchttemperatuur.

Verwarmen

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Het programma gaat ervan uit dat de luchtbehandelingkasten ook voor verwarmen worden gebruikt.

Op grond van de warmte-overdrachtgegevens in de koelmodus wordt voor de verwarming verondersteld dat de units 0,045 W ventilatorenergie gebruiken per overgedragen W verwarmingsvermogen.

Dit komt neer op een COP-verwarming van 22,2 (dit is exclusief het verbruik van de warmtepomp).

De combinatie van benchmark-punten en kasklimaat in de geconditioneerde afdeling levert de volgende karakteristieken van de koeler:

Bijlage 242391.png

Hieruit worden de onderstaande tabellen afgeleid waarmee het simulatiemodel zal rekenen.

Elektriciteitsverbruik ventilator

Approach temperatuur als

 

functie van koelvermogen

belasting

Elekverbruik [W/m2]

koelverm

Approachtemperatuur

–1,00

0,00

0,00

0,20

0,10

1,36

32,57

2,42

0,15

1,67

48,86

3,06

0,20

1,92

65,14

3,52

0,25

2,15

81,43

3,87

0,30

2,36

97,71

4,14

0,35

2,55

114,00

4,36

0,40

2,72

130,29

4,53

0,45

2,89

146,57

4,67

0,50

3,04

162,86

4,77

0,55

3,19

179,14

4,85

0,60

3,33

195,43

4,91

0,65

3,47

211,71

4,95

0,70

3,60

228,00

4,97

0,75

3,60

244,29

4,98

0,80

3,60

260,57

4,98

0,85

3,60

276,86

4,96

0,90

3,60

293,14

4,93

0,95

3,60

309,43

4,90

1,00

3,60

325,71

4,85

100,00

3,60

800,00

19,90

Gemiddeld is het uittredend 4,46 °C lager dan de intredende lucht. Voor de pompen wordt met een drukval van 0,69667 bar/(m3/uur) gewerkt.

Deel 4. Overzicht van de resultaten

[Regeling vervallen per 18-01-2008]

Hier ziet u de resultaten m.b.t. de teelt en de resultaten qua energieverbruik en CO2-emissie.

Resultaten teelt

Omschrijving

Eenheid

Nieuwe

situatie

Referentie-

situatie

Gem. teelttemperatuur winterperiode

°C

17,9

17,8

Gem. teelttemperatuur zomerperiode

°C

0,0

0,0

Gem. CO2 concentratie zomerperiode

ppm

677

405

Jaarlijkse CO2-gift

kg/m2

25

37

Jaarlijks aantal energieschermuren

uur

2291

2291

Jaarlijks aantal schaduwschermuren

uur

0

0

Jaarlijks aantal belichtingsuren

uur

0

0

       

Resultaten warmte, koude en elektra

     

Jaarlijkse warmtevraag

MJ/m2

1486

1542

Jaarlijkse laagwaardige warmte naar Aquifer

MJ/m2

372

n.v.t.

Gemiddelde temperatuur naar warme bron

°C

22,3

 

Jaarlijkse laagwaardige warmte uit Aquifer

MJ/m2

361

n.v.t.

Hoogwaardig warmte-overschot

MJ/m2

0

0

Elektriciteit voor belichting

kWh/m2

0

0

Electriciteit voor koeling en verwarming

kWh/m2

12

n.v.t.

Elektriciteitsgebruik Warmtepomp

kWh/m2

45

n.v.t.

Effectieve COP Warmtepomp

2,9

n.v.t.

       

Resultaten gas en Elektra

     

Gasinkoop

m3/m2

35

49

Elektra inkoop

kWh/m2

27

1

Elektra verkoop

kWh/m2

12

0

Netto elektra inkoop

kWh/m2

15

1

       

Resultaten CO2 emissie

     

CO2-emissie Ketel

kg/m2

42

87

CO2-emissie WKK voor eigen gebruik

kg/m2

14

0

CO2-emissie WKK voor netlevering

kg/m2

6

0

       
 

kg/m2

62

87

       

Conclusie CO2 emissiebeperking

   

29%