Met ingang van 1 november 2000 is de Drank en Horecawet onder de WED gebracht, Stb 2000, 185.
Overtredingen van artikel 2, 3, 12 t/m 25, 35, tweede lid, en 38 worden ingevolge artikel 1 onder 4 van de WED aangemerkt als economische delicten. Gelet op artikel 2, lid 4 van die Wet worden deze gedragingen gekwalificeerd als overtreding. De maximale straf die hiervoor
kan worden opgelegd is 6 maanden hechtenis of een geldboete van de vierde categorie
(art. 6 lid 1 sub 4).
In de Alcoholnota (19 december 2000, kenmerk GZB/GZ 2137601) inzake de intensivering
van het beleid tegen alcoholmisbruik in de periode 2001 – 2003, heeft de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een aantal problemen rond alcoholgebruik geschetst.
Alcoholgebruik behoort tot de top-10 van de gezondheidsproblemen in Nederland. Als
gevolg van alcoholmisbruik zijn jaarlijks 3.000 tot 4.000 doden te betreuren. In vergelijking:
het aantal drugsdoden is ongeveer 75 per jaar. Het aantal ziekenhuisopnamen waarbij
een alcohol- gerelateerde diagnose wordt gesteld, was in 1999 ongeveer 15.000. (Overmatig)
alcoholgebruik heeft bovendien gevolgen voor de veiligheid in het verkeer, in het
uitgaansleven en op het werk; 3 tot 6% van de werknemers heeft een alcohol gerelateerd
functioneringsprobleem.
De Drank- en Horecawet biedt een handvat bij het terugdringen van alcohol-gerelateerde problemen. De Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de handhaving van deze wet een hoge prioriteit
gegeven en er wordt een aanzienlijke investering in personele capaciteit gedaan.
Handhaving is opgedragen aan de VWA/KVW. Sedert 1 januari 2002 beschikt de VWA/KVW
over een bijzonder landelijk team voor de handhaving van de Drank- en Horecawet. Dit team voert gerichte acties op de handhaving van specifieke onderdelen van de
wet, zoals de verkoop van alcohol aan minderjarigen en de verkoop in benzinestations.
Deze acties hebben gevolgen voor de instroom van zaken bij het openbaar ministerie.
Een aantal bepalingen uit de Drank- en Horecawet wordt door de VWA/KVW projectmatig gehandhaafd, hetgeen heeft geleid tot een grote
bekendheid met de nieuwe Drank- en Horecawet in de betrokken branches.
Deze richtlijn gaat in op de afhandeling van zaken door het openbaar ministerie. De
richtlijn bevat niet alleen transactierichtlijnen, maar geeft ook aan in welke gevallen
de bijzondere dwangmiddelen van de WED kunnen worden ingezet.
In de richtlijn worden alle bepalingen uit de Drank- en Horecawet specifiek genoemd. Een aantal daarvan wordt nader toegelicht aangezien die bepalingen
door de VWA/KVW ook projectmatig gehandhaafd worden.
Vier categorieën overtredingen zijn te onderscheiden:
A) administratieve tekortkomingen
– een voorbeeld van een ‘administratieve tekortkoming’ is het ‘niet aangeven leeftijdsgrenzen
bij verstrekkingspunt’ (artikel 20, zesde lid),
B) geboden en verboden
– een voorbeeld van een ‘verbod’ is het ‘verrichten van andere bedrijfsactiviteiten
in slijterij’ (artikel 14, eerste lid),
C) speerpunten illegale exploitatie en overtreding leeftijdsgrenzen
– een voorbeeld van ‘illegale exploitatie’ is ‘het uitoefenen van het horeca-of slijtersbedrijf
zonder dat daartoe een vergunning is aangevraagd / verleend’ (art. 3),
– een voorbeeld van overtreding van ‘leeftijdsgrenzen’ is ‘het verstrekken van alcoholhoudende
drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 jaar
heeft bereikt’ (artikel 20, eerste lid),
D) regels in het kader van de openbare orde en veiligheid
– een voorbeeld van regels i.h.k.v. openbare orde en veiligheid is het handelen in
strijd met gemeentelijke regels, voorschriften of beperkingen m.b.t. alcoholverstrekking
(art. 23, tweede en derde lid).