Heffingsverordening HPA fonds consumptieaardappelen jaar 2007

[Regeling materieel uitgewerkt per 10-02-2008.]
Geraadpleegd op 11-11-2024.
Geldend van 18-03-2007 t/m heden

Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw van 9 november 2006 houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van het Fonds consumptieaardappelen voor het jaar 2007 (heffingsverordening HPA fonds consumptieaardappelen jaar 2007)

Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw;

Gelet op de artikelen 95 en 126, eerste en vierde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 3, 5 en 19 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen;

Gehoord de Commissie Aardappelen;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a.

hoofdproductschap

:

Hoofdproductschap Akkerbouw;

b.

bestuur

:

bestuur van het hoofdproductschap;

c.

dagelijks bestuur

:

dagelijks bestuur van het hoofdproductschap;

d.

voorzitter

:

voorzitter van het hoofdproductschap;

e.

secretaris

:

secretaris van het hoofdproductschap;

f.

commissie

:

commissie aardappelen;

g.

ondernemer

:

de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het hoofdproductschap is ingesteld;

h.

gemeten maat

:

de oppervlakte beteelbare grond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijk zijn;

i.

contractteelt

:

de teelt van gewassen of producten ingevolge een overeenkomst;

j.

cultuurgrond

:

beteelde open grond;

k.

N.A.K.

:

Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen, gevestigd te Emmeloord;

l.

aardappelen

:

aardappelen, met uitzondering van:

1. aardappelen die door de ondernemer zijn aangegeven bij de N.A.K.

2. aardappelen die worden geteeld met de bestemming te worden verwerkt tot aardappelzetmeel

3. aardappelen die worden geteeld met de bestemming te worden gebruikt als uitgangsmateriaal voor de onder 2 bedoelde teelt.

§ 2. Heffingsbepalingen

Artikel 2

  • 1 De ondernemer, die in het jaar 2007 een onderneming drijft, met als activiteit het telen van consumptieaardappelen, is verplicht voor dat jaar aan het hoofdproductschap een heffing te betalen.

  • 2 De heffing wordt opgelegd naar de grondslag grondgebruik en wordt berekend naar de oppervlakte van de tot de onderneming behorende oppervlakte cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van aardappelen in het jaar 2007, op basis van de bij of krachtens de Verordening HPA registratie en verstrekking van gegevens 2003 verstrekte gegevens.

  • 3 De heffing bedraagt over het jaar 2007 € 7,– per hectare.

  • 4 De heffing is bestemd voor het Fonds consumptieaardappelen.

Artikel 3

  • 1 Voor de toepassing van artikel 2 wordt onder onderneming mede verstaan de onderneming die gedreven wordt door de ondernemer die cultuurgrond:

    • a. zaai- of pootklaar huurt of pacht, waaronder verstaan wordt cultuurgrond waarop door de verhuurder tenminste één van de eerste werkzaamheden, zoals het bemesten, het ploegen en andere voorjaarswerkzaamheden zijn verricht;

    • b. als overig los land voor één teeltseizoen huurt of pacht, waaronder verstaan wordt cultuurgrond die geheel geen voorbewerking door de verhuurder of verpachter heeft ondergaan;

    • c. overigens om niet in gebruik ontvangt, zoals bij landruil;

    • d. beteelt voor contractteelt, waaronder verstaan wordt dat de teler (contractnemer) de gewasverzorging (grotendeels) uitvoert en daarvoor zelf verantwoordelijk is.

  • 2 Voor de toepassing van artikel 2 wordt cultuurgrond gerekend naar de gemeten maat.

  • 3 Voor de toepassing van artikel 2 worden gedeelten van een hectare belast in evenredigheid naar de in dat artikel bedoelde bedragen. Gedeelten van hectaren worden naar beneden afgerond tot een veelvoud van aren.

§ 3. Ambtshalve heffing

Artikel 4

  • 1 Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 2, niet, niet tijdig of niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris, namens het bestuur, bevoegd de verschuldigde heffing ambtshalve bij aanslag vast te stellen.

  • 2 Indien de hefingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.

  • 3 Indien het hoofdproductschap op verzoek van de ondernemer, nadat de termijn genoemd in het tweede lid verstreken is, alsnog overgaat tot wijziging van de ambtshalve vastgestelde heffing, kunnen de voor het hoofdproductschap daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening worden gebracht.

§ 4. Betaling van de heffing

Artikel 5

  • 1 De ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen worden betaald uiterlijk op de eenentwintigste dag volgend op die waarop zij door of vanwege het hoofdproductschap aan de hand van nota’s in rekening zijn gebracht, dan wel, indien de secretaris, namens het bestuur van het hoofdproductschap, zulks verlangt, voor een door deze te bepalen datum.

  • 2 Het hoofdproductschap is bevoegd tot verrekening van door de ondernemer aan het hoofdproductschap verschuldigde bedragen met door de ondernemer van het hoofdproductschap te ontvangen bedragen over te gaan.

Artikel 6

In afwijking van artikel 5 is de aanslag terstond invorderbaar zodra:

  • a. het faillissement van de ondernemer is aangevraagd;

  • b. de ondernemer het drijven van de onderneming beëindigt of van het voornemen daartoe blijkt of

  • c. de ondernemer zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt.

Artikel 7

De secretaris kan, namens het bestuur, besluiten nota’s met een bedrag minder dan € 50,– samen te voegen tot verzamelnota’s, welke op meerdere transacties of perioden betrekking hebben.

Artikel 8

Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 5 gestelde termijn heeft betaald, kan door de secretaris, namens het bestuur, de wettelijke interest over het niet-betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk dient te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 9

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening zullen – voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald – zonder toestemming van de belanghebbende

    • a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het hoofdproductschap;

    • b. niet onder vermelding of aanduiding van de persoon enlof onderneming, waarop zij betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretarissen of andere personen van het secretariaat van het hoofdproductschap en de met financiële controle op het hoofdproductschap belaste accountant en diens personeel, voorzover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is.

  • 2 Bekendmaking van gegevens, als in het eerste lid bedoeld, blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon enlof onderneming die gegevens betrekking hebben.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2006, treedt zij in werking de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt zij terug tot en met 1 januari 2007, met uitzondering van het in artikel 12 van de verordening HPA registratie en verstrekking van gegevens 2003 bepaalde.

Artikel 11

Deze verordening wordt aangehaald als Heffingsverordening HPA fonds consumptieaardappelen jaar 2007.

Den Haag, 9 november 2006

Th.A.M. Meijer

voorzitter

P. Hijma

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 12 maart 2007 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 5 maart 2007, nr. TRCJZl200613756.