Richtlijn voor strafvordering goederenvervoer over de weg

[Regeling vervallen per 01-05-2009.]
Geraadpleegd op 28-11-2024.
Geldend van 01-09-2001 t/m 30-04-2009

Richtlijn voor strafvordering goederenvervoer over de weg

Achtergrond

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Het openbaar ministerie kan via het aanbieden van een transactie (artikel 74 WvSr jo artikel 36 Wet op de Economische Delicten (WED)) of via dagvaarding een economische strafzaak afhandelen. Indien het openbaar ministerie een zaak via transactie afdoet stelt het voorwaarden die bij vrijwillige voldoening het recht tot strafvordering doen vervallen. De voorwaarden die kunnen worden gesteld zijn vermeld in de artikelen 74 WvSr en 36 WED. Met het oog op de gewenste eenheid in het strafvorderingsbeleid in economische strafzaken heeft het College van procureurs-generaal bijgaande tarieven vastgesteld die landelijk als uitgangspunt dienen voor de bepaling van de bedragen, welke als transactie worden gehanteerd. Conform de systematiek van het Bos Polarissysteem voor commune delicten is in deze richtlijn gekozen voor een puntensysteem waarbij elk punt staat voor een bedrag van f 50,-. Indien er sprake is van éénmaal recidive dient het aantal strafpunten te worden opgehoogd met 50% en bij meermalen recidive met 100%.

Afwijking van de in de tarieflijst aangegeven bedragen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De aangegeven bedragen zijn bedoeld voor zaken die een minder ernstig karakter dragen – bijvoorbeeld omdat de verdachte ‘first offender’ is, of hem slechts een gering verwijt kan worden gemaakt – of als blijkt dat de verdachte ernaar streeft de overtredingstoestand te beëindigen.

Binnen de door de wet gestelde grenzen kan worden afgeweken van de aangegeven bedragen, hetzij naar beneden, hetzij naar boven, indien de omstandigheden waaronder het delict is gepleegd daartoe aanleiding geven. Bij grote bedrijven, ernstige overtredingen, onrechtmatig genoten voordeel dat uitgaat boven het tarief dat vastgesteld is voor de overtreding en recidive kan een hoger tarief geïndiceerd zijn. De rechter is noch aan de eis van de officier van justitie, noch aan deze tarieflijst van het openbaar ministerie gebonden.

Tarieven

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Aantal punten per overtreding, waarbij elke punt staat voor een bedrag van f 50,-.

Hoofdstuk 1

Wet Goederenvervoer over de Weg (WGW)

Artikel/Overtreding

Aantal punten

Bijzonderheden

Artikel 5 lid 1, WGW

   

- Het verrichten van binnenlands beroepsvervoer zonder een daartoe strekkende vergunning.

100

 

- Indien blijkt dat de ondernemer vóór de datum van overtredinge en vergunningaanvrage heeft ingediend waarop ten tijde van de overtreding nog niet is beschikt.

Halvering van de boete van 100 tot 50

 
     

Artikel 5 lid 3, WGW

   

- Het verrichten van grensoverschrijdend beroepsvervoer zonder een daartoe strekkende vergunning.

100

 

- Indien blijkt dat de ondernemer vóór de datum van overtredinge en vergunningaanvrage heeft ingediend waarop ten tijde van de overtreding nog niet is beschikt.

Halvering van de boete van 100 tot 50

 
     

Artikel 14 lid 1, WGW

   

Het door een vergunninghouder of een houder van een toestemmingsbewijs gebruik maken van bestuurders van vrachtauto’s die niet bij hem in dienstbetrekking zijn.

100

 
     

Artikel 15 lid 1, WGW

   

Het verrichten van eigen vervoer zonder als eigen vervoerder te zijn ingeschreven.

15

 
     

Artikel 21, WGW

   

Het in eigen vervoer vervoeren van goederen die niet overeenstemmen met de aard van het bedrijf.

10

 
     

Artikel 25 lid 1, WGW subsidiair artikel 101, BGW

   

Het door een niet in Nederland gevestigde ondernemer verrichten van grensoverschrijdend vervoer op Nederlands grondgebied zonder een daartoe strekkende machtiging.

100

 
     

Artikel 26 lid 1, WGW jo artikel 63, BGW

   

Het verrichten van grensoverschrijdend vervoer zonder in het bezit te zijn van:

15 per document

 

a. een communautaire vergunning;

   

b. een CEMT-vergunning;

   

c. de benodigde machtiging(en);

   

d. een combinatie van de onder a t/m c bedoelde bescheiden.

   
     

Artikel 29 lid 1, WGW

   

Het verrichten van binnenlands of grensoverschrijdend beroepsvervoer zonder dat een vrachtbrief is opgemaakt.

5

 
     

Artikel 30, WGW

   

Het door de vergunninghouder, de houder van een toestemmingsbewijs of de ingeschrevene, niet aan Onze Minister verstrekken van gegevens betreffende het vervoer.

50

 
     

Artikel 31, WGW

   

Het verrichten van beroepsvervoer of eigen vervoer met een vrachtauto, in strijd met in de WVW en VR gegeven voorschriften

30

NB: Overbelading wordt in een afzonderlijke richtlijn geregeld! (Richtlijn van het College van Procureurs Generaal van 27 juni 1996, Stcrt. 1996, 216)

     

Artikel 49 lid 3, WGW

   

Het door de bestuurder van een vrachtauto geen medewerking verlenen bij de uitvoering van een inbewaringstelling van een vrachtauto.

20

 

Hoofdstuk 2

Besluit Goederenvervoer over de Weg (BGW)

Artikel/Overtreding

Aantal punten

Bijzonderheden

Artikel13, BGW

   

Het bij het vervallen of bij intrekking van de vergunning door de vergunninghouder niet tijdig bij de NIWO inleveren van vergunningsbewijzen voor binnenlands beroepsvervoer

15

 
     

Artikel 14, BGW

   

Het door de vergunninghouder of door de bestuurder van een vrachtauto niet er voor zorgdragen dat bij binnenlands beroepsvervoer een geldig vergunningsbewijs bij de vrachtauto aanwezig is.

Bestuurder: 5

Houder: 10

 
     

Artikel 17, BGW

   

Het door de vergunninghouder of door de bestuurder van een vrachtauto niet er voor zorgdragen dat bij grensoverschrijdend beroepsvervoer een geldig vergunningsbewijs voor grensoverschrijdend beroepsvervoer en/of binnenlands beroepsvervoer bij de vrachtauto aanwezig zijn.

Houder: 10

Bestuurder: 5

 
     

Artikel 24, BGW

   

Het bij indiensttreding van een bestuurder van een vrachtauto door de vergunninghouder, dan wel de houder van een toestemmingsbewijs, niet verstrekken, ondertekenen, toezenden en bewaren van een dienstbetrekking.

15

 
     

Artikel 25, BGW

   

Het bij beëindiging van de dienstbetrekking van een bestuurder van een vrachtauto door de vergunninghouder, dan wel de houder van een toestemmingsbewijs, niet innemen van, aantekenen van de datum van beëindiging op, toezenden en bewaren van, een verklaring van dienstbetrekking.

15

 
     

Artikel 27, BGW

   

Het door degene die beroepsvervoer verricht met een vrachtauto of door de bestuurder van een vrachtauto, niet er voor zorgdragen dat in de vrachtauto een verklaring van dienstbetrekking aanwezig is.

15

 
     

Artikel 38, leden 1 en 2, BGW

   

Het bij intrekking van de vergunning of het toestemmingsbewijs, door de vergunninghouder, dan wel de houder van een toestemmingsbewijs, niet tijdig bij de NIWO inleveren van een vergunning, vergunningsbewijs of toestemmingsbewijs.

15

 
     

Artikel 38, lid 3, BGW

   

Het bij intrekking van de vergunning of het toestemmingsbewijs, aangewezen ambtenaar inleveren van de verklaringen van dienstbetrekking.

15

 
     

Artikel 47, BGW

   

Het door de houder van een inschrijving eigen vervoer of door de bestuurder van een vrachtauto niet er voor zorgdragen dat bij eigen vervoer in de vrachtauto een geldig inschrijvingsbewijs aanwezig is.

a. Vergeten: 5

b. Niet afgegeven: 10

 
     

Artikel 48, BGW

   

Het bij het vervallen of bij doorhaling van de inschrijving, niet tijdig bij de SIEV inleveren van de inschrijvingsbewijzen.

15

 
     

Artikel 49, BGW

   

Het op het grondgebied van een andere staat verrichten van eigen vervoer zonder in het bezit te zijn van een machtiging.

10

 
     

Artikel 55, BGW

   

Het door de houder van een machtiging voor eigen vervoer of door de bestuurder van een vrachtauto niet er voor zorgdragen dat bij grensoverschrijdend eigen vervoer:

a. Vergeten: 5

b. Niet afgegeven: 10

 

a. een geldig inschrijvingsbewijs, en

   

b. een geldige machtiging, bij de vrachtauto aanwezig zijn.

   
     

Artikel 59, BGW

   

Het door een niet in Nederland gevestigde ondernemer of door de bestuurder van de vrachtauto niet er voor zorgdragen dat bij eigen vervoer krachtens machtiging, bij de vrachtauto een geldige machtiging aanwezig is.

a. Vergeten: 5

b. Niet afgegeven: 10

 
     

Artikel 62, BGW

   

Het bij doorhaling van een inschrijving, door de houder van een inschrijving niet tijdig bij de SIEV inleveren van de inschrijving of het inschrijvingsbewijs.

15

 
     

Artikel 77, lid 1, BGW

   

Het door de houder van een CEMT-vergunning niet bijhouden van het rittenboekje.

15

 
     

Artikel 77, lid 3, BGW

   

Het door de houder van een CEMT-vergunning niet opmaken van een verslag van het verrichte vervoer.

15

 
     

Artikel 78, BGW

Houder: 10

 

Het door de houder van een CEMT-vergunning of door de bestuurder van de vrachtauto niet er voor zorgdragen dat bij grensoverschrijdend beroepsvervoer:

per document

Bestuurder: 5

per document

 

a. de geldige CEMT-vergunning; en

   

b. het rittenboekje, bij de vrachtauto aanwezig zijn.

   
     

Artikel 81, BGW

   

Het bij intrekking van de vergunning, door de houder van een CEMT-vergunning niet tijdig bij de NIWO inleveren van deze vergunning.

15

 
     

Artikel 86, BGW

   

Het bij intrekking van de machtiging, door de houder van een machtiging van beroepsvervoer niet tijdig bij de NIWO inleveren van een machtiging.

15

Het gaat hier om machtigingen op grond van overeenkomsten met andere staten.

     

Artikel 87, BGW

 

Het door de houder van een machtiging voor beroepsvervoer of door de bestuurder van een vrachtauto niet er voor zorgdragen dat bij vervoer op het grondgebied van een andere staat bij de vrachtauto een geldige machtiging aanwezig is.

Houder: 10

Bestuurder: 5

   

Artikel 98, lid 1, BGW

 

Het door een in het buitenland gevestigde ondernemer in Nederland verrichten van cabotagevervoer zonder speciaal document.

100

   

Artikel 101, BGW

 

Zie artikel 25 WGW

Zie artikel 25 WGW

   

Artikel 105, lid 1, BGW

 

Het door de vergunninghouder of de houder van een toestemmingsbewijs, niet er voor zorgdragen dat een bepaald deel van de vrachtbrief in de vrachtauto aanwezig is, dan wel is afgegeven.

5

   

Artikel 105, lid 3 laatste volzin, BGW

 

Het door de vergunninghouder of de houder van een toestemmingsbewijs, niet er voor zorgdragen dat een bewijs van ontheffing voor het in de vrachtauto aanwezig zijn van een bepaald deel van de vrachtbrief, in de vrachtauto aanwezig is.

5

Overzicht van de verschillende vergunningen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

– Binnenland OV:

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

OV stamt nog uit de tijd van de WAG (Wet Autovervoer Goederen) en stond voor ongeregeld vervoer. Deze term is vervangen door beroepsvervoer. Voor binnenlands beroepsvervoer is een vergunning vereist.

– Binnenland EVO:

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

de afkorting staat voor de Eigen Vervoers Organisatie, een overkoepelend orgaan van de eigen vervoerders. Voor het verrichten van eigen vervoer is een inschrijving in het eigen vervoer vereist. Deze wordt afgegeven door de Stichting Inschrijving Eigen Vervoer (SIEV).

– Buitenland OV:

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Ook hier geldt dat OV nog stamt uit de tijd van de WAG. Net als bij binnenlands beroepsvervoer, is bij buitenlands beroepsvervoer een vergunning vereist.

– Buitenland EVO:

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Voor buitenlands eigen vervoer wordt tevens een aparte inschrijving vereist. Noot: bij beroepsvervoer geldt dat hiervoor een vergunning met vergunningsbewijzen vereist zijn, terwijl bij eigen vervoer een inschrijving met inschrijvingsbewijzen zijn vereist.

– C.E.M.T-vergunning of machtiging

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Een verplichte vergunning voor landen die geen lid zijn van de EU, maar wel lid zijn van de C.E.M.T. (Europese Conferentie van Ministers van Verkeer). Voor landen die lidstaat zijn binnen de EU kan worden volstaan met een communautaire vergunning.

– Communautaire vergunning:

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

(Euro-vergunning) verplicht voor vrachtauto’s uit een van de lidstaten van de EU, waarvan het toegestaan laadvermogen 3500 kg of meer bedraagt en die grensoverschrijdend vervoer beroepsvervoer verricht op het grondgebied van een van de lidstaten.

– Cabotagevergunning:

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De vergunning die kan worden afgegeven voor het verrichten van binnenlands beroepsgoederenvervoer over de weg in een Staat door een onderne-mer die in een andere staat is gevestigd. Wanneer tussen de lidstaten geen onderlinge afspraken zijn gemaakt, kan dit alleen geschieden middels een speciaal document: de cabotagevergunning.

– Rittenboekje:

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Dit boekje behoort bij de C.E.M.T.-vergunning en dient tijdens het trans-port naast de C.E.M.T.-vergunning in de vrachtauto aanwezig te zijn. In dit boekje dienen alle ritten (leeg en bela-den) die gedurende het gebruik van de vergunning zijn gemaakt, te wor-den vermeld.

– Vervoerverslagen:

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Dit zijn verslagen van alle gereden ritten in het kader van grensover-schrijdend beroepsvervoer. Van iedere rit dient een verslag te worden opge-maakt en te worden gezonden aan de NIWO, mede ter verantwoording van het gebruik van de vergunning voor grensoverschrijdend beroepsvervoer en de eventueel in dit kader verstrekte ritmachtigingen.

Bijlage t.b.v. ‘Machtigingen’ (overzicht van de verschillende vergunningen)

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Inleiding:

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Uiteenzetting van het gebruik van een ritmachtiging en C.E.M.T-vergunning bij het grensoverschrijdend vervoer door in Nederland gevestigde ondernemingen naar niet EU-landen en door buiten de EU-landen gevestigde ondernemingen naar Nederland.

Inhoudsopgave:

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

1. Algemeen

2. Verplichte Transportvergunning/machtiging Grensoverschrijdend vervoer

a. Beroepsvervoer Nederlandse ondernemingen

b. Eigen vervoer Nederlandse ondernemingen

c. Beroepsvervoer Niet in Nederland gevestigde ondernemingen

d. Eigen vervoer Niet in Nederland gevestigde ondernemingen

3. Wettelijke eisen gebruik C.E.M.T.vergunning en machtiging op grond van overeenkomsten t.a.v. het grensoverschrijdend beroepsvervoer

4. Wettelijke eisen gebruik machtiging t.a.v. het grensoverschrijdend eigen vervoer

5. Begrippen- en referentielijst

1. Algemeen:

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Om grensoverschrijdend wegvervoer te mogen verrichten zijn een aantal aanvullende voertuigdocumenten nodig. Deze documenten kunnen zijn vereist door de Nederlandse vervoers-wetgeving (Wgw) of door de wetgeving van het land waarheen wordt vervoerd. Het betreft hier documenten die naast de voertuigdocumenten voor nationaal vervoer aanwezig moeten zijn.

Naast de al genoemde vergunningen moet een vervoerder voor verschillende landen toestemming hebben om op of via hun grondgebied vervoer te verrichten. Dergelijke ‘toestemmingen’ worden ‘machtigingen’ of transportvergunningen genoemd. Deze machtigingen kunnen door het beroepsvervoer worden aangevraagd bij de NIWO en door het eigen vervoer bij de SIEV. Of een machtiging wordt verstrekt is niet alleen afhankelijk van de NIWO of SIEV. Elk van de betreffende landen geeft namelijk per jaar een bepaalde hoeveelheid (contingent) machtigingen af. Deze landen wensen geen onbeperkte toegang tot hun land. Zij willen hun eigen nationale wegvervoer beschermen tegen overmatige buitenlandse concurrentie.

In veel landen waar machtigingen worden vereist is deze verplichting alleen van toepassing op beroepsgoederenvervoer en niet op eigen vervoer.

Voor grensoverschrijdend beroepsvervoer geldt in het algemeen de verplichting van een CEMT-vergunning of ritmachtigingen (naast de door de EU voorgeschreven communautaire vergunning) voor de in Nederland gevestigde ondernemer, en de machtiging voor grensoverschrijdend eigen vervoer voor de in Nederland gevestigde houder van een inschrijving eigen vervoer.

Voor NIET in Nederland gevestigde ondernemers geldt bij grensoverschrijdend vervoer op Nederlands grondgebied dat zij in bezit moeten zijn van een machtiging.

Van deze (aanvullende) documenten kan vrijstelling worden verleend. Dit geschiedt in het algemeen ter uitvoering van bilaterale overeenkomsten met andere landen, al dan niet in aanvulling op EG-recht of C.E.M.T.-afspraken, o.a. zoals opgenomen in art. 102 van het Besluit goederenvervoer over de weg (Bgw), de Bijlage 2 van de EEG-verordening nr. 881/92 en de C.E.M.T. Resolutie d.d. 27 mei 1994.

De Regeling vrijstelling documenten werd in 1992 opnieuw vastgesteld bij gelegenheid van de inwerkingtreding van de Wet goederenvervoer over de weg, en is sindsdien enkele malen bijgesteld. Sinds 1992 hebben zich echter vele ontwikkelingen voorgedaan. Nieuwe landen zijn ontstaan waarmee overeenkomsten gesloten werden. Met reeds bestaande landen, vooral voormalige oostbloklanden, zijn overeenkomsten gesloten, dan wel bestaande overeenkomsten verder geliberaliseerd. Dit heeft ertoe geleid dat met ingang van 1 december 1998 de Regeling vrijstelling documenten in haar geheel opnieuw is vastgesteld. De vrijstellingen waarin de regeling voorziet, betreffen slechts die documenten, die betrekking hebben op de toegang tot de vervoersmarkt.

Voor landen die niet in de Regeling vrijstelling documenten goederenvervoer over de weg zijn opgenomen, geldt dat er ofwel geen overeenkomst bestaat, ofwel dat er een overeenkomst bestaat die slechts voorziet in uitruil van ritmachtigingen. Vervoer naar landen waarmee geen overeenkomst bestaat, is ofwel in het geheel niet toegestaan, ofwel kan in incidentele gevallen met toestemming van de autoriteiten plaatsvinden.

2. Verplichte transportvergunning/ritmachtiging grensoverschrijdend vervoer:

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

a. Beroepsvervoer Nederlandse ondernemingen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Het grensoverschrijdend beroepsvervoer dient verricht te worden onder dekking van een communautaire vergunning, tenzij vrijstelling geldt. Deze communautaire vergunning dient tijdens dit vervoer in de vrachtauto aanwezig te zijn. (art. 5 lid 3 Wgw en 17 lid 1 Bgw)

Voor vervoer van, naar door en in andere EU-lidstaten kan worden volstaan met de communautaire vergunning. Naast de communautaire vergunning kan een C.E.M.T.-vergunning worden vereist of één of meer machtigingen op grond van overeenkomsten met andere staten, tijdens het grensoverschrijdend beroepsvervoer naar landen buiten de EU. (art 26 lid 1 Wgw, art. 63, 64 Bgw, en art. 75 t/m 81 Bgw)

b. Eigen vervoer Nederlandse ondernemingen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Het grensoverschrijdend vervoer naar en van de EU-landen kan de eigen vervoerder verrichten op basis van de (nationale) inschrijving voor eigen vervoer. Voor eigen vervoer naar sommige niet EU-landen kan naast het inschrijvingsbewijs nog een machtiging worden vereist. (art. 49, 50 BGW)

c. Beroepsvervoer niet in Nederland gevestigde ondernemingen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De niet in Nederland gevestigde ondernemer kan grensoverschrijdend beroepsvervoer verrichten met een communautaire vergunning (EU-lidstaat) of een C.E.M.T.-vergunning (EU-Lidstaat en/of C.E.M.T.-land) of een machtiging, tenzij één van de vrijstellingen geldt zoals reeds eerder werd aangegeven. (art. 25 Wgw, 101 Bgw en 102 lid 1 Bgw)

d. Eigen vervoer niet in Nederland gevestigde ondernemingen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De niet in Nederland gevestigde eigen vervoerder kan onder dekking van een machtiging grensoverschrijdend eigen vervoer verrichten, tenzij vrijstelling geldt. (art. 56 t/m 59 Bgw)

3. Wettelijke eisen voor het grensoverschrijdend beroepsvervoer t.a.v. het gebruik van de C.E.M.T.-vergunning en de machtiging op grond overeenkomsten

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Onderstaand zijn de belangrijkste bepalingen opgenomen voor het gebruik van een C.E.M.T.-vergunning voor Nederlandse ondernemingen.

art. 75 Bgw: C.E.M.T.-vergunningen worden door de NIWO uitsluitend uitgereikt aan de houders van een geldige communautaire vergunning.

art. 77 lid 1 Bgw: De houder van een C.E.M.T.-vergunning moet een daarbijbehorend rittenboekje bijhouden, uitgegeven door het Secretariaat van de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer.

art. 77 lid 3 Bgw; De houder van een C.E.M.T.-vergunning moet een verslag van het verrichte vervoer opmaken voor elke beladen rit, afgelegd tussen elke plaats waar geladen of gelost wordt, alsmede voor elke ledige rit, met inachtneming van de in het rittenboekje gegeven aanwijzingen.

art. 78 Bgw: Degene, die krachtens een C.E.M.T.-vergunning grensoverschrijdend beroepsvervoer met een vrachtauto verricht, alsmede de bestuurder van die vrachtauto is, onverminderd het bepaalde in artikelen 17 en 27 BGW, verplicht er voor zorg te dragen dat de geldige C.E.M.T.-vergunning en het bijbehorende rittenboekje aanwezig is.

art. 80 Bgw: De C.E.M.T.-vergunning wordt door de NIWO ingetrokken:

  • a. Op verzoek van de ondernemer,

  • b. Indien de ondernemer niet meer in het bezit is van een geldige communautaire vergunning.

Onderstaande eisen gelden zowel voor machtigingen afgegeven voor binnen en buiten Nederland gevestigde ondernemers die grensoverschrijdend beroepsvervoer verrichten onder dekking van een machtiging.

art. 83 Bgw aanvraag machtiging:

De NIWO beschikt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen acht weken op de ingediende aanvraag om machtigingen.

art. 100 Bgw uitreiking machtigingen door buitenlandse instanties:

De NIWO kan ter uitvoering van een overeenkomst tussen de Staat der Nederlanden en een andere Staat of volkenrechtelijke organisatie of van een besluit van een volkenrechtelijke organisatie, danwel om reden van internationaal vervoerbeleid bepalen, dat door de NIWO te verstrekken machtigingen worden uitgereikt door een buitenlandse instantie.

art. 84 Bgw trekkend voertuig geregistreerd in staat vestiging:

Een machtiging wordt verleend voor een vrachtauto al dan niet met een aanhangwagen, of voor een samenstel van een trekker en oplegger, waarbij het trekkend voertuig in de Staat van vestiging van de vergunninghouder geregistreerd dient te zijn.

art. 85 Bgw vermelding op machtiging:

Op een machtiging worden vermeld naam en adres van de houder, de datum waarop op het verzoek om machtiging gunstig is beslist alsmede haar geldigheidsduur.

art. 86 Bgw intrekking machtiging:

De machtiging wordt door de NIWO ingetrokken:

  • a. op verzoek van de ondernemer;

  • b. indien de ondernemer niet meer in het bezit is van een geldige communautaire vergunning of,

  • c. bij geen of onvoldoende gebruik.

art. 87 Bgw aanwezigheid machtiging in vrachtauto:

(geldt alleen voor in Nederland gevestigde beroepsvervoerders) Degene die grensoverschrijdend beroepsvervoer verricht krachtens een machtiging met een vrachtauto alsmede de bestuurder van die vrachtauto is, onverminderd het bepaalde in de artikelen 17 en 27 verplicht er voor zorg te dragen, dat bij de vrachtauto een geldige machtiging aanwezig is. Tijdens het verrichten van vervoer op grondgebied van een bepaalde Staat, indien voor grensoverschrijdend beroepsvervoer naar, door of van die Staat een machtiging wordt geëist.

art. 101 Bgw aanwezigheid machtiging in vrachtauto:

(geldt alleen voor niet in Nederland gevestigde beroepsvervoerders) Degene die grensoverschrijdend beroepsvervoer verricht krachtens een machtiging met een vrachtauto alsmede de bestuurder van die vrachtauto is verplicht ervoor zorg te dragen dat bij de vrachtauto een geldige machtiging aanwezig is.

4. Wettelijke eisen voor het grensoverschrijdend eigen vervoer t.a.v. het gebruik van een machtiging op grond van overeenkomsten

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Onderstaande eisen gelden voor binnen en buiten Nederland gevestigde ondernemers die grensoverschrijdend eigen vervoer verrichten onder dekking van een machtiging.

art. 51 lid 1 Bgw aanvraag machtiging:

Aanvragen om machtigingen worden ingediend bij de SIEV.

art. 52 Bgw Bij inwilliging van de aanvraag worden door de SIEV aan de aanvrager een of meer machtigingen verstrekt.

art. 53 Bgw intrekking machtiging: De machtiging wordt door de SIEV ingetrokken:

  • a. op verzoek ondernemer;

  • b. indien de ondernemer niet meer in het bezit is van een inschrijving eigen vervoer als bedoeld in art. 15 Wgw of,

  • c. bij geen of onvoldoende gebruik.

art. 54 Bgw vermelding op machtiging:

Op een machtiging worden vermeld naam en adres van de houder, de aard van de onderneming de datum waarop op het verzoek om machtiging gunstig is beslist alsmede haar geldigheidsduur.

art. 57 Bgw verstrekking door buitenlandse instanties:

De SIEV kan ter uitvoering van een overeenkomst tussen de Staat der Nederlanden en een andere Staat of volkenrechtelijke organisatie of van een besluit van een volkenrechtelijke organisatie, danwel om reden van internationaal vervoerbeleid bepalen, dat door de SIEV te verstrekken machtigingen worden uitgereikt door een buitenlandse instantie.

art. 55 Bgw aanwezigheid machtiging in vrachtauto:

(geldt alleen voor Nederlandse eigen vervoerders) Degene die grensoverschrijdend eigen vervoer verricht krachtens een machtiging met een vrachtauto alsmede de bestuurder van die vrachtauto is, onverminderd het bepaalde in artikel 47 Bgw, (aanwezigheid inschrijvingsbewijs) verplicht ervoor zorg te dragen dat bij de vrachtauto een geldige machtiging aanwezig is.

art. 59 Bgw aanwezigheid machtiging in vrachtauto:

(geldt alleen voor niet in Nederland gevestigde eigen vervoerders) Degene die grensoverschrijdend eigen vervoer verricht krachtens een machtiging met een vrachtauto alsmede de bestuurder van die vrachtauto is verplicht ervoor zorg te dragen dat bij de vrachtauto een geldige machtiging aanwezig is.

5. Begrippen- en referentielijst

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Wetgeving: Wet goederenvervoer over de weg (Wgw) en Besluit goederenvervoer over de weg (Bgw).

Regeling vrijstelling documenten goederenvervoer over de weg: Regeling, houdende uitvoering van de artikelen 50, 58, 64, 92 derde lid, 98 derde lid en 102, tweede lid, van het Besluit goederenvervoer over de weg, laatste gewijzigd op 1-12-1998.

C.E.M.T. Resolutie: de resolutie d.d. 27 mei 1994 regelende het grensoverschrijdend beroepsvervoer van, naar en door de bij de C.E.M.T. aangesloten landen, dit zijn alle EU-landen en een groot aantal voormalige Oostbloklanden.

Communautaire vergunning: de vergunning als bedoeld in verordening (EEG) nr. 881/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 maart 1992 betreffende de toegang tot de markt van het goederenvervoer over de weg in de Gemeenschap van of naar het grondgebied van een of meer EU-lidstaten.

C.E.M.T.-vergunning: de vergunning die door het Secretariaat van de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer (C.E.M.T.) wordt uitgegeven voor het verrichten van grensoverschrijdend beroepsvervoer.

Ritmachtiging: een transportvergunning voor Nederlandse ondernemers voor het grensoverschrijdend beroeps-en eigen goederenvervoer over de weg van, naar en door niet EU-landen, en een transportvergunning voor ondernemers uit niet EU-landen om op Nederlands grondgebied het eerder vermelde vervoer te mogen verrichten, uitgegeven door de NIWO of SIEV, op basis van bilaterale afgeslo-ten verdragen (wegvervoerovereenkomsten).

NIWO: Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie.

SIEV: Stichting Inschrijving Eigen Vervoer.

Grensoverschrijdend vervoer: art. 1 lid 1 onder i. Wgw eigen vervoer of beroepsvervoer waarbij tussen de plaats waar goederen worden geladen en de plaats waar goederen worden gelost tenminste één grens tussen twee landen wordt overschreden, met dien verstande dat grensoverschrijdend vervoer tussen twee in Nederland gelegen plaatsen gelijk gesteld wordt met binnenlands vervoer.

Eigen vervoer: art. 1 lid 1 onder g. vervoer met vrachtauto’s van goederen, uitsluitend bestemd voor of afkomstig van eigen onderneming of bedrijf.

Beroepsvervoer: art. 1 lid 1 onder h. Wgw, vervoer met vrachtauto’s van goederen uitsluitend bestemd voor of afkomstig van eigen onderneming of bedrijf.

Ondernemer: art. 1 lid 1 j. Wgw, de natuurlijke persoon, vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, maatschap of rechtspersoon voor wiens rekening en risico het beroepsvervoer of eigen vervoer wordt verricht.

Vrachtauto: art. 1 lid 1 onder e. Wgw, een voor het vervoer van goederen ingericht motorrijtuig of geleed motorrijtuig alsmede een voor het vervoer ingerichte, met een motorrijtuig of geleed motorrijtuig samengevoegde aanhangwagen.